Na Dijsselbloem wil ook NSC bindende afspraken over blijfkans internationale studenten
Onlangs deed de Eindhovense burgemeester Jeroen Dijsselbloem een voorstel om het aantal internationale studenten te kunnen laten groeien in zijn regio: als twee derde van de internationale studenten in Nederland blijft werken, mag een opleiding blijven werven in het buitenland. In Eindhoven ligt die blijfkans al op zestig procent – twee keer zo hoog als het Nederlands gemiddelde van dertig procent.
2,5 miljard euro voor de chipsector
Dit voorstel van Dijsselbloem lijkt een set Kamervragen van Nieuw Sociaal Contract te hebben geïnspireerd. De partij van Pieter Omtzigt reageert daarmee op het convenant dat de regering onlangs sloot met de chipsector en verschillende regio’s om te investeren in de chipsector. Het kabinet maakt 2,5 euro miljard vrij om te investeren in het vestigingsklimaat van de chipsector. Daarmee hoopt het bedrijven zoals NXP en ASML in Nederland te houden. Een deel van het geld zou gaan naar de technische universiteiten in Delft, Eindhoven en Enschede. Ook de RUG profiteert van dit convenant.
Onderdeel van die afspraken is ook het aantrekkelijk blijven voor internationaal talent. Daarom gaat het kabinet tot en met 2030 450 miljoen euro extra investeren in talentontwikkeling. Daarna wordt dat structureel tachtig miljoen euro per jaar. Zo moeten snel meer technici voor de chipsector worden opgeleid, bijvoorbeeld door meer studenten te werven en meer mensen om en bij te scholen. “Omdat dit een nationale opgave is, vraagt het kabinet mbo’s, hbo’s [sic.] en universiteiten in vier regio’s verspreid over het hele land (Groningen, Enschede, Delft en Eindhoven) om op korte termijn samen met de microchipsector met een uitgewerkt plan te komen”, aldus het kabinet.
Blijven instromen
De aantrekkelijkheid van Nederland voor internationaal talent staat onder druk door een wetsvoorstel dat de instroom van het aantal internationale studenten moet beperken. Voor de chipsector blijft echter ruimte om buitenlands talent aan te trekken, is in het convenant afgesproken. “Binnen het Wetsvoorstel Internationalisering in Balans is het mogelijk om toestemming te verkrijgen om bèta- en techniekstudies in het Engels aan te bieden wanneer die van groot economisch en maatschappelijk belang zijn voor de regio en wanneer er grote tekorten op de arbeidsmarkt voor bestaan of dreigen. Hierdoor kunnen internationale studenten in het hoger onderwijs blijven instromen.”
Bovendien is afgesproken dat de kennisregio’s in Delft, Eindhoven, Twente en Groningen de blijfkans voor dit talent vergroten. “Onderdeel van het versterkingsplan is dat samenwerkende ecosystemen in hun plannen voor buitenlandse studenten de stay-rate voor Nederland verhogen.”
De woordvoerder Economische Zaken van Nieuw Sociaal Contract, Femke Zeedijk, wil weten of het kabinet ook muziek ziet in het voorstel zoals eerder door Dijsselbloem is gedaan. “Is het mogelijk om concrete en bindende afspraken te maken over de stay-rate van buitenlandse studenten? En indien ja, hoe kan dat het beste?”
Het kabinet hoopt de blijfkans van internationaal talent te vergroten door meer te investeren in de Nederlandse taalvaardigheid van studenten. Volgens het nieuwe wetsvoorstel moet dit alvast helpen in het verhogen van de blijfkans.
