NS onderzoekt financiële prikkels om studenten uit de spits te weren
Tijdens de totstandkoming van het leenstelselakkoord tussen PvdA, GroenLinks, D66 en de VVD in 2014 spraken die partijen af dat er minder geld vanuit de studiefinanciering naar vervoersbedrijven zou gaan voor de bekostiging van het studentenreisproduct. Hiermee was destijds een bedrag van 200 miljoen euro gemoeid, dat zou moeten terugvloeien naar de kwaliteit van het hoger onderwijs. Concreet werd afgesproken om studenten uit de spits te weren, wat veel inzet van materieel en personeel scheelt. Nu, tien jaar later, staat het versoberen van de OV-kaart nog steeds op de lijst van mogelijke bezuinigingen die het kabinet presenteert in aanloop naar nieuwe verkiezingen.
De NS werkt aan een voorstel
Veel hoger onderwijsinstellingen waren in de afgelopen jaren niet bereid hun lesroosters aan te passen om studenten uit de spits te weren. Daarom onderzoekt de NS, met toestemming van staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat (CDA), de mogelijkheid om financiële prikkels in te voeren. Volgens de staatssecretaris hebben eerdere afspraken “onvoldoende resultaat opgeleverd. Daarom laat ik de ruimte om de komende periode na te denken over het differentiëren van tarieven. Er ligt op dit moment nog geen compleet uitgewerkt voorstel. Ik creëer op dit moment ruimte voor NS om met voorstellen te komen.”
Daarnaast is er een discussie gaande over de kosten van het studentenreisproduct. Die zijn inmiddels opgelopen tot 1 miljard euro per jaar en vormen ongeveer een kwart van de jaarlijkse inkomsten van vervoersbedrijven. OCW stelt voor om dit bedrag met 260 miljoen euro te verlagen. Uit een recente peiling blijkt namelijk dat studenten minder reizen dan voorheen. Vervoersbedrijven stellen echter dat deze meting vertekend is omdat die deels tijdens de coronaperiode is uitgevoerd.
OCW wil niet langer het ondernemersrisico van de NS dragen
Het verlagen van de betaling aan vervoersbedrijven is voor OCW niet zonder gevolgen. Meer dan de helft van het huidige bedrag komt bij de NS terecht, waarmee OCW contractuele afspraken heeft. Kort gezegd ligt een deel van het ondernemersrisico van de NS bij OCW. Lijdt de NS verlies door wijzigingen in het studentenreisproduct, dan moet OCW daarvoor opdraaien.
Hoewel OCW niet langer bereid is het ondernemersrisico van de NS te dragen, willen de ministeries van Infrastructuur en Waterschap en Financiën dat OCW wel garant blijft staan voor de NS, zo staat in een ambtelijke notitie. “Voor IenW (en FIN!) [Ministerie van Financiën, red.] is van belang dat NS (net als nu) beschermd wordt tegen wijzigingen die OCW aanbrengt in het studentenreisproduct. Dit is voor NS een groot financieel risico dat zij niet kunnen beheersen. OCW heeft principiële bezwaren tegen het continueren van de huidige afspraak dat OCW NS moet compenseren voor beleidswijzigingen op het studentenreisproduct.”
Het is aan een nieuw kabinet
Eventuele wijzigingen in het studentenreisproduct zullen waarschijnlijk gekoppeld worden aan een nieuw coalitieakkoord, zo stellen de ambtenaren van Infrastructuur en Waterstaat. “Op dat moment kunnen ook financiële afspraken worden gemaakt. Verder is het ondoelmatig om grote wijzigingen in het studentenreisproduct door te voeren. De relatief beperkte besparing voor OCW weegt niet op tegen de impact op het hele OV.”
Anderhalve week geleden is OCW om een reactie gevraagd over deze garantstelling, maar een antwoord is tot nu toe uitgebleven. Vandaag, maandag 25 september, vindt er in de Kamer een hoorzitting plaats met de vervoersbedrijven over de nieuwe concessie tussen het Rijk en de vervoersbedrijven.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Schade door aangekondigde langstudeerboete doet zich nu al voor”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”