Nederland moet nu investeren in jonge vectoren

Nieuws | de redactie
20 maart 2009 | Als de kansen voor Nederland vooral liggen in de kenniseconomie en de creatieve klasse, dan is het zaak goede plekken te creëren waar jonge mensen samen ideeën kunnen ontwikkelen. Jaap van Till (HAN en SURF) pleit daarom voor het opzetten van een Synthese Co-laboratorium voor Ideeën (SCI), een soort LOFAR synthese telescoop voor mensen en ideeën. “Voor de HAN heb ik, om dat te helpen opstarten, zo spoedig mogelijk funding voor 2 lichtpaden naar SARA nodig”.

Inleiding

De Commissie van de EU heeft gisteren besloten als extra stimulans snel 5 miljard Euro te gaan steken in betere interconnecties voor aardgas, stroom en Internet. Dat is mooi, maar dan moet Nederland nu gaan insteken op betere verbindingen tussen mensen. Dat doen we toch al zult u zeggen, en het is toch al de slogan van dit Kabinet? Nou neen, wat nog ontbreekt is een duidelijke visie en focus voor aanpak.

Als vervolg op mijn essay [1] in het WTR Trendrapport 2008 over krachten en wetmatigheden in samenwerking door jonge mensen via netwerken wordt hier daarom een onderzoeksvoorstel op Nederlandse schaal gedaan. Het beschrijft in het kort de eerste gedachten over het Waarom, Probleemstelling en Hoe van het stimuleren van jonge vectoren.

Laat ik eerst het vraagstuk inleiden. Zo rond 1899 was er in Wenen iets wonderlijks aan de hand. In een bepaald café kon je ‘s avonds bijna alle heren en dames tegelijk aantreffen, die die tijd doorbraken hebben gecreëerd waar nu een aantal kunsten en wetenschappen nog steeds met ontzag naar verwijzen. Freud, Kokoshka, Mahler, Wittgenstein, Gropius, Klimt en de geniale Alma, om er maar een paar te noemen. Was dat toeval? Staken ze elkaar aan in verbeeldingskracht? Wat was er zo aantrekkelijk? Een vergelijkbare opslingering van talent gebeurde later in Parijs. Ik herinner me nog dat toen ik jong was elke jongeling die zichzelf geniaal vond op een scooter in houtjetouwtjejas naar Parijs reed. Daar gebeurde het immers! Later werd dit Amsterdam en toen London en als ik het goed begrijp is nu Berlijn the place to be.

Kan je zoiets waar waarde opeens uit het niets wordt gecreëerd en alles opbloeit, bewust ontwerpen en organiseren? Ik denk het wel. Maar niet via polderoverleg wat bijna alleen over geldstromen gaat, maar via wat diepgaander inhoudelijke analyses en een aantal bewuste keuzes.

(I)                Waarom ?

De jonge Chineese schrijfster Wang Xiaoping heeft in haar recente boek Capability Panic beschreven dat China een zwakte heeft, zie [2]. Ze beschrijft dat onafhankelijk denkende studenten in het onderwijs daar niet aan bod kunnen komen. De jeugd ‘heeft er angst om zijn eigen talenten te benutten’ en ‘elke authentieke gedachte wordt kapot getrapt’ door de uitsluitend op kennisoverdracht gerichte onderwijsmethodieken. Gevolg is dat afgestudeerden weliswaar volgestort zijn met kennis en methoden maar passief zijn geworden, geen nieuwe eigen ideeën kunnen en durven poneren. Er is ondanks de honderden miljoenen afgestudeerde academici en HTS-ers een gebrek aan goed opgeleide, assertieve en initiatiefrijke creatieve mensen. Dat is China’s zwakte.

Afgezien van het feit dat ik niet kan oordelen over of dat goed of slecht is voor hun land ben ik van mening dat willen wij met ons land een differentiator met andere landen in de wereld hebben wij ons moeten onderscheiden met waar wij vergeleken met hen juist wel heel goed in zijn. Onze kracht moet het spiegelbeeld van hun zwakte zijn.

Vandaar mijn eerste stelling: Nederland heeft een strategische taak om in het onderwijs en in de loopbaan van de creative class die wij hebben, te stimuleren dat jonge mensen hun zelfbewustzijn, het vermogen tot creëren, te ontwerpen, te communiceren en samenwerken vergroten en kunnen versterken. Ze moeten de veerkracht krijgen om eigenzinnige ideeën te ontwikkelen.

Wat we nodig hebben voor onze toekomst zijn jonge HAAKSE DENKERS, black swans, inventievelingen met onverwachte IDEEEN. Daar moeten we serieus in gaan investeren.

Maar, zult u zeggen, die zijn er hier wel maar het is erg lastig om die te besturen en ze werken erg moeilijk samen met anderen. Klopt, ze staan vaak overal loodrecht op.

Ik heb ze onlangs beschreven als de generatie der Parallelo’s [3] want ze zijn zeer online met elkaar verbonden. Maar de haaksheid van hun orthogonale ideen is geen zwakte maar kracht als we die zouden weten te bundelen tot vectoren.

(II)             Probleemstelling: Wat ?

Onlangs hebben vier Nederlandse leiders van grote Europese onderzoeksprojecten zich tijdens een bijeenkomst [4] uitgesproken over hoe nodig het is om tijdens deze economische crisis te investeren in de kennissector. Dat is geen luxe maar de beste investering die we kunnen doen. Hoewel traditioneel de meeste van de Big Science projecten die zij aansturen in de fysica en astronomie plaatsvinden is duidelijk dat er zeer dringend voor de kenniseconomie ook “R&D onderzoekstelsels” (Research Infrastructures) in andere wetenschapsgebieden ingericht zouden moeten worden in ons land en open voor deelneming van wetenschappers uit andere landen. Probleem blijkt keer op keer dat men worstelt met multi-disciplinaire transsectorale SAMENWERKING. Volgens Hans Chang is het in veel projecten ‘niet altijd makkelijk om al die mensen dezelfde kant op te krijgen’. Voor echt synergetische internationale samenwerking schijnt geen goed recept te zijn. Sterker nog, ik heb sterk de indruk dat het er uitziet dat zoiets volkomen bij toeval allemaal meezit (zoals bij SURFnet al vele jaren, een wonder van meevallers – by design !!) of bij toeval alles tegen lijkt te werken (zoals bijv. vele jaren in het begin van Kennisnet). Ook in vele andere projecten in ons land lijkt de wil en de aandrang tot ‘samenwerken’ een soort natuurkracht die wel of niet gunstig gezind is om te verschijnen maar ook van doorslaggevend belang voor het welslagen voor de betreffende communities. De vraag is dus van strategisch belang: hoe ontwerp je en bestuur je dat?

Dit brengt mij tot mijn tweede stelling, namelijk dat {P2P Netwerk Samenwerking} blijkbaar niet als toevallige externaliteit (en taai ongerief) moet worden gezien maar kern zou moeten zijn van een Nederlands onderzoek en wetenschapsgebied op zichzelf.

De afgelopen jaren heb ik onderzoeken en opleidingen op het gebied van the Science of Collaboration (US) en the Science of Cooperation (EU) verzameld en in kaart gebracht maar het blijken flarden van sociologie en speltheorie (prisoners dilemma’s c.s.) te zijn vaak in de zijlijn van vele disciplines en niet veel recenter dan 1980. Wel zien we bijvoorbeeld hoe de Open Source netwerkecologie en andere P2P commons ongelofelijk opbloeien.  Toch is het nog geen formeel wetenschapsgebied, terwijl er bijna alles via netwerken er nu van afhankelijk is!! Tijd om daar een leerstoel voor in te stellen.

De probleemstelling daarvoor is: Waarom zouden mensen; geografisch, cultureel en organisatorisch verspreid; samen iets willen doen& bijdragen, kennis en ideeën willen delen om er zelf ook wijzer van te worden?? En hoe bouwen met die nieuwe wetenschap een genetwerkte kennis- en onderzoeks-infrastructruur op met generieke tools en platformen !?

(III)          Hoe ?

Nederland heeft met SURF en SURFnet een unieke voorsprong op het gebied van computernetwerken en gereedschappen opgebouwd die ons een voorsprong geeft die we moeten zien uit te buien en te behouden. In de ‘Big Science’ onderzoeksgebieden in en vanuit ons land hebben nu al 200 wetenschapsteams de beschikking over “Lichtpaden” (1 – 10 Gbps verbindingen tussen computerclusters) waarbij de onderzoekers samen OptiComputer tile- schermen gebruiken om elkaar delen van simulaties en waarnemingsbeelden te laten zien. Dit versnelt en verbetert de samenwerking tussen hen enorm.

Mijn derde stelling is dat het van strategisch belang is om deze gereedschappen (optiputer schermen, lichtpaden en centrale verwerking en opslag) te downsizen en democratiseren door ze ter beschikking te laten komen van een bredere kring van onderzoekers, docenten en studenten in WO en HBO. De slogan die ik daarbij heb bedacht is dat docenten en studenten een HyperKamer zullen krijgen [5] om ze samen te laten onderzoeken en opleiden. 



Punt is dat de infrastructuur in NL in tegenstelling tot in andere landen er hiervoor al grotendeels ligt via FttX projecten, de ICT infrastucturen van onze instituten en de Lichtpaden van SURFnet en Netherlight.

Onderzoeksvraag voor het inrichten van een doelmatige kennisinfrastructuur

Combinatie van I, II en III brengt mij tot de volgende voorgestelde onderzoeksvraag.

Hoe kunnen we [ideeën, associaties, visies, beelden, gedachten, fantasieën, dromen] van (I) zo haaks mogelijke jonge mensen correleren &bundelen&combineren& synthetizeren tot iets sterkers, van duurzame waarde: VECTOREN (schaalmodellen, simulaties, virtuele prototypes) die aantrekkelijk zijn voor bijdragen (volgens nieuwe theorieën en tools van de Science of Network Cooperation II), via (III) Hyperkamers en Lichtpaden, zodanig dat er een Synthese Co-laboratorium voor Ideeën in en om ons land ontstaat ?

Het gaat dus in dit voorstel niet om louter een kennisinfrastructuur maar om het opzetten van een Synthese Co-laboratorium voor Ideeën (SCI), een soort LOFAR synthese telescoop voor mensen en ideeën via schaal en haaksheid, om het Weense Wonder hier en gedistribueerd te herhalen. Misschien kan dit wel de grootschalige onderszoeksinfrastructuur, die vanzelf aangroeit als je hem eenmaal start, worden waar Cheng en zijn collega’s naar op zoek zijn ?

Als na de agrarische, industriële en dienstenconsumptiemaatschappij; de idea-based (creative class) society ons voorland is, dan moet het voor ons land dus nu prioriteit hebben om idea (representatie, manipulatie, uitwisseling en synthese) tools te ontwikkelen en op behoorlijke schaal te implementeren voor de jeugd. Dat is mijn idee. Voor de HAN heb ik, om dat te helpen opstarten, zo spoedig mogelijk funding voor 2 lichtpaden naar SARA nodig.

Prof. ir. Jaap van Till, Lector Telecom & Netwerken aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en lid van de WTR van SURF. Vrijdag  20 maart 2009

[1] Van Till, Netwerk ver-bindingen voor samen- werking in co-laboratoria;
hoofdstuk in het WTR Trendrapport 2008, Uitgave Stichting SURF;
http://www.wtr-trendrapport.nl/media/pdf/14-Netwerkverbindingen-voor-samenwerking-in-co-laboratoria.pdf
(can be downloaded from URL: http://www.wtr-trendrapport.nl/bijdragen/18/)
[2] ‘Gemankeerd onderwijs maakt Chineese jeugd dom’, Bettine Vriesekoop,
NRC Handelsblad 21 Febr 2009.
[3] Van Till, The Serialas and the Parallelos.
http://www.buddeblog.com.au/the-serialas-and-parallelos/
[4] Denken in het Groot, NRC Wetenschapbijlage, blz 8 en 9;  21 februari 2009
[5] Van Till, “Pa, ik wil een HyperKamer”

http://www.budde.com.au/News_and_Views/2009/January/Dad, _I_want_a_HyperRoom.aspx
http://www.scienceguide.nl/article.asp?articleid=106673
http://gordoncook.net/wp/?p=288


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK