Veel overdrijving, maar weinig wetenschappelijk onderzoek naar AI in hoger onderwijs
Een recent gepubliceerd onderzoek werpt licht op de opkomst en impact van generatieve AI-chatbots in het hoger onderwijs. De huidige empirische basis is simpelweg niet sterk genoeg om verreikende conclusies te trekken, schrijven onderzoekers Cormac McGrath, Alexandra Farazouli en Teresa Cerratto-Pargman uit Zweden in het gerenommeerde tijdschrift Higher Education.
ChatGPT is als de rekenmachine van de jaren vijftig
Door de jaren heen zijn er talloze voorbeelden van soortgelijke ontwikkelingen in het onderwijs, variërend van de introductie van de rekenmachine in de jaren vijftig tot het wijdverbreide gebruik ervan op scholen. In recentere tijden zien we fenomenen zoals Massive Open Online Courses (MOOCs) in het hoger onderwijs, schetsen de auteurs. Een nog actueler voorbeeld is de opkomst van generatieve kunstmatige intelligentie, die gebruikmaakt van grote taalmodellen zoals ChatGPT. Hoewel deze technologie veel potentie biedt, roept ze ook angst en bezorgdheid op binnen het onderwijs.
De onderzoekers hebben zich gericht op de snelgroeiende invloed van AI-chatbots zoals ChatGPT in het hoger onderwijs. Hun doel was de huidige stand van zaken in kaart te brengen en te analyseren hoe deze technologie het hoger onderwijs beïnvloedt.
Daartoe bekeken ze middels een uitgebreide literatuurstudie specifiek empirisch onderzoek dat is uitgevoerd sinds de introductie van ChatGPT in december 2022, waarbij ze zich vooral richtten op hoe AI-chatbots worden gebruikt in het hoger onderwijs, welke theorieën van leren worden toegepast in studies over AI-chatbots, en welke discoursen over AI in de literatuur te vinden zijn.
Lastig om onderzoeken te vergelijken
De bevindingen van het onderzoek zijn veelzijdig en geven een genuanceerd beeld van de huidige stand van zaken. Ten eerste blijkt er een grote verscheidenheid aan onderzoeksmethoden en steekproeven uit verschillende disciplines te zijn. Dit maakt het lastig om de resultaten onderling te vergelijken. Zo waren de meeste studies verkennend van aard, wat, gezien de recente ontwikkeling van ChatGPT en soortgelijke taalmodellen, niet verrassend is.
Opvallend genoeg maakten slechts drie van de 23 onderzochte studies expliciet gebruik van leertheorieën om het effect van AI-chatbots te onderzoeken. De onderzoekers benadrukken het belang van een sterkere theoretische onderbouwing in toekomstig onderzoek om beter te begrijpen hoe AI-chatbots het leren van studenten beïnvloeden.
Onderwijsonderzoek blijft achter
Een interessante observatie is daarnaast dat de meeste studies over AI-chatbots gepubliceerd werden in tijdschriften die zich richten op technologie en computers in het onderwijs. De auteurs suggereren dat algemene onderwijstijdschriften wellicht achterlopen bij het behandelen van dit onderwerp, wat kan leiden tot een gebrek aan kritische perspectieven vanuit onderwijskundige waarden en ethiek.
Verder ontdekten de onderzoekers dat veel studies gebruikmaken van opgeblazen discoursen waarin AI-chatbots worden geframed als een revolutionaire ontwikkeling of als een existentiële bedreiging voor het onderwijs. Deze claims worden echter vaak niet ondersteund door voldoende empirisch bewijs. De Zweedse auteurs waarschuwen voor het gevaar van dergelijke retoriek en pleiten voor een meer genuanceerde benadering.
Gebaseerd op kleinschalige datasets
Een andere belangrijke bevinding is het gebrek aan robuust bewijs voor de daadwerkelijke impact van AI-chatbots op zowel het leren van studenten als de onderwijspraktijk. Hoewel veel studies positieve effecten suggereren, zijn de meeste onderzoeken gebaseerd op kleinschalige datasets of zelfrapportage, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten beperkt.
De Zweedse onderzoekers probeerden ook in kaart te brengen hoe AI-chatbots worden gebruikt in het hoger onderwijs. Sommige studies onderzochten bijvoorbeeld hoe goed AI-chatbots presteren bij het beantwoorden van examenvragen, terwijl andere zich richtten op de percepties en motivaties van studenten om deze technologie te gebruiken. Tevens werd gekeken naar de houding van docenten ten opzichte van AI-chatbots en de potentiële impact op academische integriteit.
Te vroeg voor definitieve uitspraken
Op basis van hun bevindingen concluderen de onderzoekers dat het nog te vroeg is om definitieve uitspraken te doen over de waarde en impact van AI-chatbots in het hoger onderwijs. De huidige empirische basis is simpelweg niet sterk genoeg om verreikende conclusies te trekken.
De auteurs benadrukken het belang van meer diepgaand en theoretisch onderbouwd onderzoek naar de effecten van AI-chatbots op het leren van studenten en de onderwijspraktijk. Ze pleiten voor een verschuiving van verkennende studies naar meer gerichte onderzoeken die specifieke aspecten van AI-gebruik in het onderwijs onder de loep nemen.
Dystopische of utopische hyperbolen
Daarnaast concluderen de onderzoekers dat er een dringende behoefte is aan kritische reflectie op de discoursen rond AI in het onderwijs. Ze roepen op tot meer nuance in de wetenschappelijke literatuur en waarschuwen voor het bijdragen aan dystopische of utopische hyperbolen bij de framing van onderzoeksresultaten.
Op basis van hun bevindingen doen de Zweedse onderzoekers enkele aanbevelingen voor toekomstig onderzoek. Zo suggereren ze dat studies zich zouden moeten richten op verschillende groepen belanghebbenden om een breder begrip te krijgen van de veranderingen die AI-chatbots teweegbrengen in het hoger onderwijs. Dit omvat niet alleen studenten en docenten, maar ook beleidsmakers en ondersteunend personeel.
Etnografisch onderzoek
Verder pleiten de onderzoekers voor meer kwalitatieve studies die de dagelijkse praktijk van het gebruik van AI-chatbots in detail onderzoeken. Etnografische methoden die veel beschrijvingen opleveren, kunnen volgens hen een sleutelrol spelen in het beter begrijpen van hoe verschillende belanghebbenden in het hoger onderwijs AI-chatbots gebruiken in hun dagelijkse taken.
Tot slot benadrukken de auteurs het belang van waakzaamheid voor mogelijke ongelijkheid die AI-chatbots kunnen veroorzaken tussen verschillende groepen studenten. Ze roepen op tot onderzoek dat niet alleen kijkt naar de leereffecten, maar ook naar de bredere sociale impact van AI-chatbots in het hoger onderwijs als sociaal domein.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap