Internationalisering hoger onderwijs moet zich verhouden tot neo-nationalisme 

Nieuws | de redactie
7 juni 2023 | Internationalisering van het hoger onderwijs staat tegenwoordig steeds vaker in verband met sociale ongelijkheid, terwijl het voorheen werd gezien als een motor voor economische groei. Het is essentieel om bij het bevorderen van internationalisering voorbij de economische voordelen te kijken.
Beeld: Krzysztof Hepner

Nederland heeft een van de meest geïnternationaliseerde hoger-onderwijsstelsels ter wereld, met een aanzienlijk aantal buitenlandse studenten dat hier een universitair diploma wil behalen. In de afgelopen tien jaar is het aantal internationale studenten met maar liefst 206 procent gestegen. Ondanks deze indrukwekkende cijfers neemt in Nederland de roep om regulering van het aantal internationale studenten steeds meer toe, wordt opgemerkt door Marine Condette en Hans de Wit in een onderzoek naar internationalisering.

Wereldwijde inspanningen 

De internationaliseringsinspanningen van Nederland strekken zich wereldwijd uit met de ontwikkeling van mobiliteitsprogramma’s binnen en buiten Europa. Engelstalige programma’s voor studentenmobiliteit blijven daarbij de meest toegepaste vorm van internationalisering, zowel in Nederland als in andere landen. 

De analyse van overheidsbeleidsdocumenten onthult dat het Nederlandse hoger onderwijs verschillende doelen heeft op het gebied van internationalisering. Zo werd het actieplan “Make it in the Netherlands! 2013-2016” opgesteld door de overheid in samenwerking met de koepels van het Nederlandse hoger onderwijs. Daarnaast heeft de gezamenlijke Internationalisatievisie van Nederlandse universiteiten, gepubliceerd in 2014, een sterke focus op marketing en economie. De universiteiten willen Nederland positioneren als een wereldwijd merk en streven naar een plaats in de top vijf van kenniseconomieën. 

Waardevol exportproduct 

In 2014 beschreef minister Bussemaker kennis als een waardevol “exportproduct” en een “visitekaartje” voor Nederland. Ze benadrukte ook het belang van samenwerking tussen industrie en onderwijs om economische doelen in het buitenland te bereiken. Zo werd in 2018 5,9 miljoen euro besteed aan de ‘Study in Holland’-campagne, geleid door Nuffic, benanadrukte hoeveel belang wordt gehecht aan inkomende mobiliteit. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Desalniettemin hebben universiteiten in de afgelopen jaren aan de overheid gevraagd om regulerende maatregelen, bijvoorbeeld een limiet op het aantal internationale studenten en de mogelijkheid om het collegegeld voor niet-EER-studenten verder te verhogen. Deze maatregelen hebben als doel de instroom van internationale studenten te vertragen, wat wijst op een radicale verschuiving in de internationaliseringsstrategie. 

De verzoeken van universiteiten volgen op de negatieve effecten van een hoog aantal internationale inschrijvingen op de onderwijskwaliteit (hoewel wetenschappelijk bewijs daarvoor lijkt te ontbreken) en de samenleving in het algemeen, bijvoorbeeld met betrekking tot huisvestingsproblemen. Het meest recente jaarverslag van de Universiteit van Amsterdam (2021) meldt een stijging van 160 procent in het aantal internationale studenten bij bij bacheloropleidingen tussen 2016 en 2020. Een meerderheid van deze studenten komt uit de EER en kiest voor Nederland vanwege het open inschrijvingsbeleid op bachelorniveau. 

Spiraal naar steeds meer studenten 

Nederlandse universiteiten ontvangen overheidsfinanciering op basis van het aantal ingeschreven Nederlandse en EER-studenten. Dat stimuleert hen om EER-studenten aan te trekken en zo de algehele bekostiging op peil te houden. Deze financiering houdt echter geen rekening met de kosten van internationalisatieactiviteiten, die gecompenseerd zouden kunnen worden door de verhoogde collegegelden van niet-EER-studenten, maar verhoogt vooral het totale aantal studenten. 

Onderzoeken, zoals die van PWC in 2021, hebben aangetoond dat de groei van het aantal studenten momenteel leidt tot een lagere financiering per student. Als het aantal studenten niet stabiliseert, zal dit uiteindelijk financiële druk uitoefenen op andere sectoren, zoals onderzoek. Tevens kan het leiden tot belastingverhogingen of verlaging van de financiering per student, met het risico van een afname van de onderwijskwaliteit. 

Invloed van neo-nationalisme neemt toe 

Bovendien wordt de invloed van neo-nationalistische bewegingen op het hoger onderwijs wereldwijd steeds duidelijker. Landen zoals Oostenrijk, Denemarken, Hongarije, Polen en het Verenigd Koninkrijk, die lange tijd hebben geprofiteerd van en gesteund zijn door open grenzen, dagen tegenwoordig globalisering en de vrije markt uit, constateren Condette en De Wit.  

Neo-nationalistische bewegingen variëren van populistische stromingen tot autoritaire regimes en zijn altijd gekenmerkt door anti-establishment sentimenten, de claim om namens het volk te spreken en oppositie tegen liberale economie en globalisering. Het hoger onderwijs, dat altijd als een intrinsiek onderdeel van de welvaartsstaat werd beschouwd, is nu het doelwit geworden van populistische critici. 

Ook in Nederland wordt via media bezorgdheid geuit over de groeiende aanwezigheid van internationale studenten. Deze bezorgdheid wordt niet alleen gevoed door de kosten die EER-studenten met zich meebrengen en door belastinggeld worden gedekt, maar ook door de extra druk die zij leggen op universitaire faciliteiten en de toch al gespannen woningmarkt in grote studentensteden. 

Angst voor het verliezen van de Nederlandse identiteit 

Het grote aantal Engelstalige programma’s kan ook gemakkelijk worden gebruikt als argument in nationalistische discoursen. De angst om de Nederlandse identiteit en waarden te verliezen, wordt, naast capaciteits- en toegankelijkheidszorgen, vaak aangehaald in de Nederlandse media. Populistische bewegingen die kritiek uiten op de huidige internationale oriëntatie van het Nederlandse hoger onderwijs, slaan daaruit hun slaatjes. 

Het is van cruciaal belang om niet alleen de economische rendementen te overwegen bij het streven naar internationalisering van het hoger onderwijs, aldus Condette en De Wit. Er moet ook aandacht worden besteed aan de mogelijke negatieve impact van internationalisering op het onderwijs en de samenleving. Eventuele effecten die dit kunnen verzachten verdienen eenzelfde aandacht.  

Het Nederlandse voorbeeld illustreert de spanning tussen mondiale doelen en de lokale relevantie van het hoger onderwijs, schrijven de onderzoekers. Het is volgens hen belangrijk om een gebalanceerde benadering te vinden die recht doet aan zowel de economische als de sociale aspecten van internationalisering en rekening houdt met de zorgen van de samenleving, met inbegrip van de opkomst van neo-nationalistische bewegingen. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK