Hoe attractief is uw universiteit voor R&D investeringen?
De werfkrachtindicator van het Rathenau-instituut geeft de mate aan waarin universiteiten erin slagen om middelen uit de tweede dan wel de derde geldstroom te verwerven, waaruit personeel voor onderzoek bekostigd wordt.
Dat leidt tot een viertal groepen:
– een groep met universiteiten die hoog scoren in termen van zowel wetenschappelijke als maatschappelijke werfkracht: de WUR, TU/e, de UT, de RU en Leiden;
– een groep die hoger dan gemiddeld scoort bij wetenschappelijke werfkracht, maar lager dan gemiddeld bij maatschappelijke werfkracht: de UvA, de VU en de UU;
– een groep die lager dan gemiddeld scoort bij wetenschappelijke werfkracht en hoger dan gemiddeld bij maatschappelijke werfkracht: de TUD en de UM.
– een groep die laag scoort op beide dimensies: de UvT, de EUR en de RUG;
Het is overigens interessant, zon noteert het Rathenau-instituut in zijn eerste Science System Assessment van het WO in ons land, dat de werfkracht niet lijkt te correleren met de kwaliteit van het onderzoek, zoals gemeten in citatiescores. Onder de universiteiten met hoge werfkracht zijn er met een hoge en met een lage citatie-impactscore. Hetzelfde geldt voor de universiteiten met lage werfkracht. Rathenau constateert in dat verband dat naast de bekende rankings als THES en Shanghai nu ook de CHE Excellence Ranking “studenten, promovendi en wetenschappers helpt bij het zoeken naar informatie over goed presterende Europese universiteiten op een viertal gebieden: biologie, chemie, fysica en wiskunde.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap