VVD wil meer grip op het hbo en het onderscheid tussen hbo en wo verder aanscherpen
Het is de eerste partij die een concept-verkiezingsprogramma presenteert. Het programma bevat enkele opvallende voorstellen voor het hoger onderwijs. Opmerkelijk is dat de VVD nu, als laatste partij, ook voorstander is van het behoud van de basisbeurs.
Verschil tussen beroepsonderwijs en academisch onderwijs is essentieel
Daarnaast benadrukt de VVD het belang van het handhaven van een duidelijk onderscheid tussen hbo en wo. “We willen ervoor zorgen dat elke student over solide basisvaardigheden beschikt en na afronding van de opleiding uitzicht heeft op een baan. Voor dit doel is goede voorlichting over baankansen, salarissen en het verschil tussen beroepsonderwijs en academisch onderwijs essentieel. We zullen ervoor zorgen dat beroepsonderwijs in elke regio toegankelijk blijft.”
Ook willen de liberalen goedkoper studeren mogelijk maken voor studenten in tekortberoepen in zowel het mbo als het. “Voor tekortberoepen schaffen we het lesgeld in het mbo af en verlagen we het collegegeld in het hoger beroepsonderwijs. We stellen ook limieten aan de hoogte van het collegegeld voor een tweede opleiding.”
Hbo wordt vaker getoetst op arbeidsmarkt
Een andere aanpak om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren, is door de macrodoelmatigheid van opleidingen in het mbo en hbo beter te waarborgen. “Het is van groot belang dat we mensen opleiden voor beroepen waar onze arbeidsmarkt daadwerkelijk behoefte aan heeft. In het hoger beroepsonderwijs zal er periodiek een arbeidsmarkttoets worden uitgevoerd. Beroepsopleidingen in het mbo en hbo met beperkte baankansen zullen een numerus fixus krijgen of worden stopgezet. Door goede baankansen willen we het hbo aantrekkelijker maken voor vwo-scholieren.”
De VVD wil ook de gestarte toekomstverkenning gebruiken om te bezien hoe het stelsel vernieuwd kan en moet worden. Daarom willen ze capaciteitsbekostiging invoeren en zorgen voor een duidelijker onderscheid tussen beroepsonderwijs en academisch onderwijs. “De wet hoger onderwijs wordt gemoderniseerd, zodat instellingen hun aanbod makkelijker kunnen vernieuwen”.
Deze twee laatste punten zijn ook nadrukkelijk naar voren gebracht door UNL in de recente toekomstverkenning en het verkiezingsmanifest. Daar lijkt de VVD nu ook naar te luisteren.
Verplicht leven lang leren-aanbod
De VVD benadrukt ook het belang van Leven Lang Ontwikkelen en wil dat publieke bekostigde onderwijsinstellingen hun aanbod beschikbaar stellen aan volwassenen en werkenden. Prioriteit wordt gegeven aan tekortberoepen, mbo en mkb. Oud-studenten behouden na hun afstuderen vijf jaar lang toegang tot lesmateriaal en andere leermiddelen.
De VVD streeft ernaar de wetenschap meer te laten bijdragen aan de economie, wat een verschuiving in het aanbod van opleidingen en onderzoek in Nederland vereist. “We zullen een strategische kennisagenda opstellen om kennis beter te vertalen naar de economie en de maatschappij en om deze te gebruiken voor maatschappelijke transities. We willen profiteren van de kansen die Europese samenwerking biedt, samenwerken met Europese universiteiten en gerichte keuzes maken, zodat onderzoeksfondsen meer worden besteed aan bijvoorbeeld technisch, medisch en bèta-onderzoek.”
Topwetenschap met objectieve criteria
De VVD uit ook kritiek op het Erkennen en Waarderen-programma, dat wetenschappers op een meer subjectieve manier wil beoordelen. Volgens de VVD is dit niet nodig, en ze pleiten ervoor dat het budget voor topwetenschap wordt verdeeld op basis van objectieve indicatoren. Ze willen de uitbreiding van kenniscampussen stimuleren om valorisatie en ondernemerschap te bevorderen.
Wat betreft internationalisering, erkent de VVD de waarde van internationale studenten, onderzoekers en samenwerkingen voor het onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Ze willen echter meer controle over wie er naar Nederland komt om te studeren, waarbij instellingen een numerus fixus kunnen opleggen voor het aantal internationale studenten. Ze benadrukken echter dat deze maatregelen rekening moeten houden met regionale omstandigheden.
Tenzij Engelstalig onderwijs noodzakelijk is voor de arbeidsmarkt
Ook op het gebied van de Nederlandse taal is de VVD gematigder. “Bacheloronderwijs is Nederlandstalig, tenzij Engelstalig onderwijs noodzakelijk is voor de arbeidsmarkt. In niet-tekortsectoren moeten onderwijsinstellingen terughoudend zijn met werven.
We stimuleren briljante studenten om in Nederland te blijven, en internationale studenten die we toelaten, worden aangemoedigd om Nederlands te leren zodat ze na hun studie vaker in Nederland gaan werken.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap