UvA is Europees kampioen ERC-beurzen voor sociale wetenschappen 

Nieuws | de redactie
22 juli 2024 | De Universiteit van Amsterdam blijkt bijna evenveel winnaars van ERC-beurzen voor sociale wetenschappen te hebben als de nummer twee en drie op die ranglijst samen. De Nederlandse netwerken van universiteiten, die sterk met elkaar samenwerken, dragen hieraan bij, laat nieuw onderzoek zien.
Roeterseiland, Universiteit van Amsterdam

Een recent onderzoeksartikel in wetenschappelijke tijdschrift Heliyon werpt nieuw licht op de carrièrepaden en samenwerkingspatronen van Europese topwetenschappers in de sociale wetenschappen. Het onderzoek, uitgevoerd door een internationaal team onder leiding van Anna Urbanovics, richtte zich specifiek op winnaars van de prestigieuze beurzen van de European Research Council (ERC) in de vakgebieden politieke wetenschappen, communicatie, sociologie en aanverwante disciplines. 

ERC als vlaggenschip 

De ERC is het vlaggenschipprogramma van de Europese Unie voor het stimuleren van excellent onderzoek. Als het aan onlangs herkozen voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen ligt, wordt het financieringsprogramma de komende jaren nog verder uitgebreid.  

De internationale groep onderzoekers wilde in kaart brengen wat wetenschappelijke excellentie volgens de ERC-normen betekent en hoe de carrièrepaden van topwetenschappers in de sociale wetenschappen eruitzien. Ook werd onderzocht welke impact het winnen van een ERC-beurs heeft op de publicatiepatronen en samenwerkingsverbanden van onderzoekers. 

Citaties en H-index 

Voor de analyse werd een uitgebreide database met bibliometrische gegevens van 353 ERC-beurswinnaars in de sociale wetenschappen opgebouwd. De bibliometrische gegevens uit de Scopus-database omvatten onder andere publicatieaantallen, citaties en H-index-scores. Ook de gegevens van meer dan 14.000 co-auteurs werden opgenomen, om zo de samenwerkingsnetwerken in kaart te brengen. 

West-Europese onderzoekers krijgen het vaakst ERC-beurzen, blijkt uit de onderzoeksresultaten. Het Verenigd Koninkrijk en Nederland voeren de lijst aan, gevolgd door Frankrijk, Duitsland en Italië. Oost-Europese landen zijn nauwelijks vertegenwoordigd, met slechts enkele beurzen voor Hongarije, Tsjechië en Polen. Ook op institutioneel niveau zijn het voornamelijk gerenommeerde West-Europese universiteiten die veel ERC-beurzen binnenhalen.

Op basis van kwantitatieve publicatiepatronen konden de onderzoekers een gemiddeld carrièrepad schetsen voor succesvolle ERC-aanvragers. Voor de Starting Grants, bedoeld voor jonge onderzoekers, blijken winnaars gemiddeld 10 publicaties en 7,6 actieve publicatiejaren te hebben. Bij de Consolidator Grants, die bedoeld zijn voor wetenschappers met zo’n tien jaar onderzoekservaring, gaat het om gemiddeld 24 publicaties en 11,9 actieve jaren. 

Bij de Advanced Grants, bedoeld voor gevestigde toponderzoekers, is meer variatie te zien. Het gemiddelde ligt daar rond de 21 publicaties en 20 actieve jaren. Opvallend is dat dan de helft van de publicaties van succesvolle ERC-aanvragers in top Q1-tijdschriften verschijnt. Dat zijn tijdschriften die in het eerste kwartiel zitten van impact- en citatiescores. Dit geldt zowel publicaties voor als na het krijgen van de beurs. 

Volgende stap 

ERC-beurzen zijn daarmee niet zozeer een opstap naar toppublicaties, maar eerder een volgende stap voor onderzoekers die al op hoog niveau publiceren, toont het onderzoek. 

De analyse van co-auteurschapsnetwerken laat wel interessante verschuivingen zien na het winnen van een ERC-beurs, zeggen de onderzoekers. Voor de toekenning publiceren succesvolle ERC-aanvragers vooral als enige of eerste auteur. Na het winnen neemt het aandeel publicaties als laatste auteur of overige co-auteur sterk toe. Dit wijst erop dat er na de ERC-beurs een uitgebreider samenwerkingsnetwerk ontstaat rondom de winnaar, aldus de onderzoekers. 

Meer samenwerking en meer co-auteurs 

Voor Starting Grant-winnaars stijgt het mediane aantal samenwerkingsgroepen van 0 naar 1 en verdubbelt het aantal publicaties als co-auteur. Dit beduidt dat deze beurzen jonge wetenschappers in staat stellen een eigen onderzoeksgroep op te zetten. Bij Consolidator Grants blijft het aantal groepen gelijk, maar verdubbelt het aantal publicaties als co-auteur en neemt de grootte van de groepen significant toe. 

In driekwart van de gevallen werken de onderzoekers na het winnen van de ERC-beurs met grotendeels nieuwe co-auteurs. Voor Advanced Grants blijven de statistieken van de samenwerkingsgroepen gelijk, maar neemt het aantal publicaties als co-auteur wel sterk toe. 

ERC zorgt voor een sterke onderzoeksgemeenschap 

ERC-beurzen hebben een sterk gemeenschapsvormend effect, concluderen de onderzoekers. Ze stellen onderzoekers in staat hun samenwerkingsnetwerken uit te breiden en nieuwe onderzoeksgroepen te vormen. Voor gevestigde wetenschappers biedt het de kans om aan nieuwe, baanbrekende ideeën te werken. 

De winnaars uit toonaangevende landen, waaronder Nederland, zijn homogeen verdeeld in het co-auteursnetwerk. Dit betekent dat ze vaak samenwerken met onderzoekers uit hun eigen land, wat wijst op sterke nationale samenwerkingsteams. Bij Nederland is dit effect bijzonder uitgesproken. Dat duidt op een mogelijke bewuste voorbereiding om sterke nationale samenwerkingsteams te vormen die aan de subsidie-eisen voldoen, aldus de auteurs. 

De UvA is uitzonderlijk 

Bij het tellen van het aantal ERC-beurswinnaars per nationaliteit blijkt niet alleen dat Nederland het als land erg goed doet, maar dat ook de best presterende universiteit op dit gebied in Nederland staat. De Universiteit van Amsterdam telt bijna meer ERC-winnaars dan de tweede en derde universiteit samen. 

De onderzoekers die actief zijn in het samenwerkingsverband met de meeste Nederlandse beurswinnaars zijn met name werkzaam op het gebied van communicatie en informatietechnologie. De belangrijkste onderwerpen waarmee zij zich bezighouden zijn volgens het onderzoek: “verkiezingen, Europees Parlement, referendum, politieke participatie, sociale media en radicaal-rechts en rechts-populisme”. 

De bevindingen sluiten volgens de onderzoekers aan bij enkele bekende wetmatigheden in de wetenschap. Ze bevestigen bijvoorbeeld het ‘Mattheuseffect’, waarbij succes leidt tot meer succes. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK