‘Haal af en toe de bezem door het curriculum’

Nieuws | de redactie
1 maart 2023 | Hoe kunnen opleidingen ervoor zorgen dat hun curricula van goede kwaliteit blijven? Door het curriculum voortdurend te ontwikkelen, vertelde Dominique Sluijsmans, lector Curriculumontwikkeling bij de Hogeschool Rotterdam, tijdens haar openbare les. Een curriculum is nooit af.
Lector Dominique Sluijsmans in gesprek met bestuursvoorzitter Ron Bormans tijdens haar openbare les. Beeld: Dominique Sluijsmans

Sluijsmans vergeleek een curriculum met een huis. Dat wordt eerst ontworpen, dan gebouwd, vervolgens ingericht en uiteindelijk bewoond. In dat huis moeten studenten zich veilig kunnen voorbereiden op de beroepspraktijk. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat het in verval raakt; oftewel, curricula moeten meebewegen met ontwikkelingen.  

In haar openbare les formuleerde Sluijsmans daarom vijf bouwstenen (‘uitgangspunten’) voor de voortdurende ontwikkeling van goede curricula: leren, onderzoeken, herontwerpen, uitvoeren en vertragen. 

De bouw van een curriculum 

Wie een curriculum wil bouwen of verbouwen, heeft veel soorten kennis van veel verschillende deskundigen nodig – bijvoorbeeld kennis over de opleiding zelf, maar ook over de beroepspraktijk en pedagogiek. Daarom is het van belang om te weten wie precies betrokken is bij het ontwerpen van en uitvoering geven aan een curriculum. Binnen de Hogeschool Rotterdam kan daar nog veel winst worden behaald, vertelde Sluijsmans.  

Een goed curriculum ontstaat alleen als de verschillende ontwikkelaars ook voortdurend aan perspectiefwisseling doen. “Bij het ontwerpen van een curriculum doen we niets liever dan een roze bril opzetten. We willen ál onze idealen in dat curriculum verwezenlijken. Echter, uiteindelijk moet een ander het in de praktijk uitvoeren. Je kunt een fantastische bouwtekening maken, maar kan dat ontwerp echt worden gebouwd? We kunnen beter door een andere bril kijken, waarmee we zien wat nú de problemen zijn en hoe we die zodanig kunnen aanpakken dat iedereen op de korte termijn een succeservaring kan hebben.” 

Met de bezem erdoorheen 

Staat een curriculum eenmaal, dan komt het echte werk. Wat moeten hbo-opleidingen doen met alle prikkels (“flexibilisering, internationalisering, digitalisering, nieuwe toetsvormen, leeruitkomsten, ChatGPT”) die van buitenaf komen? Ze hebben in ieder geval goede hordeuren nodig, vertelde Sluijsmans. “Je moet voorkomen dat het curriculum overladen raakt en men zicht op de samenhang verliest. Daarom moet je af en toe een curriculumschoonmaak houden. Dat doen we veel te weinig. Het is echter in het belang van onze studenten en onze docenten, want die laatsten moeten uitvoering geven aan het curriculum.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Ga maar eens met bezem en poetsdoek aan de gang, riep Sluijsmans haar collega’s op. “Pas als je weer door heel het curriculum gaat, zie je wat je hebt en wat je nog nodig hebt. Kennis over je curriculum, wat ik als eerste uitgangspunt noemde, kan daarbij erg behulpzaam zijn.” 

Haast bij ontwikkelen curriculum is onnodig 

Een curriculum komt pas tot leven in de dagelijkse praktijk. Docenten en studenten moeten daarom de juiste vaardigheden meekrijgen waarmee ze binnen die dagelijkse praktijk (‘het micro-curriculum’) kunnen werken. “De student moet leren leren, de docent moet leren onderwijzen. Dat kost tijd; het is belangrijk die te geven.” 

Hebben de curriculumontwikkelaars eenmaal aan leren, onderzoeken, herontwerpen en uitvoeren gedacht, dan is er nog iets dat al die bezigheden nodig hebben: vertragen. “Het fascineert mij dat curriculumontwikkeling vaak veel haast heeft, alsof iets zo snel mogelijk af moet zijn”, vertelde Sluijsmans. “Een curriculum is echter nooit af.” Het is juist gebaat bij voortdurende herontwikkeling door ontwikkelaars die behendig zijn in het stellen van juiste vragen. “Wat doen we? Waarom doen we het? Welke kennis gebruiken we daarbij?” 

Kwaliteit curriculum komt tot uiting in gedrag 

Het gaat niet alleen om de tekening van de architect en het bouwen van het huis, het gaat met name om de manier waarop men zich binnen dat huis gedraagt. “Uiteindelijk komt de kwaliteit van een curriculum tot uiting in gedrag.” 

Juist daar is bij de Hogeschool Rotterdam nog winst te behalen, bleek uit haar woorden. Ze ziet namelijk veel energie bij de bewoners van die huizen, maar ze ziet evengoed bewoners die eigenlijk niet goed weten wat ze in een bepaalde kamer doen, wie er nog meer woont en wat men precies met elkaar moet doen, vertelde Sluijsmans in gesprek met bestuursvoorzitter Ron Bormans – ook Limburger in de Maasstad.  

“Ik zie een bepaalde handelingsverlegenheid, bijvoorbeeld als het gaat om de vraag met welke externe prikkel een opleiding wel of niet aan de slag moet gaan. Veel opleidingen hebben de neiging om meteen op die prikkels in te gaan. Ik gun ze juist de rust om eerst eens goed te bedenken of dat hun opleiding beter en hun studenten en docenten gelukkiger maakt.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK