Vergrijzing zorgelijk voor hbo
Ook die van het onderwijsondersteunend personeel stijgt verder, van 42,1 jaar in 2004 naar 42,4 jaar in 2005. De stijging geldt in gelijke mate voor mannelijke en vrouwelijke werknemers, waarbij mannen evenals bij de docenten gemiddeld een hogere leeftijd hebben: 44,3 ten opzichte van 41,0 jaar bij de vrouwen.
In lijn met de stijging van de gemiddelde leeftijd is het aandeel van 55-plussers in het personeelsbestand verder gestegen, hoewel minder sterk dan voorgaande jaren. De leeftijdsopbouw maakt hogescholen gevoelig voor de ontwikkeling van vraag en aanbod naar hoger geschoold personeel. Op korte termijn zal een sterke uitstroom van met name docenten optreden, wat een grote vervangingsvraag genereert. Dit doet zich nog versterkt voor bij opleidingen in de techniek, de gezondheidszorg en het onderwijs.
Tegelijkertijd kenmerkt de arbeidsmarkt voor deze beroepsgroepen zich door krapte, die – gevoegd bij een aantrekkende economie – een serieuze bedreiging vormt voor de kwaliteit van het onderwijs. Niet in de laatste plaats vanwege deze dreiging maken hogescholen werk van beleid dat erop is gericht medewerkers gezond en dus langer aan het werk te houden. Zo wordt gewerkt aan beleid dat een loopbaan in het hbo aantrekkelijker maakt, waarin met name het nieuwe ‘functiegebouw’een belangrijke rol speelt.