‘Kennis is de meest schaarse productiefactor’

Nieuws | de redactie
8 januari 2008 | ScienceGuide spreekt met de oud-topman van EZ en Financiën, die nu de Erasmus Universiteit voorzit, Jan Willem Oosterwijk over zijn visie op het HO en de OESO-review. "Ik vind het niet zo verbazend dat ze geen behoefte voelen aan discussie over stelselhervormingen. Men wil ‘rust’ in Den Haag. Geen beroering over stelsels, hervormingsagenda’s en dat geldt niet alleen het HO."


Toen u in het hoger onderwijs aantrad na jaren op Financiën en Economische Zaken, kwam de OESO-review uit. Hoe keek u vanuit die achtergrond naar de analyse daarin?
Ik was eerst aan het rondkijken binnen de universiteit en haar Rotterdamse omgeving. Daarom had ik me er in het begin nog niet zo in kunnen verdiepen. Maar ik had op het ministerie van Economische Zaken en ook daarvoor veel met de OESO te maken gehad. En groot respect voor hen gekregen.

In mijn ogen is het ‘de centrale beleidskeuken’ voor Europa, op economisch terrein nog sterker in dat opzicht dan de Europese Commissie. De review van het hoger onderwijs weerspiegelt weer de kwaliteit die OESO-adviezen kenmerkt. Het is een heel breed geschakeerd verhaal, zoals je internationaal van maar heel weinig organisaties kunt verwachten. Dus daarom zou ik zeggen dat je daar als land meteen serieus naar moet kijken en zo’n advies uitgebreid moet bediscussiëren.

Uw oud- collega’s van OCW leken wat terug te schrikken van zo’n stap.
En ik vind het ook niet zo verbazend dat ze geen behoefte voelen aan discussie over stelselhervormingen. Men wil ‘rust’ in Den Haag. Geen beroering over stelsels, hervormingsagenda’s en dat geldt niet alleen het HO. Die lijn is een feit, daar kan ik moeilijk iets aan veranderen.

Daarom snap ik wel dat OCW de inhoudelijke agenda uit de OESO- review liever niet ziet landen in het beleid. Tegelijkertijd kan zich nu de situatie gaan voordoen dat men om budgettaire redenen toch ineens daartoe gedwongen zou kunnen worden. Bovendien kent de review enkele zeer forse formuleringen over OCW zelf. Zeer fors, ik heb zoiets zelden in een OESO-publicatie gelezen.

Feitelijk zegt de review dat het ministerie geen strategie kent en beleidsmatige visie en sturing suggereert door losse onderwerpen of acties te entameren. Het zal je maar gezegd worden.
U zegt het. Maar is het misschien ook een wat makkelijke uitkomst van de analyse van de OESO? De sturingsproblematiek in ons hoger onderwijs is nog wel wat complexer dan de rol die OCW wel of niet weet te spelen, vind ik. Het concept met autonomie en verantwoordingsrelaties is heel verfijnd. Als je daar een omvangrijke metasturing overheen zou willen spreiden, dan is dat niet zo eenvoudig te realiseren. Het draagt ook het risico in zich dat men al snel gaat inleveren op de ruimte de ‘de HOAK’ juist laat en op de bureaucratielasten in het bestel.

Niettemin was ook u op die Nuffic-discussie gecharmeerd van de conclusie die Van Vught en Van Rooy trokken over de strategische sturing.
Ja, want kijk nu naar ons eigen strategisch plan van de EUR. Het is in de maak en we praten daarover met werkelijk iedereen. Collega- instellingen, ook buiten Nederland, de studenten, onze stad, de bedrijven. Maar niet met de minister van OCW. Daar zouden toch zinnige en interessante vormen voor gevonden moeten kunnen worden? De ‘beleidsrijke dialoog’ die de AWT bijvoorbeeld heeft geformuleerd als zo’n concept, dat zou zo’n vorm kunnen zijn, denk ik.

Uw universiteit voert al een beleidsrijke dialoog als het gaat om de diversiteit. Een hoger onderwijsinstelling in Rotterdam heeft daar een rol te spelen. Of vindt u dat uw rol primair die van een global research university is? 
De diversiteit is realiteit van elke dag hier in Rotterdam. Dat draagt bij aan ons sterke keurmerk als EUR, is onderscheidend. Ik vind dat sterk, zo’n keurmerk. Je moet dat niet beschouwen als ‘een probleem voor deze universiteit’. Die positieve ondertoon klinkt bij ons heel bewust. De reden vind ik helder. Wij leiden mensen op voor leidende posities in bedrijf, bestuur en samenleving.

Dat kunnen alleen mensen zijn die weten om te gaan met een multiculturele samenleving en met internationale dimensies daarvan. Dat raakt etnische, religieuze, culturele diversiteit. Je zult toch echt moeten kunnen samenwerken, moeten omgaan met anderen in zeer gevarieerde settings. Zonder dat kun je in deze tijd zulke posities niet bekleden.

U heeft dat zelf destijds in uw studie zo vast niet meegemaakt.
Och nee, dat heb ik nooit gekend. Dat besef ik. Aan de RUG, in mijn studietijd, had ik een puur witte omgeving. Multicultureel, dat hield in dat de Groningers contra de Friezen zich profileerden en de Noorderlingen contra die uit het Westen, uit de Randstad…hahaha. En kijk ik hier nu rond, dan zie ik teams met twaalf mensen uit 7 of 8 landen en culturen. Die gaan geweldig met elkaar om, intensief en bewust van die diversiteit.

Dat speelt door heel de universiteit. Een huisarts van nu moet anders functioneren dan men vroeger voor vanzelfsprekend hield. Die moet multicultureel kunnen denken en handelen. De universiteit kan en mag zich daar niet van afschermen in haar opleidingsopzet en de kwaliteit van haar aanbod.

We hebben een emancipatoire rol, in deze regio, en willen graag élk talent aantrekken. En dat op een internationaal niveau waar het de kwaliteit van onderwijs en onderzoek betreft. Het leren herkennen van talent doen we niet in isolement, maar met het voortgezet onderwijs, de ROC’s en het hbo samen. Hierbij speelt ook onze koepelorganisatie van allochtone studentenverenigingen KASEUR een belangrijke rol. Zo is zij de trekker van ons mentorenproject: op vijf scholengemeenschappen in Rotterdam met veel allochtone leerlingen, begeleiden studenten van de Erasmus Universiteit  4- en 5 vwo-ers in het maken van hun studiekeuze. Zij stimuleren hen om verder te kijken dan ze gewend zijn.

Daarmee hebben we niet elk vraagstuk opgelost. Die zijn er, zoals de beheersing van het Nederlands. Maar dát geldt ook voor autochtone studenten trouwens…. Ik denk ook aan de betrokkenheid bij de universitaire gemeenschap. Veel allochtone studenten wonen thuis en dat kan ertoe leiden dat ze de eigen gemeenschap niet als springplank zien naar een nieuwe omgeving. Ook hierbij kan de koepel van allochtone studentenverenigingen helpen.

Uw Maastrichtse collega, Jo Ritzen, vertelde ons dat EZ destijds poogde delen van het hoger onderwijs en hoger onderwijsbeleid in te palmen. “Ik maakte mee dat collega Hans Wijers poogde de technische universiteiten over te nemen als zijn beleidsverantwoordelijkheid”. Vindt u dat een goed idee?
Nee, geen goed idee. Wat belangrijk is voor het economisch functioneren van EZ hoeft niet de bestuurlijke verantwoordelijkheid van EZ te zijn. Want het gaat om de missie van EZ en die van het hoger onderwijs. Die overlappen maar zijn niet identiek. De missie van EZ is voor mij heel duidelijk: er is maar 1 ministerie dat zich verantwoordelijk voelt voor de groei en concurrentiekracht van Nederland. En dat is EZ.

Voor die kracht zijn de kwaliteit van het onderwijs en van het onderzoek zeer wezenlijk. Kennis is de meest schaarse productiefactor. Daarom zijn die twee een belangrijke factor en aandachtspunt voor de minister van Economische Zaken. Die zal er steeds mee bezig zijn en naar kijken in de zin van hun grote functie voor de bloei van de Nederlandse economie.

En dat is een ander blikveld dan het maken van een hoger onderwijsbeleid als geheel, hoor ik u impliciet zeggen.
Dat is een andere missie, inderdaad.

Na uw overstap heeft u zelf ook een heel nieuwe missie u eigen moet maken.
En ik vermaak me prima. Een deel van mijn vorige werk had een sterk Europees karakter en dat ben ik nu kwijt. Dat aspect mis ik wel. Maar het is hier mooi werk, want we kunnen aan de universiteit opbouwen en investeren in nieuwe dingen. Wel moeten we snel de reorganisatie afronden die vertraging heeft ondervonden. Dat maakt dat we hier in een optimistische gemeenschap bezig zijn en dat is bemoedigend werk.








«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK