Dijkgraaf wil met de Nederlandse taal de internationale instroom inperken 

Nieuws | de redactie
21 april 2023 | De langverwachte brief met de visie van minister Dijkgraaf over de internationalisering in het hoger onderwijs zet de Nederlandse taal centraal. Naast het plan om toe te zien op de Nederlandse taalvaardigheid van buitenlandse studenten en docenten, bevat de brief een standje voor de NVAO en de mededeling dat actieve werving door instellingen vooralsnog slechts beperkt is toegestaan. Voor maatregelen ten aanzien van de bekostiging wil Dijkgraaf eerst zijn Toekomstverkenning afwachten.

Het is nog te vroeg om maatregelen te nemen die het gehele stelsel raken, zo luidt de dwarsdoorsnede van de Kamerbrief waarin minister Dijkgraaf ingaat op zijn plannen om de internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs stuurbaar te maken. De minister wacht eerst een Toekomstverkenning af voordat hij met maatregelen komt die bijvoorbeeld de bekostiging raken.  

Nederlandse les voor anderstalige docenten 

Zodoende betreft één van de meest concrete voorstellen in deze brief een strategie om de kans te vergroten dat buitenlandse studenten na hun afstuderen in Nederland blijven. De minister wil meer handen en voeten geven aan de plicht van hoger-onderwijsinstellingen om de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands van studenten te verbeteren. “Voor de invulling van deze plicht zie ik de noodzaak om een verplichte Nederlandstalige component voor anderstalige opleidingen wettelijk te verankeren”, schrijft hij daarom. 

Hoe dat eruit zal zien, moet nog worden afgewacht. De minister maakt in ieder geval al ruimte voor maatwerk, “bijvoorbeeld voor opleidingen waar Nederlandstalige vakken gezien de inhoud of uitgangspositie voor de arbeidsmarkt niet nodig zijn, zoals opleidingen gericht op de technieksector.” 

Ook onderwijzend personeel dat in vaste dienst is, moet de Nederlandse taal gaan beheersen, staat in de brief. Een aangenomen motie van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt, die opriep om de taalwetgeving te handhaven en Nederlands als standaard voertaal voor opleiding te hanteren, kreeg juist veel kritiek vanuit universiteiten. Veel opleidingen zouden hun medewerkersbestand grondig moeten herzien als Nederlands de voertaal wordt.  

Enkeltje prullenbak voor Wet Taal en Toegankelijkheid 

De afgelopen jaren kwam er veel kritiek op universiteiten en hogescholen, die steeds vaker opleidingen alleen in het Engels aanboden om internationale studenten te trekken. Onder de naam Wet Taal en Toegankelijkheid (WTT) werd al een eerder wetsvoorstel behandeld dat opleidingen sommeerde om de noodzakelijkheid van een wisseling van de voertaal van Nederlands naar Engels aan te tonen.  

De WTT gaat echter de prullenbak in. Elementen ervan wringen met maatregelen die de minister wil nemen, bijvoorbeeld een capaciteitsfixus die niet een gehele opleiding maar alleen het Engelstalige traject betreft. Zo’n fixus moet in het nieuwe wetsvoorstel tevens meteen voor langere tijd mogelijk zijn. In de WTT kan dat alleen voor standaard vier jaar.  

Standje voor de NVAO 

Dat het zover heeft kunnen komen, is deels te wijten aan lauwheid bij de NVAO. De accreditatieorganisatie heeft de verengelsing eigenlijk nooit kritisch bekeken en altijd oogluikend toegestaan – ondanks de wettelijke bepalingen die de NVAO moet handhaven, blijkt uit de brief van Dijkgraaf.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De voorwaarden vindt u hier.

Het accreditatiekader moet op dit punt worden aangepast, zegt de minister daarom. Uit een evaluatie blijkt “dat er nog weinig kritische discussie heeft plaatsgevonden tussen de opleidingen en beoordelende panels over gemaakte keuzes”, schrijft hij.  

De NVAO zal in de toekomst ook de Nederlandse taalvaardigheid van buitenlandse docenten toetsen. “Bij de meeste instellingen wordt Engels op C2-niveau als norm gehanteerd. Het aangescherpte accreditatiekader zal eveneens de norm introduceren voor de beheersing van de Nederlandse taal voor het Engelstalig onderwijzend personeel.” 

Slechts bij uitzondering werven, zegt minister 

Concreet wil de minister een aantal zaken afspreken met universiteiten en hogescholen. Zo mogen ze niet langer gebruikmaken van voorbereidende jaren. Die worden speciaal ontwikkeld voor studenten buiten de EU, die dan via externe bureaus voor tienduizenden euro’s in Nederland worden voorbereid op een studie aan een universiteit of hogeschool.  

Totdat nadere afspraken zijn gemaakt over werving in de bestuurlijke afspraken, houdt de minister vast aan een algehele stop van actieve werving van internationale studenten door de instellingen op grote algemene en fysieke beurzen.  

Voor opleidingen die zich richten op tekortsectoren (zorg, betàtechniek en onderwijs) mag, in afwachting van de te sluiten bestuurlijke afspraken, worden overgegaan tot beperkte en gerichte werving. Dat mag uitsluitend met toestemming en onder verantwoordelijkheid van het college van bestuur. 

Meer duidelijkheid moet spoedig volgen. “Gezien de urgentie rondom internationalisering zal ik direct van start gaan met het ontwerpen van een nieuw wetsvoorstel. Het nieuwe wetsvoorstel kan, in een voorspoedig lopend proces, in werking treden per 1 september 2024”, zo zegt de minister in zijn brief. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK