Een moord in Parijs

Nieuws | de redactie
18 november 2015 | De Nationale Opera viert haar 50 jarig bestaan met haar meest bejubelde productie ooit. Zij herhaalt een stuk over een slachting van onschuldige vrouwen door fanaten in Parijs: ‘Dialogues des Carmelites’ van Francis Poulenc.

De première in december 1997, veertig jaar na de wereldpremière in Parijs en Milaan, was een artistieke triomf. De solisten en regisseur Robert Carsen werden bejubeld. De Amsterdamse operaproductie werd in de jaren sindsdien in heel de wereld opgevoerd, overal met groot succes bij publiek en critici. 

Die voorstelling van 1997 had trouwens nog een uniek kunstzinnig tintje. De oude dame die de moederoverste van een nonnenklooster in het Parijs van rond 1790 zong, had bij de allereerste opvoering van de ‘Dialogues des Carmelites’ de hoofdrol van de jonge non Blanche gezongen. Rita Gorr was inmiddels een wereldberoemde sopraan geworden en al enkele jaren ‘in ruste’, maar wist in deze productie van Carsen in Amsterdam nog een keer een onvergetelijke karakterrol te vertolken.

Constance en Blanche

Poulenc schreef dit stuk onder de indruk van, als reflectie op de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Het vertelt en verklankt het verhaal van zestien Zusters van de Carmel die door de seculiere fanaten van de Jacobijnen onder Robespierre vervolgd werden en vermoord bij een massaexecutie in Parijs.

Elk van die vrouwen manifesteert zich op een eigen wijze in het aangezicht van de dood omwille van hun geloof, levenswijze en de moordlust van hun vervolgers. De bejaarde Madame De Croissy – de glansrol van Rita Gorr – sterft nog ‘gewoon’ in haar bed, maar is verscheurd van angst en schuldgevoel om wat zij voorziet dat gaat gebeuren met haar jongere zusters van het klooster.

Het eenvoudige volksmeisje, zuster Constance – volharding dus – ziet haar dood bijna opgewekt tegemoet. Dat zij na een kortstondig aards tranendal bij Jezus, zijn moeder en de heiligen zal mogen voortleven, vervult haar met bijna kinderlijke vreugde. Zuster Blanche – wit dus als onschuld, lelies en sneeuw, symbolen van Maria – is de hoofdfiguur van het stuk en blijkt uit ander hout gesneden.

La Terreur

Zij treedt als meisje van adel in het klooster in als de revolutie al bezig is gelovigen en de kerk onder druk te zetten. Haar broer biedt haar nog een kans met hem naar het buitenland te vluchten. De nonnen besluiten echter solidair te blijven en hun taak op aarde te voltooien, vol vertrouwen in hun lot en de hemel.

Als hun klooster met geweld wordt ontwijd en opgeheven, worden zij gedwongen als ‘gewoon citoyen’ – hun hoofddoek en pij zijn inmiddels verboden – een bestaan in de dictatuur van Robespierre en de seculiere IS van diens ‘la Terreur’ en het ‘Comité du Salut Public’ overeind te houden. Ze blijven bij elkaar en maken zich zo direct verdacht bij de geheime politie. Blanche vlucht echter als haar zusters opgepakt dreigen te worden.

Salve Regina

De fameuze slotscène van deze opera werd door Robert Carsen met de magie der eenvoud vormgegeven. De nonnen worden naar de guillotine gevoerd en vullen in hun witte doodsgewaden gekleed als engelen zonder vleugels het lege toneel. Samen zingen zij Poulencs hymne aan Maria,’Salve Regina’ – Gegroet, koningin van de hemel  – en elke keer als door zijn muziek het geluid van een scherp snijdend mes scheurt, zakt een van de zangeressen ter aarde. De anderen zingen door totdat er bijna geen meer over is. Dan komt de gevluchte zuster Blanche bij hen staan en zingt de lofzang op de heilige maagd met deze laatsten mee, tot ook voor haar de guillotine valt. 

Robert Carsen noch Pierre Audi en de zijnen konden weten of vermoeden dat zij de feestelijke jubileumherneming van deze opera zouden programmeren in de maand van de moorddadige 13 november in Parijs. Poulenc kon niet weten dat zijn opera over het genadeloos slachten van onschuldigen omwille van een meedogenloos fanatisme nog zo relevant zou blijken, bijna 60 jaar na de eerste opvoering.

Maar als ieder groot kunstenaar kon hij wellicht voorvoelen dat de zeggingskracht van zijn werk een eigen lot en realiteit zou gaan krijgen. Robespierre, Hitler noch IS konden of kunnen verhinderen dat hun vervolgingswaan van de overtuiging van hun medemensen door het geloof van die medemensen en de inspiratie daarvan voor de kunst als die van Poulenc overwonnen wordt. Hoezo, opera als overleefde, niet meer van deze tijd kunstvorm?


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK