Naderende verkiezingen inspireren tot mogelijke bezuinigingen op hoger onderwijs

Nieuws | de redactie
4 augustus 2023 | De hbo-bachelor terugbrengen tot drie jaar, de langstudeerboete herintroduceren, het reisrecht van het ov met een jaar inkorten of alle investeringen in onderzoek terugdraaien? Ambtenaren van het Ministerie van Financiën hebben weer een menukaart opgesteld voor de aankomende verkiezingen.

In aanloop naar de verkiezingen in november gaan partijen hun verkiezingsprogramma weer schrijven, wat ze veelal zullen willen laten doorrekenen door het CPB. Zo wil het CPB partijen helpen om hun partijprogramma financieel en economisch solide te maken, om te voorkomen dat de overheidsschulden te veel oplopen. 

Ambtenaren van Financiën hebben daarom een menukaart met allerlei mogelijke bezuinigingen opgesteld. Ook voor het hoger onderwijs en de wetenschap komen de ambtenaren met een reeks ‘ombuigingen’, die weliswaar zo worden genoemd maar in de praktijk bezuinigingen zijn.  

Korting op de lumpsum 

De meest eenvoudige bezuiniging blijkt de korting van tien procent op de studentgebonden bekostiging voor hogescholen en universiteiten. Dit bespaart 400 miljoen euro aan overheidsuitgaven. Bij masteropleidingen is nog meer geld te halen. Zo zou de masterfase bijvoorbeeld niet meer door het Rijk bekostigd kunnen worden. Deze besparing levert structureel circa 1,3 miljard euro op. Dit impliceert tevens dat een bachelor een volwaardige arbeidsmarktkwalificatie is, zoals ook in sommige andere landen bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, zo stellen de ambtenaren van Financiën.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De masteropleiding wordt in dat geval volledig privaat bekostigd. De Rijksbekostiging komt daarmee te vervallen, maar de instelling kan dit mogelijke verlies in inkomsten compenseren door meer collegegeld te vragen. 

Langstudeerboete terug van weggeweest 

Een andere geopperde bezuiniging is niet geheel nieuw en is door het eerste kabinet Rutte daadwerkelijk ingevoerd: de langstudeerboete. Het collegegeld wordt dan met drieduizend euro per jaar verhoogd voor voltijdsstudenten die langer dan een jaar uitlopen in de bachelor- of masterfase. Instellingen krijgen dan per langstudeerder drieuizend euro minder Rijksbekostiging. Dit bespaart het Rijk structureel 313 miljoen euro. 

Ook kunnen de bachelors in het hbo met een jaar ingekort worden, zodat ze net als op de universiteit bestaan uit drie jaar. Doordat de hbo-opleiding dan minder lang duurt, wordt een besparing bewerkstelligd. Met een prijs van 8.800 euro per student en circa 100.000 hbo-studenten komt dit uit op een besparing van circa 900 miljoen euro structureel. 

Daaraan kleven echter risico’s, zo zeggen de ambtenaren van Financiën – bijvoorbeeld een lager niveau kwalificatie voor de arbeidsmarkt, minder studie- en studentsucces en incidenteel hogere uitvoeringskosten (alle bachelorprogramma’s van alle hogescholen moeten worden aangepast in samenspraak met het bedrijfsleven). Ook de prestaties van hbo-studenten die doorstromen naar het wo kunnen verslechteren. 

Internationale studenten kosten 855 miljoen per jaar, dit blijkt een mooie bezuiniging 

Hoewel er in de onlangs in consultatie gegane wet ‘Internationalisering in balans’ nog met geen woord over is gerept, blijkt in de praktijk dat het verplichten van het Nederlands als onderwijstaal bij bacheloropleidingen ook een mooie bezuiniging kan zijn voor OCW. De ambtenaren van Financiën komen zelfs met cijfers waarmee OCW nooit kwam. “Ongeveer 70 procent (97.222) van de internationale studenten is afkomstig uit de EER, waardoor de Nederlandse Staat ook voor deze studenten een rijksbijdrage aan de instellingen moet betalen van 8.800 euro per student. Dit kost circa 855 miljoen euro in 2023”, rekenen zij voor. 

In die berekening is reeds uitgegaan van een besparing van 350 miljoen door een halvering van het aantal internationale bachelorstudenten wanneer in alle bacheloropleidingen de Nederlandse taal verplicht wordt gesteld. “Het verplichten van het Nederlands als voertaal kan positieve gevolgen hebben voor de kwaliteit omdat het merendeel van studenten in hun moedertaal kan communiceren. Bovendien kan het zijn dat de buitenlandse studenten die nog naar Nederland komen vaker in Nederland blijven werken”, aldus de ambtenaren. 

Nederland wordt wel minder aantrekkelijk 

Ook hierbij ziet Financiën echter wat bezwaren. “Er kunnen ook uitzonderingen gemaakt worden bij het verplichten van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld voor opleidingen voor tekortsectoren of opleidingen met een specifiek internationaal karakter zoals de university colleges. Alle maatregelen gaan ten koste van het internationale karakter en de aantrekkelijkheid van het Nederlandse hoger onderwijs voor studenten, docenten/onderzoekers en het bedrijfsleven”, schrijven zij. 

Rondom studiefinanciering zijn er bezuinigingsopties door de basisbeurs af te schaffen voor kinderen van ouders met een inkomen vanaf 100.000 euro. De opbrengst van deze maatregel zou 240 miljoen euro structureel zijn. Wordt de hele basisbeurs weer afgeschaft, dat levert dat een bedrag van 940 miljoen euro per jaar op. 

OV-kaart is een snoepwinkel voor bezuinigingen 

De OV-kaart voor studenten blijkt een ruim aanbod van mogelijke bezuinigingen te huisvesten . Zo kan het reisrecht met een jaar worden ingekort, kan er een eigen bijdrage van 50 euro per maand worden gevraagd, en zou het stadsvervoer uitgesloten kunnen worden van de OV-kaart. Men kan tenslotte fietsen, zo redeneren de ambtenaren van Financiën. 

Met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek kan er in eerste instantie makkelijk 100 miljoen bezuinigd worden op het toch al karige bedrag voor praktijkgericht onderzoek in het hbo. Daarnaast kunnen alle investeringen van het laatste kabinet Rutte worden teruggedraaid, zoals de starters- en stimuleringsbeurzen en de sectorplannen. 

Promovendi kunnen ook worden gekort 

Ook Promovendi ontspringen met hun bescheiden bedrag van 100 miljoen euro per jaar de bezuinigingsdans niet. Het aantal promovendi is de afgelopen 20 jaar verdubbeld van circa 2500 naar 5000 per jaar, terwijl veel van deze promovendi niet doorgroeien naar een academische baan. Met deze lumpsumkorting van 100 miljoen zou dat 1200 minder promovendi per jaar betekenen.  

Ook kan worden onderzocht of de besparing gepaard moet gaan met een maximumaantal promovendi per wetenschapsgebied. De eerder beschreven toename in promovendi is namelijk niet evenredig over alle onderzoeksgebieden verdeeld. Volgens het CBS betrof in 2021 ruim 38 procent van de promoties in de studierichting Gezondheidszorg, terwijl er maar circa tien procent van de masterstudenten op dit gebied afstudeert. 

Tot slot kan ook bezuinigd worden op matchingskosten voor het Europese onderzoeksprogramma Horizon. “Alles bij elkaar levert dat al snel 1,1 miljard euro aan bezuinigingen op voor alleen het gebied van wetenschappelijk onderzoek”, aldus de ambtenaren. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK