‘Theoretisch beroepsonderwijs’ in plaats van hbo? Het CBS ziet bezwaren
Waaiergedachte
Volgens Dijkgraaf zorgt een waardeoordeel als ‘hoger’ onderwijs voor een onderwaardering aan de onderkant van de onderwijsladder. De minister wil die opinie, mede omdat er grote tekorten zijn aan meer technisch en praktisch geschoold personeel, kantelen tot een waaier van leerrichtingen. Hiertoe heeft hij het CBS laten uitzoeken wat de voor- en nadelen zouden zijn bij een wijziging van naam en/of stelsel op gebied van hiërarchie, herkenbaarheid, bruikbaarheid en benodigde herijking.
Het CBS begint met de constatering dat de term ‘laag’ of ‘lager’ onderwijs niet optreedt in opleidingen; de term ‘middelbaar’ is wel gebruikelijk, terwijl ‘hoog’/’hoger’ alleen voorkomt in vergelijking tot ‘middelbaar’ onderwijs. Deze indeling is vrij vergelijkbaar met het buitenland, waar ook slechts in beperkte mate sprake is van een hiërarchie. Wel heet ‘middelbaar’ daar soms ‘secundair’. Ten opzichte van België, Duitsland, Engeland en Noorwegen is er dus geen uitzonderlijke situatie.
Alternatieven volgens CBS
De voorkeursoptie van OCW was om een onderscheid te gaan maken in theoretische en praktische opleidingen. Het CBS constateert dat dit onderscheid ogenschijnlijk hiërarchisch oordeel vermijdt, maar dat mensen alsnog aan ‘praktisch’ onderwijs het negatieve imago toekennen dat nu aan ‘laag’ onderwijs kleeft. Bovendien is niet direct herkenbaar wat onder praktisch of theoretisch onderwijs valt. Tot slot is de aansluiting van de termen op het bestaande onderwijsstelsel niet geheel naadloos.
Een lichtere aanpassing zou zijn om de onderwijssoorten enkel te hernoemen om de termen ‘hoger’ en ‘lager’ te vermijden. Het mbo wordt hierbij ‘praktisch beroepsonderwijs’ (pbo) en het hbo wordt ‘theoretisch beroepsonderwijs’. Een probleem is dat het hbo lang niet altijd theoretisch van aard is. Ook zouden vmbo en havo moeten worden hernoemd tot ‘voorbereidend beroepsonderwijs’ (vbo), waarbij het onderscheid tussen de twee wel moet worden gehandhaafd. Hierbij is de herkenbaarheid van het onderwijs in gevaar; wel zijn deze termen weinig hiërarchisch en laten zij het stelsel grotendeels intact.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
Andere alternatieven scoren slecht op de criteria van het CBS. De ‘leerjarenladder’, waar het aantal geleerde jaren wordt weergegeven, is niet minder hiërarchisch dan een onderscheid in hoog en laag. Hetzelfde geldt de term ‘doorgeleerd’, die bovendien weinig herkenbaar dan wel toepasbaar blijkt. Nauwere aansluiting bij het Netherlands Qualification Framework (NLQF) heeft hetzelfde manco. Bovendien hebben deze alternatieven vaak invloed op de statistieken die het CBS wil verzamelen. Het bureau zelf is dus ook niet geholpen bij een stevige verandering in de onderwijsindeling.
Onderwijspremie
Niettemin blijft bij Dijkgraaf de wens bestaan om van de hogeronderwijs-hiërarchie een horizontale waaier te maken. Op het jongstleden Comeniusfestival reikte de minister dit jaar voor het eerst ook de Onderwijspremie uit aan mbo-instellingen. De onderwerpen van de mbo-laureaten zullen bekend zijn voorgekomen: interdisciplinair onderwijs, schooluitval en krimpregio’s kregen de mbo-prijzen. Met name het laatstgenoemde thema raakt aan het inbinden van internationalisering door Dijkgraaf.
Op het hbo won NHL Stenden de eerste prijs met het simuleren van verpleegkundige leervormen. De tweede plaats was voor kritisch denken in het hbo, de derde voor een leven lang ontwikkelen in praktijkgericht onderwijs; beide beladen thema’s in de onderwijswaaier. In het wo was de winnaar een onderwerp over estafetteonderwijs. Tweede werd een team dat bezig was met studentenwelzijn, derde een project over de flexibilisering van praktisch onderwijs. De agenda van OCW is duidelijk zichtbaar.
Dezelfde noties over de waaiergedachte werden aangehaald in een artikel van het NWO Magazine. In plaats van het valoriseren van eerder uitgevoerd onderzoek laten wetenschappers het werkveld tegenwoordig eerder meedenken. Dubbelfuncties tussen wo, hbo, mbo en het maatschappelijke middenveld zijn dan ook opkomend. Hierbij is er een herbezinning op het verkrijgen van kennis uit een theoretische lacune ten faveure van het reageren op maatschappelijke problematiek. Soms is er wel nog een wereld te winnen, zoals bij practoren aan wie wordt verteld: ‘mbo doet geen onderzoek’.