Noodklok en klepel

Nieuws | de redactie
13 juni 2007 | Naar aanleiding van de actie Noodklok van de LSVb waarin klachten van studenten over het onderwijs zijn geïnventariseerd, heeft OCW de Inspectie opgedragen de instellingen te vragen in hoeverre de klachten gegrond zijn. Ron Bormans, CvB-lid van de HAN, reageert. Hij geeft de LSVb deels gelijk:

“In de context van de modernisering van ons onderwijs is studiebegeleiding een veel belangrijker fenomeen geworden en dan kan het niet zijn dat, volgens onze eigen scores, slechts 57,7% over dat aspect tevreden is. Dat is dan ook reden om met grote prioriteit juist dat aspect het komende jaar ter hand te nemen”. Over het geheel genomen is hij het echter niet met de LSVb eens: “Het beeld dat het onderwijs bij de HAN in den brede niet deugt is feitelijk onjuist. Zo blijkt evenzeer uit ons enquetêmateriaal dat geenszins sprake zou zijn van een “hoeveelheid nutteloze lessen”. Het algehele kwaliteitsbeeld is ook nadrukkelijk af te lezen aan het feit dat wij al onze opleidingen geaccrediteerd gekregen hebben en in rankings het vaak goed doen”.

Geacht bestuur,

Graag reageren wij op de inventarisatie van klachten die u in het hbo heeft uitgevoerd, waaronder de HAN. We hebben met belangstelling kennis genomen van de door u uitgevoerde inventarisatie en zijn met name nagegaan of het beeld dat u schetst overeen komt met het beeld dat wij hebben op basis van onze eigen metingen. Reden dat wij u nu pas antwoorden is gelegen in het feit dat we graag nog even de resultaten van ons eigen studententevredenheidsonderzoek wilden afwachten.

Op de vraag of wij het door u geschetste beeld volledig herkennen, is het antwoord “nee”. Daarmee bedoelen wij niet dat bepaalde aspecten niet herkenbaar zouden zijn, maar de teneur dat het onderwijs niet deugt, leggen wij verre van ons. Om te beginnen wijzen we u er op dat wij een vrij stevig kwaliteitszorgsysteem hanteren, met een behoorlijke component “studentenbevraging”. Wij onderzoeken tweemaal per jaar aan de hand van gesprekken in instituten hoe docenten en studenten oordelen over hun onderwijs. Daarnaast onderzoeken we eenmaal per jaar, door middel van een schriftelijke vragenlijst die, volgens een representatieve steekproef aan (3000) studenten wordt voorgelegd, hoe zij onderwijs, begeleiding en toetsing beoordelen:

het HAN- studententevredenheidsonderzoek. En tot slot wordt er in opleidingen met grote regelmaat in opleidingscommissies met studenten gesproken.

Uit onze eigen onderzoeken blijkt dat de grote meerderheid van onze studenten tevreden is. In het recent uitgevoerde tevredenheidsonderzoek geeft 87,6% van onze studenten aan tevreden te zijn, 81,6% zou weer opnieuw dezelfde opleiding kiezen en 78,1% zou dat weer bij ons doen. Overigens, dat laatste getal vinden wij absoluut te laag, gezien het hoge ambitieniveau dat wij hanteren. Ook het kengetal dat het gemiddelde van de verschillende items weergeeft achtten wij veel te laag, namelijk 73,5%. Niet vanwege de absolute waarde overigens, maar vooral gezien de terugloop ten opzichte van vorige jaren; maar ook wat bij nadere analyse daar onder schuil blijkt te gaan.

Eén van de problematieken die daar achter schuil gaat, is de problematiek van de studiebegeleiding. Op dat punt komt het beeld van u overeen met wat wij waarnemen. In de context van de modernisering van ons onderwijs is studiebegeleiding een veel belangrijker fenomeen geworden en dan kan het niet zijn dat, volgens onze eigen scores, slechts 57,7% over dat aspect tevreden is. Dat is dan ook reden om met grote prioriteit juist dat aspect het komende jaar ter hand te nemen.

Overigens, valt uit onze eigen metingen niet op te maken dat studenten zich afkeren van de wijze waarop wij ons onderwijs moderniseren: studenten geven juist aan meer keuzevrijheid te willen en waarderen zeer de wijze waarop het zelfstandige leren wordt gestimuleerd.

Resumerend: Het beeld dat het onderwijs bij de HAN in den brede niet deugt is feitelijk onjuist. Zo blijkt evenzeer uit ons enquetêmateriaal dat geenszins sprake zou zijn van een “hoeveelheid nutteloze lessen”. Het algehele kwaliteitsbeeld is ook nadrukkelijk af te lezen aan het feit dat wij al onze opleidingen geaccrediteerd gekregen hebben en in rankings het vaak goed doen. Zie bijvoorbeeld de Choice-rankings van de afgelopen jaren.

Wat betreft het aantal contacturen, het volgende. Wij zijn van mening dat juist modern hoger beroepsonderwijs Onderwijs moet zijn dat niet alleen kwalitatief goed moet zijn, maar ook onderwijs dat intensief van aard is. Het is niet goed een tegenstelling te suggereren, laat staan aan te brengen tussen modern hoger beroepsonderwijs en de intensiteit van de programma’s. Juist als de centrale waarde in het onderwijs bestaat uit het beleggen van meer verantwoordelijkheid voor het leren bij de student zelf, in onze ogen een wezenskenmerk van onze onder wijsvernieuwing, is het goed dat de programma’s intensief zijn. Wellicht is het aardig om in dit verband te verwijzen naar de publicatie van het College van Bestuur, te vinden op www.scienceguide.nl (Wintels/Bormans, HBO: op weg naar modern én intensief onderwijs, 2007). Momenteel meten wij al onze opleidingen door of die voldoende intensief zijn volgens een normering van minimaal 20 uur per week contact met studenten, een studiebelasting van minimaal 32 uur oplopend naar de formeel en materieel juiste 40 uur en we willen graag dat onze docenten voor 70% van de tijd bezig zijn met onderwijs. Eerste analyses laten zien dat op relatief veel plekken de normen gehaald worden, maar er zijn ook opleidingen waar dat niet het geval is. Daar zal geanalyseerd worden welke maatregelen passend zijn, in de sfeer van intensivering van het onderwijs, in combinatie met eventuele kwaliteitsmaatregelen.

Zoals gezegd, wij waarderen dat we kritisch gevolgd worden en doen er zelf ook afles aan om onze ambitie — behorend tot de top 3 van het land — te verwezenlijken. We gaan ook graag met u in gesprek over wat beter moet en waar we nog een tandje bij kunnen zetten. We delen het belang van goed c.q. excellent Onderwijs. Bij deze nodigen we u graag uit om eens meer diepgaand bij ons te komen kijken wat wij daar allemaal aan doen. Dan kunt u in alle vrijheid rond kijken en gesprekken voeren met betrokken studenten en docenten. Het is niet van belang dat wij vinden dat we goed bezig zijn, we hechten aan wat de feiten zeggen én het oordeel van onze omgeving.

Met vriendelijke groet,

Namens het College van Bestuur,

Drs. M.J.G. Bormans


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK