De actualiteit van het oude Rome
De Italische Bondgenotenoorlog uit de eerste eeuw voor Christus lijkt op het eerste gezicht alleen voer voor historici. Hij biedt echter verrassende inzichten in hedendaagse, maatschappelijke onderwerpen. De Romeinse staat worstelde al met integratie- en immigratieproblemen, bijvoorbeeld. Onderzoek naar de wijze waarop de bondgenoten van Rome profiteerden van het rijk heeft geleid tot inzichten over schaalvergroting, publieke aanbestedingen, outsourcing en flexibilisering van het arbeidspotentieel. Allemaal vraagstukken waar ook tegenwoordig veel aandacht voor is. Ook het belang van gelijkheid en rechtszekerheid voor het individu speelt in beide perioden een rol. Volgens Van Dooren laat de Bondgenotenoorlog zien dat deze zaken grote invloed hebben op het functioneren van een samenleving.
Tijdens de Italische Bondgenotenoorlog (91 – 88 voor Christus) kwam een groot deel van de bondgenoten, die de stadstaat Rome had verzameld, in opstand tegen de Romeinse overheersers. De oorlog was het resultaat van een weigering van de Romeinen om hun bondgenoten, de Italiërs, het Romeins burgerschap te geven. Het conflict was kort, hevig en bloedig. Tienduizenden mensen verloren het leven. De Bondgenotenoorlog leverde niet alléén het Romeins burgerschap op voor de Italiërs, maar vormde ook de scheidslijn tussen twee historische ontwikkelingen. De oorlog betekende het eind van het politieke systeem dat Rome eeuwenlang in staat had gesteld om Italië te beheersen. Daarnaast was het de start van een nieuwe ontwikkeling, waarbij de Italiërs volwaardige Romeins burgers waren. Rome kon niet langer gezien worden als een stadstaat. Er kwam een nieuwe sociale, politieke en mentale dynamiek, wat ook om nieuwe bestuurlijke oplossingen vroeg.
Meest Gelezen
PVV de grootste partij: grote gevolgen voor hoger onderwijs
‘Verplicht Nederlandstalig hoger onderwijs raakt ook Nederlandse studenten’
Duitsland wil het hoger onderwijs en de wetenschap verder internationaliseren
CDA en NSC botsen over internationale studenten
‘Toekomstige minister, geef docenten ruimte voor onderwijsinnovatie’
