Opleidingen ontwerpen hun eigen kansenongelijkheid

Nieuws | door Janneke Adema
15 februari 2023 | Verschillende selectiemethoden van Nederlandse medische opleidingen kunnen zorgen voor kansenongelijkheid, blijkt uit Rotterdams onderzoek. Kijkt een selectiecommissie naar gemiddelde cijfers, dan hebben kandidaten uit gezinnen met een hogere sociaaleconomische status meer kans om geselecteerd te worden. Wordt de selectie gedaan op basis van een CV of een proefstudeertoets, dan is er een kans op ongelijke kansen op basis van culturele achtergrond.
Beeld: Nathan Dumlao (Unsplash)

De door henzelf vormgegeven selectieprocedures van medische opleidingen in Nederland kunnen verschillende groepen benadelen, blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC, het Amsterdam UMC, de Universiteit Utrecht en de Universiteit Twente. Selectieprocedures die gebaseerd zijn op een proefstudeertoets of een CV verschillen vaak per opleiding, waardoor verschillen in kansengelijkheid variëren tussen selectiemethoden. De kans op toelating is echter niet altijd lager, aangezien de meeste opleidingen gebruik maken van verschillende methoden. Desalniettemin pleiten de onderzoekers voor een betere evaluatie van deze selectiemethoden.

In het onderzoek verzamelden promovendus Suzanne Fikrat-Wevers en haar collega’s data van bijna tweeduizend deelnemers aan selectieprocedures van vijf verschillende medische opleidingen. De onderzoekers bekeken daarbij vier veelgebruikte selectiemethoden: het gemiddelde cijfer van een kandidaat, een biomedische kennistoets (beide ‘traditionele methoden’), een beoordeling van het CV en de resultaten van een proefstudeertoets (beide ‘verbredende methoden’). Verschillen in scores op deze methoden werden onderzocht voor subgroepen kandidaten op basis van gender, migratieachtergrond, sociaaleconomische status en vooropleiding.

Sociaaleconomische status en migratieachtergrond

Bij traditionele selectiemethoden bleken de verschillen in de scores tussen subgroepen consistent te zijn; bij verbredende methoden verschilde de kansenongelijkheid per opleiding. De verbredende selectiecriteria (de CV-beoordeling en de proefstudeertoets) kunnen het verschil in prestaties ondervangen voor studenten met een lage sociaaleconomische status (SES), maar niet voor studenten met een migratieachtergrond. Echter, het effect van de verbredende methoden op de kansengelijkheid was niet voor alle opleidingen hetzelfde.

Bij het gebruik van cijfers worden kandidaten met een lagere sociaaleconomische status consistent benadeeld. Voor een biomedische kennistoets werd overigens in tegenstelling tot bestaand internationaal onderzoek geen significant effect van SES gevonden, maar deze steekproef was relatief klein en minder divers. Fikrat‐Wevers geeft een mogelijke verklaring voor waar het fout gaat. Kandidaten uit rijkere gezinnen kunnen bijles nemen om hun vwo-cijfer op te hogen – een ongelijkheid waarvoor selectie op basis van een proefstudeertoets minder gevoelig is. “De verbredende methoden worden vaak door opleidingen zelf ontworpen, dus dat maakt ze minder gevoelig voor bijles en coaching, maar daar bestaat mogelijk een risico dat er een culturele bias in sluipt. Dat wordt niet altijd extern gecontroleerd”, vertelt Fikrat-Wevers aan ScienceGuide.

Fundamentele oplossingen

De verschillen in de kansengelijkheid voor de verschillende groepen zijn mogelijk ook te wijten aan de manier waarop de opleidingen hun selectie vormgeven. Zo krijgen aspirant-studenten bij de ene opleiding bijvoorbeeld andere lesmaterialen en meer voorbereidingstijd voor de proefstudeertoets dan bij de andere opleiding. Wat betreft het CV is een mogelijke verklaring dat de kansengelijkheid verandert naar aanleiding van de ervaringen die relevant worden geacht. Zo is het mogelijkerwijs voor kinderen van artsen makkelijker om medische ervaring op te doen dan voor eerstegeneratiestudenten. Wordt ‘medische ervaring’ relevant geacht bij de beoordeling van een CV, dan is die eerste groep dus in het voordeel.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat ook kandidaten met een vooropleiding in het hbo of het buitenland in het nadeel zijn. Verder kunnen mannelijke kandidaten worden benadeeld door het gebruik van een CV. “Het probleem is dus niet zomaar opgelost als we niet meer naar de cijfers kijken”, vertelt Fikrat-Wevers. “De meeste methoden die op dit moment worden ingezet, hebben ongewenste effecten op een of meerdere groepen. Dat vraagt om fundamentelere oplossingen.”

De kansenongelijkheid die opspeelt rond selectie op basis van het gemiddelde vwo-cijfer of de biomedische voorkennis, ontstaat al tijdens de vooropleiding, zoals Lianne Mulder eerder vertelde in ScienceGuide. Echter, de beslissing ligt bij de opleidingen zelf of en hoe de selectiecommissie gebruikmaakt van deze gegevens. Ook de manier waarop er naar een CV wordt gekeken en het ontwerp van een proefstudeertoets, worden toch echt bepaald door de opleiding, vertelt Fikrat-Wevers. “De instrumenten die specifiek door een opleiding zelf worden vormgegeven, dáár ontstaan de verschillen.”

Meer van jezelf laten zien

Een deel van de verantwoordelijkheid voor kansengelijkheid ligt dus bij de medische opleidingen zelf. De onderzoekers raden opleidingen daarom aan om hun eigen selectiemethoden kritisch te beoordelen. Hoewel het begrijpelijk is dat opleidingen de procedure aanpassen op hun eigen programma, is het belangrijk dat zij de effecten van deze aanpassingen op de kansengelijkheid goed in het oog houden. Fikrat-Wevers benadrukt dat die controle niet alleen achteraf moet worden uitgevoerd, maar juist van tevoren. Zo kunnen ongewenste gevolgen worden voorkomen.

Eén van de methoden die commissies kunnen overnemen is het multiple mini-interview, geeft de Rotterdamse onderzoeker als voorbeeld. Dat zijn korte, gestructureerde gesprekken waarbij de kandidaat de kans krijgt om meer van zichzelf te laten zien tijdens de selectie. Uit eerder onderzoek van Fikrat-Wevers blijkt dat kandidaten hier ook zelf meer behoefte aan hebben. De kansenongelijkheid bij deze methode zou in het buitenland minimaal zijn, maar is nog niet onderzocht binnen de Nederlandse context.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK