Laboratorium Rotterdam

Nieuws | de redactie
14 mei 2008 |

“De Maasstad heeft niet alleen taaie problemen, ze formuleert meteen ook de bijbehorende uitdagingen en toont een dadendrang die bestuurders van andere steden soms de wenkbrauwen doet fronsen. En hen niet zelden inspireert”. In De lerende stad beschrijft lector Ton Notten (HR) de transformatie van de Rotterdamse sociale sector en de rol die zijn kenniskring en studenten daarbij spelen.

Rotterdam mag zich in een bijzondere belangstelling verheugen. De Maasstad heeft niet alleen taaie problemen, ze formuleert meteen ook de bijbehorende uitdagingen en toont een dadendrang die bestuurders van andere steden soms de wenkbrauwen doet fronsen. En hen niet zelden inspireert.

Globale en landelijke ontwikkelingen komen in Rotterdam samen. De stad kent een scheve bevolkingssamenstelling, zeggen de deskundigen, en ze vergrijst én verjongt. Rotterdam moet zijn kennisniveau drastisch verhogen, de economie vraagt om versterking en vernieuwing. Gemeten op de achttien indicatoren van achterstanden en problemen komen zeven van de beoogde veertig krachtwijken van het land in Rotterdam terecht.

De sociale sector van de stad staat centraal in dit boek. Die moest zich sinds 2002 grondig heroriënteren, en hij is er zeker nog niet klaar mee. Een debat over de sociale kwaliteit van de stad vormde de aanzet. Over dit interessante Europese concept handelt deel 1 van het boek, met hoofdstukken over werk en inkomen, sociale cohesie, in- en uitsluiting en sociale competentie.

Het Rotterdamse stadsbestuur zette de welzijnssector aan tot enig zelfonderzoek, en verschafte vervolgens een sociaal platform dat naast, samen met en soms dwars door de gemeentelijke diensten heen opereert. Hoe reageert de sociale sector? Daarover handelt het tweede deel. De stad maakt op haar manier kennis met de ‘lokalisering’ van de verzorgingsstaat. De civil society. Klantgericht of klantgezwicht, en wat valt er te sturen?

Na de begrippen en het beleid volgt in deel 3 een aantal voorbeelden van vernieuwingen in de sociale sector. Voorzieningen en activiteiten die hun aangrijpingspunt vinden in de risico’s van de opgroeiende generatie: de kinderopvang, de ontwikkelingen in het brede basisonderwijs, de jeugdzorg en de ambitie van lokale én landelijke politici om zich ook achter de voordeur met de gezinsopvoeding in te laten.

Vooral voor praktijkonderzoekers in kenniskringen van hogescholen is het slothoofdstuk – ‘Professionals gevraagd! Laat stromen die kennis!’ – prikkelend. Daarin zetten de lectoren van de Kenniskring Opgroeien in de Stad (KOS), Ton Notten en Frans Spierings, uiteen hoe studenten en docenten van bachelor- en masteropleidingen van een hogeschool, de beroepspraktijk en diensten van de gemeente en de deelgemeenten/stadsdelen in praktijk- en innovatiegericht onderzoek samenwerken.
 
De lerende stad. Het laboratorium Rotterdam.
Ton Notten (red.).
Antwerpen, Apeldoorn: Garant
ISBN 978 90 441 2265 7




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK