“Internationalisering van de universiteit moet geen zelflikkend ijsje worden” 

Nieuws | de redactie
15 mei 2023 | “Wie diversiteit en inclusie hoog in het vaandel voert, moet kunnen leven met intellectuele en talige diversiteit. Als de universiteit een Engelstalige monocultuur wordt, belanden we pas écht in middeleeuwse toestanden met hun vervaarlijke afstand tussen hoogopgeleiden en de rest”, zo waarschuwt Frits van Oostrom.

Afgelopen vrijdag nam Frits van Oostrom na ruim 40 jaar hoogleraarschap Nederlandse letterkunde afscheid van de Universiteit Utrecht. Bij zijn afscheid stond hij stil bij het belang van interdisciplinair onderwijs en waarschuwde hij de universiteit om van het Engels geen monocultuur te maken; juist omdat de verbinding met de samenleving zo belangrijk is.  

Een sleutelmoment in zijn carrière was zijn tijd aan Harvard, zo stipte Van Oostrom aan. “Daar heb ik van dichtbij gezien dat het mogelijk is universitair toponderzoek te verweven met liberal arts onderwijs, waarbij studenten in de eerste jaren volop in de breedte kunnen gaan. Op Harvard vond dit destijds zijn bekroning in het zogeheten core curriculum. De filosofie daarachter was dat het niet primair om de algemene ontwikkeling ging van Harvard-studenten, maar om wat de studiegids benoemde als approaches to knowledge: inzicht bieden in de manier waarop onderscheiden wetenschappen hun object benaderen, hun vragen formuleren en naar antwoord zoeken.” 

Het beste wat Harvard te bieden heeft 

Sinds zijn terugkomst uit Harvard heeft het ideaal Van Oostrom niet meer losgelaten en wilde hij iets hiervan aan Nederlandse universiteiten realiseren. “In Utrecht heeft het even geduurd voordat ik hiervoor bedding vond, maar uiteindelijk is dit gelukt in het Descartes College: Utrechts landelijk unieke, universiteitsbrede honoursprogramma op bachelorniveau voor studenten die wat meer willen en aankunnen. Bij Descartes heb ik acht jaar lang gemengde groepen studenten mogen begeleiden uit alle studierichtingen: geneeskunde, geowetenschappen, geschiedenis, kunstmatige intelligentie.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

“Voor de toekomst is mijn hartenwens dat iets van het Descartes-programma, kruisbestoven met de filosofie van Harvard’s core curriculum, zal worden verwerkelijkt in al onze bacheloropleidingen.” 

Goed voor de doorbloeding van de instelling 

Over de naam van zo’n breed gedragen bachelorproject heeft hij ook al nagedacht, zo gaf hij aan in een afgeladen Domkerk in Utrecht. “Als benaming zou ik denken aan het Horizon-programma, bedoeld om vergezichten aan te bieden naast de vakstudie. Het neveneffect zou ongemeen bindend kunnen zijn en goed voor de doorbloeding van de instelling; geen overbodige luxe in een wereld met zoveel versplintering. En ik maak me sterk dat heel wat collega’s graag hun vak aan een brede studentengemeenschap zouden willen presenteren.” 

“Een academische bul is tenslotte geen ticket naar een enkelvoudige bestemming, maar een paspoort voor hoogwaardig burgerschap in een open samenleving. Daar hoort inzicht in cultuur, maatschappij en natuur bij.” 

Bij het scheiden van de markt 

In zijn afscheidsrede staat de hoogleraar ook stil bij de voertaal die hij in zijn wetenschappelijke werk altijd heeft gebruikt. “Mijn wetenschappelijke voertaal is altijd hoofdzakelijk het Nederlands gebleven. Dat heeft ontegenzeggelijk nadelen gehad en mij internationaal gesproken te veel achter een doorkijkspiegel laten zitten. En dat is vandaag de dag zo tegendraads, dat ik bij het scheiden van de markt behoefte voel er iets van te rechtvaardigen. In hoofdzaak zijn mijn motieven drieërlei geweest.” 

In de eerste plaats moet in interpretatieve vakken zoals die van Van Oostrom alles in taal worden gevangen. “Cijfers zijn uitermate welkom, digitale data zijn een aanwinst, maar de bewijskracht van getallen kan bij ons niet zonder op zijn minst equivalente precisie in de woorden. Modale bepalingen zijn onze decimalen. Dat vereist aanmerkelijke taalbeheersing, en met alle respect voor mijn eigen Engels en voor hoe mij dat op Harvard afging, weet ik toch als eerste dat dat Engels lang niet zo compleet is als mijn Nederlands – die prachtige taal waarin zich alles laat uitdrukken wat je maar zou willen, als je maar je best doet.” 

Je wilt op je allerbest zijn 

“Alleen al om die reden blijf ik bij hoge voorkeur schrijven in mijn moedertaal”, zo zegt Van Oostrom. “De eerste die je leert, de laatste die je vergeet. Minstens zo belangrijk als het publiceren is het onderwijs. Ook daarin wil je toch het liefste op je allerbest zijn. En dat betekent niet slechts informatie overdragen, maar ook bezielen, inspireren en jonge mensen raken. Dat soort effecten zijn moeilijk meetbaar en behoeven niet speciaal getoetst te worden, maar je voelt ze wel als een college slaagt.” 

Het is vanwege die eigen taalbeheersing waarom de hoogleraar letterkunde het liefst is blijven doceren in het Nederlands “Voor velen zijn het juist die ervaringen die hun het beste bijblijven van onderwijs, waarbij de rol van humor en emotie niet te onderschatten valt. Veel liever dan te onderpresteren in het Engels ben ik daarom liefst blijven doceren in het Nederlands. De enige taal waarvan ik alle registers kan bespelen.” 

Behoefte om maatschappelijk relevant te zijn 

Volgens de Utrechtse hoogleraar hecht hij ook aan het Nederlands op de universiteit vanwege de maatschappelijke rol die de universiteit moet spelen. “Mijn derde motief ligt strikt genomen buiten de universiteit en hangt samen met mijn sterke drang een veel breder publiek te bereiken dan enkel de collega’s. Misschien schemert daarin nog iets door van de behoeften uit de jaren ‘70 om met de Neerlandistiek maatschappelijk relevant te zijn. In elk geval, dat brede publiek bestaat terdege en is zeer groot en serieus te nemen in het Nederlandse taalgebied.” 

Van Oostrom beschouwt het als een aspect van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Volgens hem is het precies deze verantwoordelijkheid “waar onze universiteiten tegenwoordig zo graag prat op gaan om ook dit bredere publiek te blijven bedienen en ons niet enkel leeg te schrijven in artikelen voor vakgenoten, maar op gezette tijden ook boeken af te leveren die leesbaar zijn, met behoud van wetenschappelijke standaarden”. 

De universiteit moet de Nederlandse cultuur niet cancelen 

Er speelt voor de Utrechtse hoogleraar echter ook het punt van academisch burgerschap in een verbonden samenleving. “De taal van onze wetten, de taal van de Statenbijbel, de taal van onze media, het parlement, de taal van de straat, van Van Kooten en De Bie: die taal moet de universiteit niet cancelen.” 

“Begrijp me niet verkeerd: ik heb er geen moment behoefte aan collega’s af te praten van hun Engels en mag het zijn ook wel eens Frans of Duits”, zo zegt Van Oostrom. “Ook op dit gebied wil ik juist weg van de polarisatie en erop vertrouwen dat disciplines zelf wel weten welke voertaal hen het beste past; maar onze internationalisering moet geen zelflikkend ijsje worden.” 

“Juist wie diversiteit en inclusie hoog in het vaandel voert, moet kunnen leven met intellectuele en talige diversiteit, en dus het Nederlands als taal van wetenschap weten te integreren in Erkennen en Waarderen en hen die dit beogen het Nederlands niet tegenhouden. Als de universiteit een Engelstalige monocultuur wordt, belanden we pas écht in middeleeuwse toestanden met hun vervaarlijke afstand tussen hoogopgeleiden en de rest.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK