‘Kies eens voor het mbo in plaats van altijd maar het hbo of de universiteit’
De OESO heeft onlangs het Nederlandse beroepsonderwijs onder de loep genomen. De conclusie luidt dat het mbo een imagoprobleem heeft, terwijl mbo’ers juist nu een enorme impact kunnen hebben. Zij bezitten vaardigheden die nodig zijn in een reeks van knelpuntberoepen, inclusief beroepen die verband houden met de energietransitie, zo schrijft de OESO. Bovendien reageert het Nederlandse beroepsonderwijs tamelijk goed op de veranderende arbeidsmarktbehoeften, zo stelt de OESO. De responsieve kwalificatiestructuur rond beroepsopleidingen zorgt daarvoor.
Blijf het curriculum in het mbo innoveren
Herziening van curricula kan ervoor zorgen dat het mbo nog meer inspeelt op de veranderende vraag van de arbeidsmarkt. Daarom beveelt de OESO aan om curricula, zoals dat is vastgelegd in de kwalificatiestructuur, te blijven innoveren.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
De vroege selectie in het Nederlandse onderwijs, waarbij leerlingen al op twaalfjarige leeftijd in een onderwijskolom worden geplaatst, draagt bij aan het stigma van het beroepsonderwijs in Nederland, zo waarschuwt de OESO. Omdat steeds meer studenten zich inschrijvingen voor academische opleidingen en er grote verschillen in de prestaties van studenten binnen deze trajecten zijn, concludeert de OESO dat het keuzeproces van leerlingen faalt. Kortom, het onderwijssysteem in Nederland is niet goed toegerust om leerlingen daar te plaatsen waar zij hun potentieel het beste kunnen verwezenlijken.
Vroege selectie maakt mbo bijzonder onaantrekkelijk
Een dergelijke inconsistente selectie van talent ondermijnt de legitimiteit van het beroepsonderwijs, zeggen de onderwijsexperts. Vroege selectie wordt daarnaast geassocieerd met ongelijkheid in onderwijsresultaten. Nederland zou beroepsopleidingen juist aantrekkelijker moeten maken om het toekomstige aanbod van technische opleidingen te waarborgen.
Het samenvoegen van een aantal bestaande vmbo-trajecten en het promoten van brede scholen in het voortgezet onderwijs kan daaraan bijdragen, aldus de OESO. Zo wordt het beslismoment voor leerlingen vereenvoudigt en worden barrières weggenomen omdat de mobiliteit tussen verschillende sporen in het onderwijs groter wordt en de complexiteit voor ouders en leerlingen afneemt.
Beter later selecteren
Het wegnemen van vooroordelen en discriminatie kan eveneens bijdragen aan het verbeteren van het imago van het beroepsonderwijs, zegt ook de OESO. Niettemin ziet de organisatie een later selectiemoment als een betere manier om deze doelstelling te bereiken.
Demissionair minister Dijkgraaf laat vandaag in de Telegraaf optekenen dat ook hij met dit probleem van het beroepsonderwijs in de maag zit. Het is helemaal niet gek om na het afronden van een havo- of vwo-traject voor een mbo-opleiding tot kapper of schilder te kiezen, zegt hij. In een brief aan alle leerlingen die volgend jaar eindexamen doen, wijst hij hen op de mogelijkheid van een keuze voor een mbo-opleiding.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Taal- en rekentoetsen hebben lerarentekort vergroot maar kwaliteit pabo niet verbeterd