Excellentie zit in meer verschil in profiel in HO

Nieuws | de redactie
10 april 2008 | Wie excelleert er eigenlijk als we het hebben over ‘meer excellentie in het HO’? De student, de instelling, de opleiding? In het symposium van inspectie en studentenbonden kwamen enkele scherpe lijnen naar voren voor zowel OCW als het HO zelf. Inspectietopman Ferry de Rijcke concludeerde dat we moeten waken voor een ‘auditcultuur’, waarin alles aan de hand van centraal vastgestelde ‘kwaliteitsnormen’ afgerekend gaat worden, ook in bekostiging. “De rampzalige gevolgen daarvan kun je nauwelijks onderschatten,” gaf hij de commissie-Sorgdrager impliciet mee.

Hij sloot zich aan bij het betoog van LSVb’er Janos Betko, die er op wees dat er niet alleen geen eenduidige definitie blijkt te zijn van ‘excellentie’, maar dat formuleringen daarvan in regels vaak de pluriformiteit van bijzondere talenten en inzet nog eerder afremt dan impulsen geeft. De Rijcke zei daarom dat de overheid zelf dan ook in het geding is in deze discussie. Want overweegt zij wel voldoende de effecten van bekostigingskeuzen en legt zij daarbij wel een adequate relatie met de visie die zij heeft op de toekomst van het hoger onderwijs?

Qanu-voorzitter Jan Veldhuis wees op het risico van ‘eigen opvattingen’ van politici en bestuurders over excellentie. Zo wees hij er op dat minister Plasterk vanuit zijn eigen achtergrond soms vrij beperkte indrukken heeft van wat excellentie is, terwijl “tweederde van het hoger onderwijs en onderzoek toch echt in de alfa en gammasfeer plaats vindt.” Enthousiaster toonde hij zich voor het initiatief van ScienceGuide en het Duitse CHE om tot samenwerking te komen bij een Europese opzet en discussie rond ranking, vergelijking en analyse van excellentie in hoger onderwijsinstellingen.

Dat die discussie met name ook zou moeten gaan over de eigen profilering en missie van instellingen en opleidingen en de wijze waarop zij deze in excellentie-aanbod en zwaartepunten realiseren kwam in het symposium sterk naar voren. Het hbo wil daarbij nog meer de eigen beroepsgerichte en emancipatoire opdracht onderstrepen. Daar zou in het overheidsbeleid ook meer aandacht voor moeten zijn. De Rijcke zei daar over: “De verschillen tussen universiteiten en hogescholen op het punt van hun eigen visie en missie kunnen veel markanter worden gemaakt binnen het huidige bestel. Dat is een veelbelovender benadering dan het steeds benadrukken van het verschil tussen de branches.”

Het hbo vraagt daarbij wel aandacht voor haar ‘trilemma’: het moeten opleiden van grote groepen jongeren uit niet-academische milieus, het tegelijkertijd moeten verhogen van het rendement en het versterken van de uitdagendheid van het aanbod voor zowel de begaafde hbo-student als uitvallers. Een eenzijdige kijk op wat excellent is zou daarbij eerder schadelijk werken dan de studenten helpen, zo kwam in de discussie naar voren.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK