Farmaceutische bedrijven en uitgevers manipuleren citaties

Auteurs van wetenschappelijke papers maken meer kans op een publicatie in een toptijdschrift als hun paper vaak geciteerd zal worden, schrijft Stuart Macdonald van de University of Leicester. In de geneeskunde is het publicatieproces deels geïndustrialiseerd door de farmaceutische industrie, zodat onderzoeksresultaten die een positief beeld geven van hun producten vaker in toptijdschriften verschijnen en vaker geciteerd worden. Daarnaast laten deze bedrijven deze papers schrijven door ghostwriters om er later een bekende auteur aan te koppelen. Volgens Macdonald gebruiken tijdschriften het peer review-systeem om de publicaties te verantwoorden, ook al zijn peer reviews niet zaligmakend.
Bonussen voor publicaties
De Journal Impact Factor (JIF) is zeer gevoelig voor manipulatie, schrijft Macdonald. Bij het berekenen van de JIF gaat het om hoe vaak de papers in het betreffende tijdschrift worden geciteerd. De beste manier voor een tijdschrift om de JIF te verhogen is door vooral de ‘citeerbare’ artikels te accepteren voor publicatie.
De nieuwsbrief is exclusief toegankelijk voor medewerkers van onze partners.
Omwille van de citeerbaarheid vermijden auteurs innovatieve ideeën, omdat die minder ingebed zijn in de literatuur, en minder links hebben met andere (veel geciteerde) artikels. Om dezelfde reden is het minder aantrekkelijk voor onderzoekers om onderzoek te publiceren dat ingaat tegen algemeen geaccepteerde theorieën. Het resultaat is een homogene databank die grotendeels bestaat uit artikels die gepubliceerd zijn om de JIF op te krikken, schrijft Macdonald.
Ook veel redacteurs weten het systeem in het voordeel van de citaties te manipuleren. Sommigen zijn er zelfs niet vies van om onderzoekers die een verzoek indienen voor een publicatie te vragen om meer literatuur uit het betreffende tijdschrift toe te voegen. Zo zou het artikel beter aansluiten bij het bestaande discours in het tijdschrift. Ook vervroegde publicaties, in sommige gevallen jaren voor de werkelijke publicatie van het tijdschrift, werken heel goed om de JIF te boosten. Universiteiten geven daarnaast bonussen voor publicaties in toptijdschriften omdat een dergelijk artikel ook goed is voor de ranking van de instelling.
Zelfcitatie
Er zijn verschillende manieren voor auteurs om de citeerbaarheid van een artikel te manipuleren. Sommige van hen downloaden hun eigen paper meerdere keren of auteurs spreken onder elkaar af om elkaar te citeren. Vooraanstaande coauteurs verhogen ook de kans op publicatie en hoge citatiescores. Titels die te lang zijn, te veel verschillende leestekens bevatten of waar een geografische begrenzing in staat, doen het over het algemeen minder goed. Ook het abstract wordt vaak zorgvuldig vormgegeven, aangezien deze beoordeeld wordt door de algoritmes van zoekmachines.
Ook het aantal auteurs heeft invloed op de citatiescore van een paper. Uit Noors onderzoek blijkt dat er een directe correlatie bestaat tussen het aantal auteurs en de citatiescore. Volgens Macdonald komt dit mogelijk doordat onderzoekers geneigd zijn zichzelf te citeren in vervolgonderzoek. Zelfcitatie zou gemiddeld voor meer dan de helft van het totale aantal citaties verantwoordelijk zijn en “zij die geen gebruik maken van deze tactiek benadelen zichzelf behoorlijk”, schrijft Macdonald.
Ghostwriter
In de geneeskunde is deze manipulatie van onderzoekspapers uit de hand gelopen, aldus Macdonald. Waar auteurs in andere disciplines hun eigen papers aanpassen voor hun eigen gewin, bestaat er in de geneeskunde een volledige industrie die hierop is gericht. De belangrijkste corrumperende factor is de invloed van de farmaceutische industrie. Farmaceuten hebben positieve resultaten nodig om hun producten te verkopen terwijl negatieve resultaten inkomsten schaden. Zo hebben deze bedrijven een enorme drijfveer om de wetenschappelijke literatuur in hun voordeel te manipuleren.
Veel van die partijen maken daarom gebruik van communicatiebedrijven die een strategie ontwikkelen om bepaalde papers in toptijdschriften te krijgen. Tijdens het onderzoek contacteren zij gevestigde auteurs met goede citatiescores om hun naam aan het onderzoek te verbinden. Om het de auteurs zo makkelijk mogelijk te maken is het onderzoek vaak al deels of helemaal geschreven door een ghostwriter, die geen erkenning krijgt in het uiteindelijke stuk.
Zoloft van Pfizer
Deze communicatiebedrijven leveren echter niet per definitie slecht werk, schrijft Macdonald. Het onderzoek komt vaak uit goede onderzoekscentra en wordt uitgevoerd door gerenommeerde onderzoekers. Echter, artikels die op deze manier gepromoot worden hebben meer kans om in toptijdschriften te komen.
Een onderzoek uit 2003 analyseerde bijna honderd papers over Zoloft, een antidepressivum van Pfizer. De onderzoekers vergeleken papers die waren geschreven door Current Medical Directions, een communicatiebedrijf van Pfizer met papers die door andere auteurs waren geschreven. De artikels van Current Medical Directions raadde het medicijn niet alleen vaker aan, ze kwamen ook vaker voor in toptijdschriften dan de andere papers. Dit soort papers doen het vervolgens ook goed omdat medische communicatiebedrijven vervolgens hun eigen papers citeren.
Onderzoekers die minder resultaten rapporteren die een minder positief beeld geven, moeten opboksen tegen de geoliede citatiemachine van medische communicatiebedrijven.
Onvoldoende informatie
Bij de komst van nieuwe medicijnen kan een dergelijk cluster van citaties die dezelfde positieve resultaten herhalen, effectief een dominante theorie neerzetten. Zo hebben de tijdschriften zelf ook voordeel bij het publiceren van deze papers. Tijdschriften gebruiken vervolgens het ritueel van de peer review om de wetenschappelijke integriteit van het gepubliceerde onderzoek te verantwoorden.
Echter, peer reviews zijn niet feilloos, waarschuwt Macdonald. Uitgevers hebben de grootste moeite om genoeg peer reviewers te vinden. Sommige uitgevers eisen van onderzoekers die een paper inleveren om ook peer reviews te doen; een tactiek waarbij de persoonlijke motivatie van een reviewer belangrijker is dan diens expertise. Daarnaast krijgen reviewers vaak onvoldoende informatie om een onderzoek werkelijk goed te beoordelen; de werkelijke onderzoeksdata is niet altijd beschikbaar en het is vaak onduidelijk wie het project financiert en wie het onderzoek werkelijk heeft uitgevoerd.
Plagiaat
Volgens Macdonald is de geneeskunde niet het enige veld met problematische banden met het bedrijfsleven. Daarnaast wijst hij erop dat als iemand het auteurschap claimt van een stuk dat diegene niet heeft geschreven, het in feite neerkomt op plagiaat. De focus op citeerbaarheid is al wijdverbreid; Macdonald waarschuwt andere disciplines om het niet zo ver te laten komen.
Meest Gelezen
De student als consument maakt vrouwelijke docenten extra kwetsbaar
Bekostiging per student in het hbo en wo gaat dalen
Dijkgraaf wil zijn waaier doortrekken naar het onderzoek in het hbo en mbo
Fel debat over internationalisering tekent zich af in hoger onderwijs
VVD ruilt kennisgeld Groeifonds in voor fossiel belastingvoordeel
