Kamer heeft haast met inperking van studiemigratie
Op de dag dat de Universiteit Maastricht bekendmaakte dat het aantal internationale studenten opnieuw is gestegen dit nieuwe collegejaar en dat 63 procent van de eerstejaars nu uit het buitenland komt, werd er in de Tweede Kamer een hele dag vergaderd over de Algemene Politieke Beschouwingen. Daarbij was wel de vraag hoe om te gaan met migratie toch een thema waar dit kabinet over gevallen is. Hoewel de VVD en de CU het niet eens konden worden over vluchtelingen, is er meer eensgezindheid op het gebied van internationale studenten, zo bleek in de eerste termijn van de Kamer.
Welke stoere keuzes durft de VVD te nemen?
“Als we in de studentensteden komen, horen we de verhalen hoe juist de buitenlandse studenten, waarvan er steeds meer zijn, druk veroorzaken op de woningmarkt,” zo zei de fractievoorzitter van de ChristenUnie, Mirjam Bikker. “We hebben een stagiair op onze fractie: twee derde van zijn collega-studenten politicologie aan de UvA is buitenlands. Is dat de richting die we op moeten? Ik zou mevrouw Hermans daarom willen vragen ook aan te geven welke stoere keuzes de VVD op deze punten maakt, of het nou gaat om arbeidsmigratie of om studentenmigratie.”
De VVD was hier wat weifelend, zo was te merken aan de fractievoorzitter Sophie Hermans. “Wij zijn bereid om een aantal stappen te zetten. Dan gaat het over de taal die op de universiteit of de hogeschool wordt gesproken, maar bijvoorbeeld ook over het instellen van een numerus fixus voor bepaalde opleidingen.”
Wat voegen die buitenlandse studenten toe aan de economie?
De ChristenUnie was al tevreden met deze toezegging, want het huidige beleid kan toch niet in de geest zijn van de liberale VVD-filosofie, volgens Bikker. “Want, eerlijk gezegd, vraag ik mij af wat zó veel buitenlandse studenten politicologie toevoegen aan onze economie, om het maar even in VVD-woorden te zeggen. En dan hebben we het nog over de effecten voor de student die zoekt naar een kamer.”
Het was niet alleen de ChristenUnie die hier aandacht voor vroeg. Ook Pieter Omtzigt kon in zijn korte spreektijd toch nog even aandacht vragen voor migratie en specifiek studiemigratie, en kwam met het voorbeeld uit zijn eigen Twente. “Is het kabinet bereid om de studiemigratie te beperken? De studie bestuurskunde aan de Universiteit Twente is nu in het Engels, terwijl iedereen in het openbaar bestuur toch echt Nederlands spreekt. Is het bereid om daar echt maatregelen tegen te nemen?”
Zorgen over aanstaande bezuinigingen
Een onderwerp dat niet veel de aandacht kreeg in de APB, in aanloop naar de verkiezingen, was het onderwijs, zo stelde Jan Paternotte van D66 teleurgesteld vast. Hij vreest dat een nieuw kabinet op het onderwijs gaat bezuinigen. “De grote, grote zorg van mijn partij is dat de financiële krapte die we nu hebben ertoe leidt dat een volgend kabinet het onderwijs weer het kind van de rekening maakt en erop gaat bezuinigen. Maar investeren in de toekomst van onze kinderen is altijd een goed idee. Als je ergens het verschil kunt maken voor de toekomst, is dat in het onderwijs.”
De fractievoorzitter van D66, Jan Paternotte, somde op wat zijn partij op het gebied van onderwijs allemaal voor elkaar had gekregen. “Inmiddels krijgen 130.000 kinderen een rijke schooldag met sport, cultuur en huiswerkbegeleiding. Inmiddels wordt stagediscriminatie eindelijk echt aangepakt, en geven we studenten weer een basisbeurs, zodat zij volop van het studentenleven kunnen genieten.”
Jan Paternotte waarschuwde alvast zijn collega-Kamerleden dat D66 nieuwe bezuinigingen op het onderwijs niet zal laten gebeuren. “Als er weer plannen komen om te korten op het onderwijs, te korten op de toekomst van kinderen, zullen wij ons daar met alle politieke middelen tegen verzetten.”