‘Stilteruimtes in alle onderwijsgebouwen in strijd tegen discriminatie’
Op het gebied van stilteruimtes en stagediscriminatie in het hoger onderwijs wordt te weinig vooruitgang geboekt. Dat zegt de Nationaal coördinator tegen Discriminatie, Rabin Baldewsingh, in een onlangs gepubliceerd rapport. De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) is in 2021 ingesteld door het kabinet als aanjager, verbinder en waakhond.
Stilteruimtes voorzien in een behoefte
Inclusieve en toegankelijke stilteruimtes op scholen en hoger onderwijsinstellingen voorzien in een behoefte van meerdere groepen leerlingen en studenten. Dat wordt onderstreept door het landelijk manifest dat verschillende belangenorganisaties in het onderwijs in juli 2023 presenteerden, schrijft de Baldewsingh in het recente rapport.
De bestuurlijke afspraken over het weren van mobieltjes uit de klas laten zien dat het ook zonder wettelijk instrument goed mogelijk is om tot duidelijke regels te komen, aldus de NCDR. “Ik vraag het ministerie van OCW om op dezelfde manier afspraken te maken over het inrichten van stilteruimtes in alle onderwijsinstellingen.”
Het is niet aan de overheid om over stilteruimtes beslissen
De minister heeft naar aanleiding van dit manifest eind augustus al in antwoord op Kamervragen laten weten dat hij geenszins van plan is om met een stilteruimte-dictaat te komen vanuit de Hoftoren. “Zoals gezegd is het aan instellingen om hier, samen met leerlingen, studenten en medewerkers, desgewenst over in gesprek te gaan. Het is aan de instellingen, en niet aan de overheid, om hier vervolgens een afgewogen keuze in te maken. Daarmee zijn wij niet bereid tot het uitvaardigen van een richtlijn”, schreef Dijkgraaf toen.
De minister vindt dat de verantwoordelijk bij de instelling moet liggen. “Het is niet aan de overheid om te treden in de levensbeschouwelijke en pedagogisch-didactische ruimte van instellingen. Scholen en instellingen hebben de ruimte om daar eigen afwegingen in te maken en doen dat ook.”
De Nationaal Coördinator laat nu weten het niet eens te zijn met de minister en wil op dit punt meer daadkracht zien van de minister voor hoger onderwijs en emancipatie.
Essentiële schakel in het antidiscriminatiebeleid
Ook op het gebied van stagediscriminatie in het hoger onderwijs wordt er onvoldoende vooruitgang geboekt, zo stelt de Nationaal Coördinator vast. Daar is ervoor gekozen om stagematching, waarbij een student niet op basis van een ‘klik’ maar op basis van wensen en competenties aan een bedrijf wordt gekoppeld, niet verplicht te stellen. Als reden daarvoor werd aangedragen dat niet alle opleidingen in het hoger onderwijs, vooral in het wo, een stage kennen.
Meldpunten voor stagediscriminatie in het hoger onderwijs vormen een essentiële schakel in het antidiscriminatiebeleid. Studenten weten deze meldpunten echter nog niet altijd goed te vinden en de aanpak is niet eenduidig, schrijft Baldewsingh.
“Ik doe daarom de aanbeveling om zo snel mogelijk te komen tot een model waarbij dataverzameling, registratie van meldingen, onafhankelijk bijstaan van melders, voorlichting en andere procedures en processen, inzichtelijk en vergelijkbaar worden gemaakt. Dit opent ook de deur naar een efficiënte aanpak op landelijk niveau. Het is belangrijk dat het ministerie van OCW actief de opbouw van een kader voor meldpunten stagediscriminatie op onderwijsinstellingen faciliteert en stimuleert om zodoende uniformiteit te borgen.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap