‘Wie kritisch denken wil aanleren, moet het wel voorleven’
Kritisch denken is een van de vaardigheden die centraal staan in het hoger. Hoewel er verschillende definities en toepassingen bestaan, wat bleek uit een eerder verschenen artikel van Avans Hogeschool, overlappen ze elkaar bij het benoemen van een onafhankelijke en autonome houding en het zorgvuldig kunnen afwegen van betrouwbare (wetenschappelijke) informatie en bronnen. Kritisch denken heeft daarnaast een link met ethisch handelen – ook een vaardigheid of competentie waaraan het hoger onderwijs belang hecht. Studenten moeten immers ook op moreel en ethisch vlak de juiste afwegingen kunnen maken.
Ontwikkelingen getuigen niet van kritisch denken
Huidige ontwikkelingen in het hoger onderwijs lijken echter wortels in de grond van het kritisch denken te missen. Een aantal van deze ontwikkelingen lijkt zelfs in strijd met zowel de wetenschap als morele aspecten. De bittere paradox hierin is dat we studenten in onze curricula (bijvoorbeeld cognitieve psychologie) onderwijzen hoe mensen leren en denken, maar zelf deze kennis niet naleven bij de inrichting van het onderwijs. Hieronder geef ik een paar voorbeelden van ontwikkelingen die niet gebaseerd lijken te zijn op kritisch denken.
Niet meer actief aanbieden van vakkennis en rol docenten
Ten opzichte van vroeger is in het huidige hoger onderwijs veel vakkennis, vakinhoud en structuur verdwenen. Er wordt weinig theorie aangeboden en in het hbo zijn hoorcolleges soms helemaal in de ban gedaan. Studenten kunnen informatie zelf opzoeken, wordt wel beweerd. Onderwijspsychologen en cognitieve psychologen beweren juist dat studenten in de eerste jaren van hun studie juist inhoud en structuur nodig hebben. Vakkennis is bovendien een voorwaarde voor kritisch denken, dat om betrouwbare informatie vraagt. Men kan niet kritisch denken zonder gedegen kennis te hebben. Bovendien zien zowel studenten als het werkveld deze vakkennis als een belangrijke competentie.
In de eerder in ScienceGuide verschenen artikelen van Meester, Bergsen en Kirschner (2017) en Jansen (2023) wordt dit helder uitgelegd. De belangrijkste conclusie van beide artikelen is dat kennis en vaardigheden onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en dat de ontwikkeling ervan bij studenten niet vanzelf gaat. Studenten hebben docenten nodig die de vakkennis op een effectieve en gestructureerde manier overdragen.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
Docenten vormen een bepalende factor voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de prestaties van studenten. Goede docenten hebben een stevige vakinhoudelijk kennis en de benodigde didactische vaardigheden. Met de huidige ontwikkelingen verandert de rol van docent echter in die van coach, wat een devaluatie van het beroep is.
Steeds grotere learning communities
De voordelen van kleine klassen zijn algemeen bekend, zowel voor studenten als docenten. De prestaties in kleinere klassen zijn beter. Daarnaast bevorderen kleine klassen het sociaal-emotionele welbevinden van studenten: er is simpelweg meer individuele aandacht en er kan een betere relatie tussen de docent en de student worden opgebouwd.
Natuurlijk komen hierbij financiële factoren kijken en is een kleine klas niet altijd mogelijk. De huidige trend is echter dat de klassen steeds groter worden, tot soms wel 100 studenten in een learning community. Dat komt niet overeen met alles wat we weten over klassengrootte.
Fysieke inrichting onderwijslocaties
Op hogescholen wordt flink verbouwd blijven steeds minder ‘klassieke’ leslokalen over. In plaats daarvan verschijnen grote, multifunctionele open ruimtes. In de ruimtes werken de eerdergenoemde learning communities en docenten (die nu ‘coaches’ zijn) aan projecten en opdrachten.
Ongeveer een op de vijf studenten en docenten heeft een prikkelverwerkingsstoornis die gerelateerd kan zijn aan bijvoorbeeld ADHD of zich op het autismespectrum bevindt. Zij kunnen minder goed tegen harde geluiden en andere prikkels. De grote open ruimtes zijn daarom een ramp voor deze studenten en docenten. Hogescholen zeggen dat ze inclusief zijn, maar gaan met het optuigen van grote open ruimtes in tegen het belang van veel studenten en docenten.
Ook hier geldt de bittere paradox dat we enerzijds studenten in de sociale wetenschappen onderwijs geven over de prikkelverwerking van mensen met een functiestoornis, maar anderzijds ons onderwijs zodanig inrichten dat het deze hele groep uitsluit.
Verdwijnen mediatheken
Bij een aantal hogescholen zijn de mediatheken verdwenen omdat ze niet meer van deze tijd zouden zijn. Studenten kunnen digitaal lezen en de tastbare boeken zijn daarom overbodig, luidt de renedering.
Uit steeds meer onderzoeken blijkt echter dat digitaal lezen minder effectief is dan fysiek lezen. In Zweden komt men zelfs al terug op de beslissing om het aantal mediatheken te verminderen. De student in Nederland die nu toch een fysiek boek wil lenen, zal daarvoor naar een externe bibliotheek moeten gaan.
Het verdwijnen van mediatheken en het minder actief aanbieden van vakkennis betekent dat studenten minder makkelijk toegang hebben tot boeken, vakkennis en wetenschap. Deze verminderde toegang tot kennis en feiten kan een vaardigheid zoals kritisch denken negatief beïnvloeden. Het beschikken over accurate en juiste informatie is immers een wezenlijk onderdeel van kritisch denken.
Reageren op dit stuk middels een ingezonden bijdrage? Neem contact op met de redactie via redactie@scienceguide.nl.
Door studenten enerzijds kritische denkvaardigheden te willen bijbrengen maar hen anderzijds steeds minder toegang tot vakkennis te bieden, werkt het hoger onderwijs zichzelf tegen en levert het beginnende professionals af die minder kritisch en bekwaam zullen zijn. Daarnaast krijgen studenten het slechte voorbeeld mee van een instelling die wel de kennis in huis heeft om iets op de juiste manier te ontwerpen, maar die kennis onbenut laat.
Goede voorbeeld geven bij kritisch denken
Als reden voor bovengenoemde onderwijsontwikkelingen wordt vaak de snel veranderende samenleving genoemd. Juist zo’n samenleving heeft echter behoefte aan kritische denkers met een flinke bagage aan vakinhoudelijke kennis. Daarom wil ik eenieder oproepen om heel goed en kritisch na te denken over de verregaande beslissingen die in het hoger onderwijs worden. Als we kritisch denken en ‘evidence-informed’ werken zo belangrijk vinden, laten we dan als onderwijsinstellingen tenminste zelf het goede voorbeeld geven.
Dr. Tina ten Bruggencate is onderzoeker bij het Mens en Technologie van Fontys Hogescholen.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Schade door aangekondigde langstudeerboete doet zich nu al voor”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”