De vragen voor de Nationale Wetenschapsquiz 2019

Stuur je antwoorden in en win de NWQ 2019!

Ook dit jaar kunnen kandidaten en publiek hun tanden weer zetten in de Nationale Wetenschapsquiz. Op 27 december 2019, vanaf 20:00 uur, organiseren ScienceGuide en De Balie de 26e editie van dit spektakel dat live te volgen is op De Balie TV. Hieronder lees je alvast de tien publieksvragen van de Nationale Wetenschapsquiz 2019.

Direct meedoen, vul hier het antwoordformulier in.

1. Een moderne zeilboot gaat sneller als deze ‘ruime wind’ vaart dan wanneer deze ‘voor de wind’ vaart. Wat is daarvoor de belangrijkste reden?

A. Als de boot onder deze hoek ten opzichte van de wind vaart, gaan de zeilen zich gedragen als vleugel en dat levert een extra kracht.

B. Door ruime wind te varen gaat de boot schuin hangen, waardoor de weerstand van de boot in het water afneemt.

C. Als de boot voor de wind vaart is het oppervlak van de zeilen het grootst, maar het totale oppervlak van de boot dat wind vangt is kleiner.

2. Een onderzoeker probeert een oud schrift te ontcijferen. Ze komt erachter dat een bepaalde set tekens staat voor de naam van een beroemde koning uit die tijd. Ze springt een gat in de lucht. Wat maakt het herkennen van de naam van een koning zo waardevol voor de onderzoeker?

A. Met de naam van de koning kan de onderzoeker de tekst dateren. Zo kan ze afleiden in welke ontwikkelingsfase het schrift zich bevindt.

B. Omdat namen grotendeels taalonafhankelijk zijn, kan ze dit schrift vergelijken met het schrift van andere talen uit diezelfde periode.

C. In de naam van troonopvolgers staat vaak een getal, waardoor het taalschrift te koppelen is aan bekend rekenschrift.

3. Je weet van iemand dat hij twee kinderen heeft, en dat hij van beide kinderen weet op welke dag ze zijn geboren. Je vraagt: “Klopt het dat je een dochter hebt die op zaterdag is geboren?” “Ja,” antwoordt hij. Hoe groot is nu de kans dat deze persoon twee dochters heeft?

A. Kleiner dan 0,5

B. Precies 0,5

C. Groter dan 0,5

4. Aardgas heeft van zichzelf geen geur, deze is eraan toegevoegd zodat je hem ruikt bij een gaslek. Wat is er zo bijzonder aan deze gaslucht?

A. Het is een universeel afschrikwekkende geur.

B. Het activeert ons reptielenbrein.

C. Het is ook waar te nemen bij zeer lage concentraties.

5. Het natuurrecht – het idee dat er rechtsprincipes bestaan die altijd en overal gelden – kende een opleving in de Republiek der Zeven Nederlanden. Waarom?

A. Deze jonge staat was seculier en had behoefte aan een alternatief voor het door het geloof ingegeven recht.

B. Er was een rechtvaardiging nodig voor de agressieve handelspolitiek van de Republiek, die met geweld het recht van de sterkste kon claimen.

C. De Republiek had goede handelsbetrekkingen met Engeland en sloot daarmee aan op het rechtssysteem daar.

6. Waarvoor gebruikten makers van traditionele Vonkelwijn (Zuid-Afrikaanse champagne) vroeger zout?

A. Om de zoutarme Kaapse grond te verrijken.

B. Om de gist en suiker uit de fles te krijgen.

C. Om de druiven in te drogen zodat ze zoeter werden.

7. De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen, dat weten de meeste mensen wel. Maar hoe laat staat de zon in De Bilt op 21 juni in het zuidoosten van de hemel?

A. Rond tien voor twaalf

B. Rond negen uur

C. Rond kwart voor elf

8. Je laat Vladimir Poetin en Donald Trump de bovenstaande drie vlakken zien en je vraagt welk van de twee onderste vierkanten het meest overeenkomt met het bovenste vierkant. Wie geeft sneller het goede antwoord, en waarom?

A. Vladimir, omdat hij jonger is.

B. Donald, omdat hij een Amerikaan is.

C. Vladimir, omdat hij Russisch spreekt.

9. Hoe komt het dat tot de zestiende eeuw in Europa werd aangenomen dat de menselijke onderkaak uit twee aparte botten bestond?

A. In de Bijbel staat beschreven uit welke botten het menselijk lichaam bestaat, daar worden twee kaakbotten genoemd.

B. Omdat het verboden was menselijke stoffelijke overschotten te ontleden. De anatomische kennis was daarom gebaseerd op dieren.

C. Anatomische kennis was afkomstig van monniken die de lijken van de Franse adel aflegden. Leden van die lijn hadden door een mutatie twee kaakbotten.

10. Vier gevangenen staan achter elkaar in een rij. De bewaker heeft vier rode en drie blauwe mutsen en de gevangenen weten dat. De bewaker zet, van achter naar voor, achtereenvolgens een rode, een blauwe, een rode en een blauwe muts op de hoofden van de gevangenen. Elke gevangene kan alleen de mutsen van de gevangenen vóór hem zien.

Iedere gevangene mag eenmaal raden naar zijn eigen kleur: de achterste in de rij eerst, dan die vóór hem, enzovoort. Ze kunnen elkaar horen. Raden hoeft niet: een gevangene mag ook passen. Alle gevangenen worden vrijgelaten als ten minste één iemand zijn eigen kleur juist raadt en niemand het fout heeft.

Kunnen de gevangenen met zekerheid vrijkomen?

A. Nee, de kans op vrijlating is hooguit vijftig procent.

B. Ja, de eerste twee moeten passen, maar de derde kan zijn mutskleur met zekerheid melden.

C. Ja, de eerste drie moeten passen, maar de vierde kan zijn mutskleur met zekerheid melden.

Meedoen? Dat kan, vul de antwoorden op de vragen in op dit webformulier. Onder de inzendingen met de meeste goede antwoorden wordt een privérondleiding in een wetenschapsmuseum naar keuze verloot. De winnaar wordt op 27 december tijdens de uitzending bekendgemaakt. Kaarten voor de avond zijn hier verkrijgbaar.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK