Onafhankelijkheid van de NVAO blijft een leerproces 

Nieuws | de redactie
18 april 2023 | De onafhankelijkheid van NVAO-panels die toezien op de kwaliteit van het hoger onderwijs, moet beter worden geborgd. Dit zegt minister Dijkgraaf (OCW) in reactie op de onrust die is ontstaan bij Fontys Hogeschool. Wel hebben instellingen en opleidingen de ruimte om de inhoud van het onderwijs zelf vorm te geven.
Harm Beertema vraagt aan de minister of de NVAO niet dit geval van ‘de slager keurt zijn eigen vlees’, had moeten voorkomen.

In de Kamer zijn er vragen gerezen over een nieuwe onderwijsmethode die bij enkele opleidingen van Fontys wordt gebruikt, nadat de Volkskrant had geschreven dat dit tot onrust had geleid onder docenten en studenten. In september is een debat over dit thema in de Kamer, maar de minister is nu al met een uitvoerige reactie gekomen, ook omdat er vragen waren gerezen over de onafhankelijkheid van de NVAO-accreditaties. Dit kwam doordat de inmiddels voor verkrachting veroordeelde Vlaamse hoogleraar Dochy de ontwikkelaar was van het onderwijsconcept HILL voor Fontys, maar tegelijkertijd ook in visitatiecommissies zat voor de NVAO om opleidingen van Fontys te beoordelen. 

Eeuwige broodprofeten van het nieuwe leren 

Harm Beertema stelde Kamervragen over dit nieuws. De PVV’er is al sinds zijn intrede in de Kamer afkerig van onderwijsvernieuwers, die hij steevast typeert als ‘onderwijszieners’ en de ‘eeuwige broodprofeten van het nieuwe leren’. De minister heeft deze vragen uitgebreid beantwoord. 

De minister is het niet met het Kamerlid eens dat de onderwijsvernieuwing faliekant mislukt is doordat de hoorcolleges zijn afgeschaft, studenten in groepsverband werken aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken en docenten gedegradeerd zouden zijn tot veredelde coaches, in de ogen van Beertema. Fontys Hogeschool heeft de minister geïnformeerd dat HILL niet een breed ingevoerde onderwijsmethode is binnen de hogeschool, maar dat de HILL-principes worden toegepast bij enkele opleidingen. Bij de opleidingen van Fontys waar dit het geval is, wordt blijkens de meest recente accreditatiebeoordelingen aan de basiskwaliteit voldaan. 

Onacceptabel om kritiek binnenskamers te houden 

Vervolgens vraagt Beertema waarom sommige docenten hun kritiek binnenskamers moesten houden en waarom er met deze onderwijsmethode geen kennis meer wordt overgedragen. Hij vraagt ook waarom docenten onvoldoende betrokken zijn. De minister laat weten dat Fontys zich aan de wettelijke verplichtingen heeft gehouden rondom inspraak en herhaalt dat de opleiding geaccrediteerd is. De minister laat ook weten dat Fontys het betreurt “dat er in de onderwijsgemeenschap individuen zijn die zich niet hebben durven uiten in de opleiding en dat zij het onacceptabel vindt dat leidinggevenden hebben gevraagd om kritiek binnenskamers te houden”. 

In de maand april doet ScienceGuide onderzoek naar de ervaringen met en opvattingen over het Erkennen en Waarderen-programma. Alle wetenschappers van universiteiten en kennisinstellingen worden uitgenodigd de enquête in te vullen. Klik hier voor de enquête (en hier voor de Engelstalige versie).

Dat betekent overigens niet dat elke individuele betrokkene het volledig eens hoeft te zijn met gemaakte keuzes, zo zegt de minister. “Wel dat men zich van verschillende perspectieven rekenschap geeft en dat deze worden meegewogen in de discussie. Ook de medezeggenschap kan een belangrijke rol spelen in het vertegenwoordigen van verschillende perspectieven.” 

Een andere belangrijke vraag die uit deze casus naar voren kwam, is de onafhankelijkheid van de NVAO. Beertema vroeg zich af of dit niet een geval was van: ‘De slager keurt zijn eigen vlees’. Daarover heeft de minister ook zorgen. Hoe kan het namelijk dat de ontwikkelaar van de onderwijsmethode HILL ook in visitatiecommissies mocht zitten van de NVAO voor opleidingen van Fontys? “Ik vind het zorgelijk dat de heer Dochy heeft deelgenomen aan deze visitatiepanels. In de onafhankelijkheidseisen van de NVAO die gelden voor panelleden, is opgenomen dat panelleden ten minste vijf jaar geen directe of indirecte banden mogen hebben gehad met de instelling of opleiding die zij beoordelen, die kunnen leiden tot een conflict of interest of de schijn daarvan.” 

Dochy had uitgesloten moeten worden voor deze panels 

De minister erkent dat de NVAO scherper had moeten zijn bij het goedkeuren van deze panels, zeker omdat Dochy in 2022 nog in een panel zat voor de beoordeling van een Fontys-opleiding. “Bij de beoordeling van de opleiding Applied IT 2022 had de betrokkenheid van de heer Dochy kritischer bekeken moeten worden, door de instelling, door de heer Dochy zelf en ook door de NVAO. De bredere banden van de heer Dochy met de bij Fontys gehanteerde onderwijsmodellen hadden aanleiding moeten zijn om hem uit te sluiten van het panel.” 

Toch doet dit niets af aan de afgegeven accreditaties. “Ik heb geen reden om te twijfelen aan het kwaliteitsoordeel dat in beide gevallen is uitgesproken.” 

Onafhankelijkheid blijft een leerproces 

Deze casus heeft tot introspectie geleid bij de kwaliteitsbewaker van het Nederlandse hoger onderwijs. “De NVAO heeft aangegeven de beoordeling van de onafhankelijkheid verder aan te scherpen door de onafhankelijkheidseisen te operationaliseren, zodat duidelijk wordt wat daar precies onder moet worden verstaan. Dit proces is zorgvuldig en ik heb vertrouwen in het professionele oordeel van de NVAO. Dat neemt echter niet weg dat het ook een leerproces is.” 

Zoals gezegd zal de Kamer in september verder vergaderen over deze zaak. Dan zal blijken in hoeverre de kwestie ook gevolgen heeft voor het plan van instellingsaccreditaties, waarbij niet de NVAO maar instellingen zelf verantwoordelijk worden voor hun eigen visitaties. Dit is een diepgewortelde wens van alle universiteiten en veel hogescholen. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK