Regio en hoger onderwijs winnen bij elkaar

Nieuws | de redactie
10 augustus 2007 |

Het belang van een HO-instelling voor innovatieve en creatieve regio’s is steeds hoger op de agenda aan het komen. Zie bijvoorbeeld de OESO-conferentie in Valencia daarover in september.  “OECD countries are now seeking to mobilise higher education to support more strongly their economic, social and cultural development. Initiatives to foster innovation and competitiveness draw on the “triple helix” cooperation between government, business and higher education institutions.”

In een interview spreekt Geri Bonhof van de HU over haar Utrechtse regio en de hardnekkigheid van de ‘wederzijdse onbekendheid’ van mkb en HO. ‘In Utrecht is “de cirkel” opvallend kleiner dan in Amsterdam. De contacten met andere onderwijsinstituten, culturele instanties, maar ook met gemeenten en provincie zijn hier overzichtelijk: iedereen kent elkaar. Toch vond ik de samenwerking in 2003 versnipperd. Ik had niet direct het idee dat sprake was van bundeling van krachten.’

Urgentie
Onder meer door de oprichting van de Taskforce Innovatie regio Utrecht kwam daar verandering in. Deze organisatie heeft tot doel ondernemers te stimuleren en te begeleiden bij het vernieuwen van hun product of dienst. Bonhof is sinds drie jaar bestuurslid van de Taskforce. ‘Wat we vooral doen, is het faciliteren van initiatieven. Ons doel is partijen om de tafel te krijgen en de levensvatbaarheid van het initiatief te toetsen en vervolgens te begeleiden.’ Bonhof noemt ook de ontwikkeling van het Science Park op de Uithof als een treffend voorbeeld van de verbeterde samenwerking tussen overheden, onderwijs en bedrijfsleven. ‘Wij zijn erin geslaagd het juiste gevoel van urgentie te bepalen. Zonder de Taskforce was het Science Park er niet geweest. Dat weet ik zeker.’

Nieuwe branches
Zoals Bonhof ook overtuigd is van de stelling: ‘Utrecht: Kennisstad van Nederland’. ‘Inderdaad. Hier zijn én grote onderwijsinstellingen gevestigd én veel zakelijke dienstverlening. In beide sectoren draait het om kennis. Bovendien voorspel ik dat de opkomst van nieuwe branches zoals design, multimedia en gaming tot nog meer bedrijvigheid zullen leiden in deze stad.’ Daarbij gaat Bonhof terecht niet voorbij aan de meest belangrijke voorwaarde voor deze stelling: de aanwezigheid van hoger opgeleide burgers. ‘Maar daar voldoen we als HU, UU en HKU met jaarlijks bijna 10.000 afgestudeerde studenten ruimschoots aan. Vergeet niet dat Utrecht met dit aantal de grootste leverancier is van academisch en HBO- talent in Nederland.’ Ruim 60% studeert daarbij af aan de HU. Hoewel het gros van deze ex-studenten in no-time een geschikte baan vindt, is er een aantal dat hier moeite mee heeft. Ook om die reden hecht Bonhof aan een goede samenwerking met het regionale bedrijfsleven.

Wederzijdse onbekendheid
Helaas weet met name het mkb onvoldoende de weg naar de Utrechtse kennisinstituten te vinden. ‘Terwijl de innovatiekracht van deze bedrijven juist zo belangrijk is. Daar is in termen van concurrentiepositie en werkgelegenheid nog zoveel te winnen.’ Het grootste obstakel hierbij vormt de wederzijdse onbekendheid. ‘Het mkb is onvoldoende op de hoogte van onze onderzoeksmogelijkheden. Tegelijkertijd ontvangen wij vragen vanuit het bedrijfsleven die onscherp zijn gedefinieerd, te vaag.’ Toch somt de voorzitter van het CvB ook voorbeelden op van geslaagde matches, zoals het verzoek vanuit de installatiebranche om onderzoek te doen naar technische mogelijkheden om oudere mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. ‘Een concrete opdracht op het snijvlak van (ICT-)techniek en gezondheidszorg: ideaal voor een HBO.’ In vergelijkbare mate geldt dit ook voor het onderzoek dat de HU heeft gedaan in opdracht van de KvK Utrecht over bedrijfsopvolging in het mkb. Het zijn voorbeelden die Bonhof met plezier aanhaalt. ‘Omdat ze perfect illustreren welke essentiële rol wij als kennisontwikkelingsinstituut kunnen vervullen voor de bedrijvigheid in deze regio.’

Verborgen talent
Een andere legitimatie is de primaire taakstelling van de HU: studenten opleiden tot innovatieve beroepsbeoefenaren. One hell of a job in deze tijd van continue kennisontwikkeling. ‘Inderdaad. Daarom is onze visie gericht op het afleveren van studenten die ook de rest van hun werkzame leven blijven leren.’ Groei is in dit verband niet de ultieme wens van de HU. Kwaliteit en intensivering wel. Dit liet zij recent optekenen in het strategisch plan ‘Koers 2012’. Geen opmerkelijk rapport, wel verhelderend. ‘We gaan vooral voort op de ingeslagen weg en staan niet aan de vooravond van ingrijpende veranderingen,’ licht Bonhof toe. ‘Tegelijkertijd spreken we meerdere concrete doelstellingen uit, zoals ons voornemen om jaarlijks meer studenten te laten afstuderen.’ Een ambitie die vooral door rendementsverhoging gerealiseerd moet worden en niet primair door uitbreiding van het aantal studierichtingen. ‘Daarom moet onze uitval van 40% naar beneden. Dit cijfer is weliswaar vergelijkbaar met andere Hogescholen, maar te hoog. Tegelijkertijd moeten we beter inspelen op het gebied van werkend leren; daar liggen kansen voor ons bij voormalige MBO-studenten. Door maatwerk te bieden en nog beter te scouten, moeten we in staat zijn het verborgen talent dat daar rondloopt – ook onder allochtonen – verder te ontwikkelen.’

Alarmerende cijfers
In de ambities van de HU hangt veel, zo niet alles af, van haar budget. En dat is steevast ontoereikend. ‘Het blijft jammer dat de overheid vaak achter de feiten en ontwikkelingen aanloopt. Budgetteren op basis van resultaten van twee jaar geleden is nauwelijks toekomstgericht te noemen.’ Toch moet de HU verder. Zeker na het onderzoek ‘Kennistekort in Nederland’ van de HBO-Raad in samenwerking met de Raad voor Werk en Inkomen. Hierin wordt gesproken over een tekort aan hoger opgeleiden. Het zou gaan om zo’n 75.000 onvervulde vacatures in 2010. Dat is over drie jaar. ‘Alarmerende cijfers, dat zeker. En ik realiseer mij dat men van ons een enorme inspanning verwacht. Toch kunnen wij op deze schaal weinig soelaas bieden. Met 33.000 studenten en een marktaandeel van 10% zitten wij aan onze top. Waar halen we opeens meer geld vandaan om deze groei te accommoderen? En hoe komen we aan meer docenten? Ongelimiteerde groei is domweg onmogelijk. Ondanks de dreiging die ons volgens het onderzoek boven het hoofd hangt.’

Preferred supplier
Toch is Bonhof bijzonder content met de stijgende populariteit van de HU. Hoewel de inschrijving voor het studiejaar 2007-2008 pas kort geleden op gang kwam, overtreft deze alweer die van vorig jaar. Bonhof verwacht 10% meer nieuwe studenten. ‘We doen het dus goed,’ luidt haar terechte conclusie. Toch schuift ze de credits hiervoor ook graag door naar andere factoren. ‘Utrecht is een aantrekkelijke stad voor studenten: centraal gelegen, goed bereikbaar en bovendien uitstekend gefaciliteerd met culturele- en sportieve voorzieningen. Bovendien is het huisvestingsprobleem nagenoeg opgelost.’ Een ander pluspunt is de samenwerking met de Universiteit Utrecht. Deze kenschetst Bonhof inmiddels als ‘optimaal’. De oorzaak zit volgens haar in een meer pragmatische houding van zowel UU als HU. Deze heeft geleid tot de ondertekening van een convenant waarin beide partijen elkaar als preferred supplier behandelen. ‘Ook dit maakt Utrecht aantrekkelijk voor studenten. Onderschat namelijk niet het aantal mensen dat jaarlijks de switch maakt tussen beide onderwijsinstituten.’

Voorbeeld
Het zijn dit soort signalen die Bonhof tevreden stemmen: meer studenten, betere afstemming met organisaties als UU, HKU en ROC’s en vooral ook: hoopgevende resultaten als gevolg van de samenwerking met het regionale bedrijfsleven. ‘Ik ben inderdaad niet somber. Aan de andere kant realiseer ik mij dat het economisch tij bepaald meezit. Daarom is dit het moment om afspraken te maken voor de toekomst in onderwijsland. Daarbij ervaar ik een toenemende rol voor het HBO. Vroeger was het hoger beroepsonderwijs het probleem, nu lijkt het de oplossing. Dat is ook overdreven, want wij hebben niet het antwoord op alle noden van de samenleving. Het gaat altijd om het resultaat van een intensieve samenwerking met diverse partijen. In dat verband ben ik blij met de situatie in het Utrechtse. Wellicht dat wij een voorbeeld zijn voor de rest van het land.’

Met dank aan het magazine Utrecht Business




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK