Partijen strijden stevig om stem van groene student
De gemiddelde leeftijd van agrarische bedrijfshoofden in Nederland is 58 jaar, bleek uit een inventarisatie door argrimarketingbureau AgriDirect. Die inventarisatie toonde tevens aan dat slechts 45 procent van zestigjarige of oudere bedrijfshoofden een opvolger heeft. Daarnaast is slechts vier procent van de Nederlandse boeren jonger dan 35 jaar.
Niettemin streden twaalf politieke partijen stevig om de stem van deze jonge boeren. Dat deden ze tijdens het Jonge Boeren Verkiezingsdebat bij Aeres Hogeschool Dronten, in het bijzijn van een grote groep studenten. “Het feit dat hier zo veel studenten zijn, laat aan politici zien dat we naar hun verhaal willen luisteren – of ze nu links, rechts of uit het midden bent”, aldus debatleider Roy Meijer.
Studenten van Aeres aan het woord
Enkele studenten lichtten voorafgaand aan de verschillende debatrondes toe wat voor hen op het spel stond. Zo vertelde een Aeres-student Tuinbouw, Akkerbouw en Ondernemerschap, tevens een jonge akkerbouwer, over de problemen die ontstaan als bepaalde gewasbeschermingsmiddelen wegvallen en niet worden vervangen door alternatieven. “Iedereen zegt dat het slecht is voor het milieu, maar je wilt ook geen zieke planten of rot voedsel. Als boeren willen we zo min mogelijk middelen gebruiken, maar we willen ook gezonde gewassen. Hier maak ik me dus best wel zorgen om.”
Een laatstejaars student Bedrijfskunde & Agrifoodbusiness benadrukte op zijn beurt dat Nederland en Europa een verantwoordelijkheid hebben voor de voedselzekerheid in de rest van de wereld. “Daarvoor hebben we heel veel jonge boeren nodig, dus ik ben benieuwd hoe partijen het bestaansrecht van die boeren willen inkleuren.”
Baseer je op de kennis die wij bij Aeres hebben
“Boer zijn is een hogeschoolvak geworden”, zei SGP’er André Flach al vroeg in het debat. Hij bestempelde twee zaken als wezenlijk zijn voor het toekomstperspectief van jonge boeren, waaronder het inzetten op innovatie en emissiemanagement. “Hier [bij een groene hogeschool zoals Aeres, red.] wordt geleerd hoe dat kan gebeuren.”
Bij Aeres leidt men studenten echter niet op voor een bepaald landbouwsysteem, bleek uit de woorden van Aeres-bestuursvoorzitter Bastiaan Pellikaan na afloop van het debat. “Wij doen hier heel veel praktijkgericht onderzoek, en op basis van kennis en onderzoek maken onze studenten keuzes. De een gaat daarbij meer linksaf, de ander meer rechtsaf. Laten we niet te veel leunen op meningen, maar ons baseren op kennis, feiten en het onderzoek dat wij hier doen.”
Laat je niet in de val lokken
Dat er genoeg ‘links’ en ‘rechts’ verhalen te beluisteren waren, bleek al snel. Zo weet Sieta van Keimpema, kandidaat-Kamerlid voor BVNL en voorvrouw van het zogeheten Farmers Defence Force, zo’n beetje alle lastige regels waarmee boeren te maken krijgen aan politieke onwil. In een debat over het al dan niet verkleinen van de veestapel pleitte zij voor “meer, meer in plaats van minder, minder” en een gang naar Brussel om daar uit te leggen hoe het beter kan.
Keimpema’s pleidooi werd weersproken door Laura Bromet, Kamerlid voor GroenLinks. “Het is erg om hier verhalen te horen van ‘doorlopen, niets aan de hand, we moeten gewoon de milieuregels aanpassen’. Dat gaat gewoon niet gebeuren”, benadrukte Bromet. “Het is politiek heel destructief om deze jonge boeren voor te liegen. We moeten ons neerleggen bij de afspraken en regels die er zijn en de landing zo zacht mogelijk maken. Als de veestapel krimpt, kan er voor de overblijvende boeren misschien juist meer ruimte ontstaan omdat ze dan niet steeds de grens raken van hetgeen Nederland aankan”, aldus de landbouwwoordvoerder van GroenLinks.
“Ik snap heel goed dat het verhaal van BVNL en BBB aantrekkelijk klinkt, maar het is agrarisch-politiek wensdenken. Laat je niet in de val lokken.”
Aan 2030 kon eerst ook niet worden getornd
De term ‘liegen’ kon BBB-voorvrouw Caroline van der Plas niet bekoren. “Eerst werd ook gezegd dat aan een halvering van de stikstof-uitstoot voor 2030 niet te tornen was. Sinds BBB in de Tweede Kamer zit, is dat jaartal van tafel. Ook de regels voor de aardappeloogst zijn veranderbaar gebleken. Zeg dus niet dat het niet kan, als het via de democratische weg wel kan.”
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
BBB wil daarenboven niet af van de milieuregels maar hekelt vooral de stapeling van nationale regels op Europese regels, zei Van der Plas. “Zo maken we het onze jonge boeren, deze jongens en meiden, steeds moeilijker. Dat kan ertoe leiden, en dat hoop ik niet, dat ze zeggen: ‘ik heb er tabak van, ik ben er klaar mee.’”
Pijn lijden om perspectief te bieden
Ook Harm Holman, kandidaat-Kamerlid voor NSC, vertelde dat er pijn geleden zal moeten worden, maar hij betoogde dat dit op een zo warme en ongedwongen mogelijke manier moet gebeuren. “Het onteigenen en intrekken van vergunningen is het laatste dat ik ons en jullie gun, want dan is er echt geen perspectief voor jonge veehouders. We moeten keuzes maken en een beetje pijn lijden om juist perspectief te bieden aan jullie”, hield hij de studenten voor.
Volgens Holman moet de politiek zich inspannen om perspectief en toekomst te bieden aan jonge boeren. “Ik heb er ook vertrouwen in dat jullie een weg zullen vinden. Dat zal een andere weg zijn, je zult je op duurzaamheid moeten richten, maar als je een goede boer bent, heb je gewoon toekomst.”
Let goed op als het woord ‘innovatie’ valt
D66-Kamerlid Tjeerd de Groot deed tijdens het debat een beroep op het onderwijs. “Wij willen van een chemie-gestuurde landbouw met gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest naar een biologie-gestuurde landbouw. “Daar ligt een enorme vraag voor het onderwijs: hoe zorg je dat je met een vitale bodem naar gezonde gewassen kunt gaan? Voor jonge boeren is het de uitdaging om dat kunstje te leren en ervoor te zorgen dat ze echt vanuit de biologie gaan telen.”
Let ook goed op als het woord ‘innovatie’ wordt gebruikt in debatten over de landbouw, benadrukte De Groot. “Er wordt vaak gezegd: ‘het huidige systeem is al heel goed en innovatief, en als we nog meer innovaties hebben, houden we het huidige systeem nog wel even in stand. Dat kan echter niet. Het huidige systeem heeft geen toekomst; dat schreef Carola Schouten al toen zij minister van Landbouw was in het vorige kabinet. Steek daarin dus geen geld”, hield hij de studenten voor.
“Kijk liever eerst waar je heen wilt voordat je aan innovatie denkt – bijvoorbeeld richting kringlooplandbouw, waarvoor heel veel innovatie nodig is. Je kunt dan richting Brussel een verhaal houden dat logisch is, en jullie kunnen weer wereldwijd koploper in de landbouw worden – maar wel met een ander model.” Zijn partij wil als enige extra investeren in het groene onderwijs, voegde De Groot toe, namelijk 100 miljoen euro.
De Partij voor de Dieren wil ontwikkeling richting een geheel gifvrije akkerbouw zien, vertelde Kamerlid Eva Akerboom. “Vorige week was ik nog bij een groot akkerbouwbedrijf in Zeeland waar je kunt zien dat het gewoon mogelijk is. Het heeft daarnaast heel veel voordelen om met de natuur te werken. Juist deze beroepsgroep heeft immers behoefte aan een schone grond en gezond water. Biologische akkerbouw zorgt daarvoor.”
Huidige problemen zijn resultaat van niets doen
Als een goed VVD’er bepleitte Thom van Campen in een debat over gewasbeschermingsmiddelen om vooral ruimte voor het ondernemerschap bij boeren te laten. De overheid gaat het nooit zo goed doen als ondernemende boeren, en de overheid moet boeren niet vooraf vertellen hoe hun bedrijf eruit moet zien. Dat kunnen boeren beter zelf beslissen, zei hij.
Tegelijkertijd gaf de VVD’er toe dat het uitstelgedrag in de politiek gedurende de afgelopen decennia, waarin zijn partij de afgelopen dertien jaar een belangrijke rol speelde, ertoe heeft geleid dat er nu moeilijke keuzes nodig zijn. “De overheid wilde boeren vooral niet in de weg zitten. De uitspraak van de Raad van State in 2019, het fosfaatrechtenstelsel en het middelenvoorschriftenstelsel waarvan boeren heel veel last hebben zijn uiteindelijk ook het resultaat van niets doen.”