Kamer wil sneller eind aan dierproeven in wetenschap, ministers dralen 

Nieuws | de redactie
10 mei 2023 | De Tweede Kamer dringt aan op een versneld afscheid van dierproeven. Ministers Adema (LNV) en Dijkgraaf (OCW) vinden dierproeven nog steeds nodig voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Adema verschuilt zich daarbij achter de EU, Dijkgraaf wijst naar de universiteiten, zo bleek tijdens het recente Commissiedebat dierproeven.
Minister Adema voelt nattigheid bij het dierproevendebat

 

De Wet op de Dierproeven uit 1977 gaat uit van het ‘nee, tenzij’-principe: geen dierproeven als er een alternatief is. De Europese Commissie omarmde ‘nee, tenzij’ in de richtlijnen uit 2010. In 2015 zegde toenmalige staatssecretaris Van Dam (Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid, LNV) toe dat ‘nee, tenzij’ het uitgangspunt bij dierproeven zou zijn. Toch steeg het aantal dierproeven in 2021 tot 500.000. Volgens Kamerlid Thijssen (PvdA) toont de huidige LNV-minister Adema op dit thema “goede wil, maar gebrek aan urgentie en onmacht”, zo bleek tijdens het debat over dierproeven. 

Collega-Kamerlid Wassenberg (PvdD) memoreert dat 85 tot 90 procent van de dierproeven onbruikbaar voor mensen is. Dierproefvrije innovatie leidt dan ook tot betere medicijnen, onderzoek en wetenschap, betoogde hij. Toch weersprak Adema dat. “We hebben het voordeel [van proefdieren] nog steeds nodig voor ziektes, geneesmiddelen, veiligheid voor mens en milieu.”  

Er ligt een aangenomen Kamermotie waarin wordt uitgesproken dat dierproeven niet meer als gouden standaard moeten gelden, memoreerde Kamerlid De Groot (D66). Adema vindt echter dat dierproeven naast dierproefvrije innovatie kunnen bestaan. Voor de christelijke minister vallen dierproeven onder goed rentmeesterschap over “dieren ons toevertrouwd”. 

De 3 tot 6 V’s van dierproeven 

Kamerlid Haverkort (VVD) vermeldt dat er onvoldoende wettelijke borging is voor dierproefvrij onderzoek volgens de huidige 3V-methode (Vervanging, Vermindering, Verfijning). In de regelgeving en de vergunningverlening komt deze verplichting niet expliciet terug. Adema beweert echter dat de veiligheidseisen van de EU onlosmakelijk tot dierproeven leiden, wat de Kamerleden bestrijden; de verantwoording voor dierproeven is niet wettelijk maar wetenschappelijk. Dierproefvrije innovatie begint dan echter alsnog met denken vanuit dierproeven, redeneerde Adema: “Die goede wetenschappelijke basis kan niet zonder dierproeven.” 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Om dit denkbeeld te veranderen willen de Kamerleden nieuwe V’s toevoegen aan de 3V-methode. De vierde V van Versnelling is al in 2014 toegezegd, maar nog niet toegevoegd. De vijfde V, Voorkomen, is de inzet van Kamerlid Graus (PVV). Hij gaat hiertoe een coalitie aan met de PvdD, PvdA, VVD en GL. De Groot kwam zelfs tot een zesde V van ‘Verdonkeremanen’, omdat de minister volgens hem in een realiteit leeft die gescheiden is van moreel-ethische sentimenten in de Kamer, samenleving en wetenschap. 

Gezamenlijk roepen de Kamerleden dan ook op tot overheveling van dierproevenbudget naar dierproefvrije innovatie. Adema is echter niet van zins om te “storten over de schutting”. Er volgt een evaluatie van een proef bij ZonMw, hetgeen gebeurt met de Haagse “snelheid van het licht”. Wassenberg constateert daarmee een gebrek aan reflectie en kwantitatieve doelstellingen: “Als het niet met reflectie gaat, dan zullen we als Kamer maatregelen moeten nemen om dit af te dwingen.” 

Onderzoek en onderwijs op zichzelf aangewezen 

Tot slot doet minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, OCW) nog zijn zegje over innovatie in onderzoek en onderwijs. Wassenberg wees al op de mogelijkheden tot systematische review van onderzoek, eventueel geholpen door kunstmatige intelligentie, om dierproeven minder noodzakelijk te maken. Collega De Groot vulde aan dat dergelijke praktijken bij cardiologen en bij biomedici al veelbelovend zijn. De minister voegt hier zelf stamcellen en computersimulaties aan toe. 

Dijkgraaf sluit zich aan bij zijn collega-minister door te zeggen dat het doel niet minder dierproeven is, maar het genezen van mensen: “We moeten geen [mensen]levens in gevaar brengen.” Hiertoe zijn praktijken zoals experimenten op apen gangbaar, ook al heeft de Kamer dit reeds in een unaniem aangenomen motie verworpen. Het plan tot vermindering van aaptesten is echter deels gekeurd door het instituut dat zelf de experimenten uitvoert. De minister erkent dat meer regie vanuit OCW hierbij gewenst is. Ook onderschrijft hij de twee realiteiten van wetenschap en politiek. 

Wat het onderwijs betreft, wijst Dijkgraaf op de lopende initiatieven: de Kennisagenda, Nationale Wetenschapsagenda en Nationale Sectorplannen. Het beleid is zo een “hele brede portefeuille van investeringen in wetenschappelijke methodes”. Uiteindelijk zijn volgens hem echter “universiteiten en umc’s aan zet”. Daarin heeft OCW “het volste vertrouwen en gepaste afstand”. Hij vestigt zijn hoop op jongeren, want “er is geen gemakkelijkere shortcut dan de volgende generatie in de lead te zetten.”  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK