Douwe Breimer
Vraag 1: Het pro-actief benoemen van thema’s die voor het hele WO van belang zijn en waar dus binnen de VSNU ook consensus over mogelijk is. Het gaat dan vooral ook om universiteiten te zien als “instrumenten” om belangrijke bijdragen te leveren aan toekomstig relevante maatschappelijke ontwikkelingen (niveau van opleidingen, kwaliteit en innovativiteit van onderzoek, diversiteit, culturele dimensie, etc etc). Daarbij de eigen onafhankelijke verantwoordelijkheid van de instellingen benadrukkend, staande midden in en als onderdeel van de samenleving. Dat pro-actiever doen en veel minder reactief dan thans. De doelstellingen en randvoorwaarden daarvoor helder formuleren.
Vraag 2: Waarschuwen dat te lang mee gaan met denkwijzen die er op ministeries leven een spagaat aan opvattingen en problemen tot gevolg heeft. Daarbij ook snel het risico lopend dat het WO wordt gezien als “dwarsliggend” en niet constructief meedenkend. Bewindslieden niet op voorhand geloven dat ze vóór de sector zijn, terwijl ze er zich in feite tegenover opstellen.
Vraag 3: Ed met de intentie “kwikzilverend” te zien opereren in politieke en eigen kringen. Dus enerzijds als iemand die politiek heel bekwaam opereert en anderzijds het intrinsieke en materiele belang van zijn sector vertegenwoordigt. Ed heeft een hele sprankelende en flexibele geest en een modus operandi die daarbij past, verbaal sterk en eager om in het debat te scoren. Natuurlijk ook heel eager om concrete resultaten te boeken, maar dat is een stuk weerbarstiger.
Meest Gelezen
PVV de grootste partij: grote gevolgen voor hoger onderwijs
‘Verplicht Nederlandstalig hoger onderwijs raakt ook Nederlandse studenten’
Duitsland wil het hoger onderwijs en de wetenschap verder internationaliseren
CDA en NSC botsen over internationale studenten
‘Toekomstige minister, geef docenten ruimte voor onderwijsinnovatie’
