Het heft in eigen handen

Nieuws | de redactie
14 mei 2008 |

UM-voorzitter Jo Ritzen ging in 1963 technische natuurkunde studeren in Delft. De minister die de universitaire democratie afschafte, stond als student aan de wieg ervan.

“Als babyboomers hadden we sterk het gevoel dat de dingen anders moesten. Het moest maar eens afgelopen zijn met het idee dat iemand die een functie had, die ook vanzelfsprekend kon blijven uitoefenen, ongeacht prestaties.

Wij vonden dat gezag zou zich moeten bewijzen door dat gezag goed uit te oefenen. Daarom pleitten wij voor democratisering, als tegenwicht tegen intransparant en inefficiënt gezag. We hadden de demografie in de rug: we waren als naoorlogse generatie 20% groter dan voorgaande generaties. Wat ook meespeelde, was dat er sprake was van een ongebreideld geachte economische groei. Door de ontwikkelingen in Europa heeft de beweging van de babyboomers ook in Nederland vleugels gekregen.

Zelfvertrouwen
Als studenten hadden we een aantal klachten over het onderwijsprogramma van technische natuurkunde. Zo was er overlap tussen een aantal vakken waaronder optica en elektromagnetisme. De docent met wie we daarover gingen praten, bleek het een goed idee te vinden om de overlap tussen de vakken te doen verdwijnen. Als studenten waren we in opperste verbazing dat we zonder slag of stoot onze zin kregen, zonder dat de faculteit daar een eigen verhaal tegenover had. Dat was een van de eerste momenten dat ik me realiseerde dat je als student niet afwachtend hoeft te zijn. Je kon het heft in eigen handen nemen. Ik had soortgelijke ervaringen in Rotterdam waar ik tegelijkertijd studeerde bij prof. Tinbergen, maar minder betrokken was bij de universitaire organisatie. Dat versterkte geweldig het zelfvertrouwen van de babyboomers dat toch al merkbaar veel groter gebleken was op de middelbare school dan voorgaande generaties.

Conflictminimalisatie
In het derde jaar hebben we een conflict gehad met de leiding van de faculteit. Het derdejaarspracticum was notoir slecht georganiseerd. Daardoor deden veel studenten twee jaar over het practicum, terwijl het ook in een jaar kon. Wij vonden dat de persoon die het practicum organiseerde, van zijn taken ontheven moest worden. Maar dat vond de faculteit lastig. Ze hadden er toch bezwaar tegen deze docent te ontslaan. We hebben uiteindelijk niet gewonnen, althans niet op korte termijn. Dit leidde bij mij tot een scherpere kritische houding tegenover het gevestigde gezag, dat blijkbaar de voorkeur gaf aan conflictminimalisatie boven kwaliteit en studeerbaarheid”.

Tonkin
Wereldwijde ontwikkelingen lieten de studenten in Delft niet onberoerd. De oorlog van de VS tegen Vietnam riep hevige weerstand op. In 1964 bombardeerde de VS voor het eerst Vietnam, en beriep zich daarbij op een aanval op een Amerikaanse mijnenveger door Vietnamese patrouilleboten (het Tonkin-incident). Maar die motivatie was twijfelachtig, ook omdat de Vietnamese regering van meet aan ontkende dat er van een aanval sprake was geweest. Ritzen: “Ik radicaliseerde in die tijd. Het Tonkinincident versterkte mijn gevoel dat gezagsdragers zich beter moeten verantwoorden over hun handelen.

Het viel me ook tegen dat de Nederlandse regering in die tijd geen afstand nam van de oorlog tegen Vietnam. Tijdens de oorlog in Irak en het beroep van Bush op de vermeende aanwezigheid van weapons of mass destruction heb ik nog vaak het verband gelegd met het Tonkin-incident”.

One man one vote
Jo Ritzen werd lid van de PSP en bleef dat tot zijn vertrek naar Pakistan in 1971. Ook werd hij actief in de Kritiese Universiteit. “Dat was een club van anarchistische studenten van vooral bouwkunde die wilden dat het principe van one man one vote de basis werd van het universitaire bestuur. One man one vote vond ik zelf een idioot idee, maar ik zag dat het wel een goed middel was om de autoriteiten uit te dagen.

Ik raakte hierbij zelf wel in een merkwaardige dubbelpositie. Want in 65-66 was ik assistent van prof. Verhagen, die niet alleen mijn afstudeerprof was, maar ook rector-magnificus. Maar het mooie was dat Verhagen best schik leek te hebben in het spel. Hij heeft ook nooit bezwaar gemaakt tegen demonstraties, ook niet waar die binnen zijn eigen verantwoordelijkheid vielen”.

Veringa
In 1967 trad minister Veringa aan die besloot tot invoering van de universitaire democratie. Jo Ritzen, die als minister de universitaire democratie weer afschafte, vond het besluit van Veringa ook toen al onzin: “Aan de bezwaren van studenten had Veringa ook op een andere manier tegemoet kunnen komen”.

Vooruitlopend op de invoering van de universitaire democratie verschafte de faculteit Natuurkunde vanaf 1968 jaarlijks een student toegang tot de faculteitsraad. De eerste student die deze student de eer te beurt viel, was Jo. “Het was hartstikke leuk, ik bewaar er de meest fantastische herinneringen aan. Docenten moedigden mij na afloop van vergaderingen ook aan om goed te blijven doorvragen. Voor studenten is het een goede ervaring een jaar zoiets te doen. Zoals ik het ook goed vind dat studenten dat nu nog doen”.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK