Waterschapsverkiezingen: “Het is slecht gesteld met de waterkwaliteit”

Interview | de redactie
14 maart 2023 | Vrijwel nergens in Europa is de kwaliteit van de binnenwateren zo slecht als in Nederland. Dat komt deels door de intensieve landbouw; willen we schoner water, dan zal die de stikstofuitstoot moeten terugdringen, zegt lector Miguel Dionisio Pires van Aeres Hogeschool Almere. Gelukkig is de waterkwaliteit een steeds belangrijker thema bij de Waterschapsverkiezingen.
Miguel Dionisio Pires, lector Meten is Weten bij Aeres Hogeschool Almere.

Miguel Dionisio Pires doet onderzoek naar de waterkwaliteit en biodiversiteit van de Nederlandse binnenwateren. Op 22 maart wordt hij geïnaugureerd als lector Meten is Weten bij Aeres Hogeschool Almere. Hij vertelt over zijn onderzoek, de Waterschapsverkiezingen en de stikstofproblematiek.  

Waterkwaliteit meten met satellietbeelden  

Dionisio Pires is niet alleen lector; hij werkt ook drie dagen per week bij kennisinstituut Deltares. Daar houdt hij zich al sinds 2008 bezig met het monitoren van de waterkwaliteit en probeert hij die met innovatieve methoden in kaart te brengen. Letterlijk; zo kunnen satellietbeelden veel vertellen over de waterkwaliteit en biodiversiteit, legt hij uit.  

“In het binnenwater zitten allerlei dingen – algen, zwevende deeltjes, opgeloste zuren, enzovoorts. Al die deeltjes zorgen voor een bepaalde waterkleur; algen zijn bijvoorbeeld groen. Door het teruggekaatste zonlicht te meten, verzamelt een satelliet data waarop wij algoritmes kunnen loslaten. Om de aanwezigheid van algen te meten, moeten we bijvoorbeeld bij een golflengte van 675 nanometer kijken. Met die kennis en middelen kunnen we een kaart van het wateroppervlak omzetten naar een kaart die de waterkwaliteit weergeeft.” 

Dat heeft voordelen ten opzichte van ‘klassieke’ manieren om de waterkwaliteit te meten, bijvoorbeeld met een microscopische analyse van een monster. “Zo’n aardobservatie geeft je een ruimtelijk beeld van de waterkwaliteit; je hoeft je dan niet af te vragen of het representatief is of niet, een vraag die wel rijst als je vanuit een boot ergens een monster afneemt.” 

Zware metalen en stoffen zoals PFAS kunnen dan weer niet middels aardobservaties worden gemeten. “Daar zit geen kleur aan, dus dat kun je niet zo meten.” 

Vuile rivieren 

In de gebieden rond de Schelde is PFAS inmiddels een bekende term. Vanuit het Antwerpse havengebied stroomt veel industrieel afvalwater met een hoge PFAS-concentratie de rivier in. De rivieren die via België naar Nederland stromen, zijn wat vuiler dan rivieren die uit Duitsland komen, vertelt Dionisio Pires. “In Luik wordt gewoon vanuit fabrieken in dat water geloosd. In Duitsland is dat minder. Het Ruhrgebied is best vervuilend geweest, maar daar zijn veel inspanningen gedaan om dat terug te brengen.” 

Het probleem van die vervuilde rivieren is groter dan we denken, zegt de lector. “PFAS kennen we inmiddels, maar er zijn ook onbekendere stoffen waarop we nog geen zicht hebben. We weten wel dat er veel meer in het water moet zitten dan we nu kunnen meten.” 

Kans dat chemische stoffen in drinkwater terechtkomen 

Hoe staat het met het binnenwater in Nederland? Ook daarover heeft Dionisio Pires slecht nieuws. “Het gaat absoluut niet goed. Vergelijk je het met andere Europese landen, dan staan wij helemaal onderaan; slechts één procent van ons binnenwater voldoet aan de normen.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De voorwaarden vindt u hier.

Dat heeft deels te maken met de dichte bebouwing, maar ook met de intensieve landbouw. “Veel stoffen, bijvoorbeeld stikstof, vinden hun weg naar het oppervlaktewater. Daardoor hebben wij een ontzettend slechte waterkwaliteit – al heel lang.” Door die slechte waterkwaliteit neemt de biodiversiteit af; er zijn slechts een paar soorten waterplanten, insecten en vissen die overblijven in de troebele sloten. Op den duur beïnvloedt het ook ons drinkwater. “We moeten het oppervlaktewater gebruiken als een soort buffer voor het drinkwater, maar als de kwaliteit daarvan niet goed is, verlaagt dat ook de kwaliteit van ons drinkwater.” 

Landbouwstoffen zoals stikstof kunnen meestal door zuiveringsinstallaties uit het water worden gehaald, maar veel andere stoffen nog niet. “Je hebt kans dat die chemische stoffen gewoon in het drinkwater terechtkomen.” 

Waterkwaliteit steeds belangrijker bij Waterschapsverkiezingen 

Relevant is het onderzoeksgebied van Dionisio Pires sowieso, maar tenminste eens in de vier jaar kan het op extra aandacht rekenen. Zo ook op 15 maart, als de Nederlandse burger naar de stembus mag voor de Waterschapsverkiezingen.  

Droogtebestrijding (“zorgen dat de landbouw voldoende water heeft”) en dijkveiligheid (“zorgen dat we geen natte voeten krijgen”) zijn daarbij traditioneel belangrijke thema’s. Ook de waterkwaliteit krijgt de afgelopen jaren meer aandacht, merkt de lector, en dat vindt hij meer dan terecht. Zo is er momenteel wel veel aandacht voor biodiversiteit, maar vooral voor biodiversiteit op land of op zee – niet in het binnenwater.  

“Dat is niet goed, maar wel begrijpelijk. Die andere twee zijn veel zichtbaarder. Oorspronkelijk zijn Waterschappen ook opgericht om te beschermen tegen wateroverlast. Het thema ‘waterkwaliteit’ kwam pas veel later op. De natuur onder water was voor hen dus ook heel lang een vreemde eend in de bijt.” 

Als hogeschool zijn we ook een kennisinstelling 

Door verplichte rapportages aan Brussel hebben de Waterschappen meer zicht gekregen op de waterkwaliteit, maar de betekenis van een meetresultaat voor de biodiversiteit wordt vaak niet doordacht, aldus Dionisio Pires. “Ze maken daarin wel stappen, hoor. Ze kloppen soms aan bij ons als hogeschool. Dat doen ze echter voornamelijk als ze een student zoeken die een opdracht bij hen kan uitvoeren, niet om vakdocenten of onderzoekers te betrekken.”  

Zo moet de lector nog regelmatig uitleggen dat hij geen docent is, maar bijna uitsluitend een onderzoekstaak heeft. “Ja, we zijn een opleidingsinstituut, maar we willen ook als kennisinstelling of onderzoekspartner betrokken worden. Met Waterschap Zuiderzeeland zijn we daarom bezig om een veel duurzamere en robuustere samenwerking op te bouwen.” 

Waterkwaliteit omhoog? Stikstofuitstoot omlaag 

Als kennisinstelling neemt Aeres een bijzondere positie in. Zo heeft voornamelijk de vestiging in Dronten korte lijntjes met de agrarische wereld, en weet Dionisio Pires in Almere dat de stikstof in het binnenwater vooral vanuit de landbouw komt. Van wantrouwen, ontkenning of bagatellisering merkt hij echter weinig. “Ik heb het idee dat de landbouwsector accepteert dat er een kennisinstelling is die kijkt naar de relatie tussen de landbouw en de kwaliteit van bijvoorbeeld het grondwater. Ik heb weleens met mensen van LTO gesproken, en ik had niet het idee dat ze onze onderzoeken onzin vinden.” 

Ze willen juist met andere partijen optrekken om samen bloot te leggen waaraan het schort en hoe dat kan worden opgelost, meent de lector. “Ze hebben behoefte aan onderzoek dat andere mogelijkheden aanreikt. Dat is iets anders dan vanuit Den Haag horen dat iets slecht is, dat ze moeten stoppen en dat ze worden uitgekocht – met het risico dat een andere organisatie die stikstofruimte gaat opkopen. Ik snap dat zo’n korte slag niet prettig overkomt.” 

Wil men een hogere waterkwaliteit, dan zal de landbouw op langere termijn niet ontkomen aan het terugdringen van de stikstofuitstoot, zegt Dionisio Pires. “Er kan nu al snelle winst worden geboekt door ongebruikte delen van een landbouwperceel, bijvoorbeeld de buitenrand, te beplanten met veldbloemen of heggen. Op de lange termijn zullen boerenbedrijven en de overheid echter moeten zorgen voor een verlaagde uitstoot van stoffen zoals stikstof. Er zitten nu gewoon te veel voedingsstoffen in het water. We moeten dus samen werken aan het terugdringen daarvan.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK