Drie kennisintellingen in ‘imagotop’

Nieuws | de redactie
27 november 2006 | Hoog opgeleiden werken het liefst bij multinationals van naam en faam. Philips, de Rabobank, Unilever, en dergelijke. Maar welke kennisinstellingen hebben hun voorkeur? Het Intermediair imago-onderzoek laat zien dat slechts drie daarvan bij de bovenste 50 prijken.


Hoogst gewaardeerd is TNO, dat op de tiende plaats komt. Daarmee net onder Heineken of KPN en vlak boven bijvoorbeeld Schiphol. Twee universiteiten weten ook door te dringen tot de bovenste categorie. Utrecht behaalt een 24e plaats. Dat is vlak boven IBM, maar toch nog onder Microsoft of UU-‘hofleverancier’ Capgemini. De UvA komt op 38, onder Deloitte en PWC, maar boven EZ of Ikea.  De gemeente Amsterdam blijkt overigens hoger de scoren dan de universiteit: zij reikt naar de 32e plaats.

Interessante functies en goede primaire arbeidsvoorwaarden zijn voor hoogopgeleiden de belangrijkste bouwstenen van het werkgeversimago, zo blijkt uit het onderzoek. Minst belangrijk voor het imago is goede loopbaanbegeleiding. Voor niet-westerse allochtonen onder de hoog opgeleide jongeren wegen goede secundaire arbeidsvoorwaarden bovengemiddeld zwaar. Opmerkelijk is de populariteit van de rijksoverheid onder starters en wo-ers. Onder leidinggevenden is een baan bij de overheid veel minder gewild dan onder niet-leidinggevenden.

Intellectuele ontwikkeling, een gezin stichten en creatieve prestaties zijn voor zowel hoogopgeleide mannen als vrouwen belangrijker dan materiële groei. Vrouwen ambiëren meer vrije tijd en vaker een eigen huis, mannen streven vaker een leidinggevende functie na. Opvallend is dat een eigen huis veruit de belangrijkste ambitie van starters is.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK