Campus in 2040: van flexibel thuishonk tot duistere diplomafabriek

Toen de coronacrisis uitbrak, schakelde het onderwijs in een onvoorzien tempo over naar online onderwijs. Dat was knap, maar evengoed problematisch; het was immers een noodgreep, geen goed doordachte onderwijsontwikkeling, klinkt het tijdens de eerste regiobijeenkomst van het SURF Future Campus-project. Daar hebben onderwijsadviseurs van verschillende mbo-, hbo- en wo-instellingen uit het bovenste deel van het land zich verzameld bij Saxion Hogeschool in Deventer. Wil men het onderwijs opnieuw vormgeven en inrichten, dan zullen docenten en organisaties voldoende tijd moeten hebben om zich daarin te bekwamen.
“We doen al geweldige dingen, maar het zit allemaal aan elkaar met kauwgom, duct tape en Excelbestanden”, aldus één van de aanwezigen.
Dertien trends die campus beïnvloeden
De lage veranderbekwaamheid van organisaties is één van de dertien trends die invloed hebben op de campus-ontwikkeling van het mbo, hbo en wo in 2040, aldus een binnenkort te verschijnen trendrapport van SURF. Andere trends zijn bijvoorbeeld de ‘opkomst van blended, hybride en online onderwijs’, het ‘groeiend belang van welzijn, socialisering en inclusiviteit’ en de ‘afvlakkende bevolkingsgroei, toenemende diversiteit en vergrijzing’, vertellen Iris Huis in ‘t Veld en Barend Last. Zij zijn verantwoordelijk voor het Future Campus-project van SURF.
In het project (dat één jaar duurt) wil de ICT-coöperatie anticiperen op mogelijke scenario’s voor campusontwikkeling. Dat doen Huis in ‘t Veld en Last samen met experts, docenten, onderwijskundigen, studenten en andere belanghebbenden. Door zulke scenario’s aan te reiken aan onderwijsinstellingen kunnen die zich beter voorbereiden. Daarbij wordt nadrukkelijk niet gezocht naar één wenselijk scenario, zegt Last. “We doen het dus heel anders dan de toekomstverkenning van OCW die momenteel loopt. Die richt zich op één ‘juiste’ richting; wij willen juist allerlei opties laten zien.”
Een campus die vooral als thuishonk dient
Middels ‘futuring‘, een denkstrategie waarmee men zich kan voorbereiden op de toekomst, verzamelen Huis in ’t Veld en Last verschillende scenario’s die door de aanwezigen worden bedacht. De deelnemers krijgen verschillende denkrichtingen voorgeschoteld, waarvoor ze aan de hand van ‘drivers’ (bijvoorbeeld een neutrale ontwikkeling zoals vergrijzing) en ’trends’ (bijvoorbeeld de krimp in studentenaantallen die door vergrijzing ontstaat) een toekomstbeeld voor de campus ontwikkelen.
De nieuwsbrief is exclusief toegankelijk voor medewerkers van onze partners.
Dat levert fiks verschillende resultaten op. Zo voorziet een groep die vooral vanuit coördinatie en regulering moet denken een campus die voornamelijk draait om flexibiliteit enerzijds en studentenwelzijn anderzijds. Het gebouw moet zowel multifunctioneel zijn als een thuishonk vormen voor de voornamelijk duaal lerende studenten die daar één keer per week komen – want duale opleidingen en werkplekleren zullen een vlucht nemen, is de verwachting. De tijd op de campus is dan vooral gericht op terugkoppeling van een docent en de sociale binding van studenten met de instelling en met elkaar.
Thuisleren of diplomafabriek
Wat als de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie ineens een vlucht neemt? Dan kan het zomaar zijn dat er geen fysieke campus meer is. In plaats daarvan krijgt een studente gepersonaliseerd onderwijs in de microbiologie van een AI-tutor, doet ze zelf proefjes op de boerderij waar ze woont en heeft ze aan het eind van de dag een virtuele bijeenkomst met studiegenoten om terug te koppelen.
Althans, dat is een gunstig vooruitzicht. Een andere groep die vanuit een doemscenario moet denken, komt juist met een toekomst waarin studenten vooral worden opgeleid om de bestaande orde te consolideren. Bij een brede selectie aan de poort worden ze met behulp van AI bij een studie ingedeeld. Wie binnenkomt en slaagt, kan behoren tot de groep met macht, welvaart en invloed. Wie niet binnenkomt, wacht de andere kant van die medaille.
Futuring legt praktische en ethische vragen bloot
Het ene scenario mag dan realistischer zijn dan het andere, ze leggen niettemin bloot welke praktische en ethische afwegingen moeten worden gemaakt, zeggen de deelnemers. Komen studenten nog naar een campus als die slecht bereikbaar is? Als leren vaker vanuit huis of andere locaties gebeurt, is het dan de verantwoordelijkheid van de instelling om studenten te voorzien van goed materiaal en een goede internetverbinding? En hoever mag een instelling gaan in het beïnvloeden van de privé-omgeving vanwaaruit iemand leert?
Wie graag nadenkt over zulke vragen, kan de regiobijeenkomst op 25 mei (Fontys Hogeschool Eindhoven) of 1 juni (Universiteit van Amsterdam) bijwonen. Tevens kan hier een online vragenlijst worden ingevuld.
Meest Gelezen
Internationale studenten Maastricht faliekant tegen verplichte cursus Nederlands
Alleen bèta’s tegen Erkennen en Waarderen
‘Digitalisering slecht voor staf- en studentenwelzijn’
VVD en CDA willen weer terug naar prestatiebekostiging in het hoger onderwijs
“Internationalisering van de universiteit moet geen zelflikkend ijsje worden”
