‘Neem NVAO serieus serieus of stop er mee’
Wintels pleitte in zijn betoog voor een serieuze omgang met de oordelen over onderwijskwaliteit van de NVAO. Deze dienen als referentiekader te worden beschouwd. “Maar ondanks voor de hele sector meestal positieve beoordelingen, wordt te pas en te onpas – ook door politici – de hogescholen de maat genomen, alsof de kwaliteit onvoldoende zou zijn, ook als er positieve accreditatierapporten liggen. Als er twijfel is of de NVAO tot zinvolle kwaliteitsoordelen komt dan moeten we daar razendsnel iets aan gaan doen. Wat mij betreft nemen we de kwaliteitsmetingen van de NVAO serieus.”
Het ergert Wintels dat op soms dunne gronden ook door “respectabele Ministers, Staatssecretarissen en andere politici getwijfeld wordt aan het oordeelsvermogen van de NVAO.” Zou in het beleidsdiscours toch twijfel over het oordeelsvermogen van de accreditatieraad gezaaid woren, dan moet er maar mee gestopt worden en snel een ander instrumentarium bedacht worden. “Het is vanzelfsprekend dat de overheid zich er van wenst te verzekeren of de opleidingen hun eindtermen en ontwikkelde kennisbasis in voldoende mate hebben afgestemd met het werkveld. Echter, de accreditatie voorziet hier al in. Dus dit soort ingrepen [als OCW bij de Pabo’s doet] betekent de facto een dubbel stelsel van externe kwaliteitszorg. Dat lijkt me uiterst ongewenst. Wat mij betreft is het hom of kuit: we nemen de aanpak en uitkomsten van de NVAO serieus en mogen ons daarop beroepen of we stoppen er mee.”
Wintels zou zelf graag met de NVAO-werkwijze voortgaan en daar een nieuwe feature aan toe voegen: “Een soort sterrensysteem. Laat hetgeen kwalitatief voldoende beoordeeld wordt zich nog verder kunnen onderscheiden. Laat kwaliteitsverschillen zichtbaar worden en kwaliteitsreputaties daarmee aan relevantie groeien.”