Zelfmoord onder jonge vrouwen
Het onderzoek van Van Bergen legt ook de achtergronden van zelfmoordpogingen vast: het gebrek aan vrijheid om te beslissen over de eigen levensloop maakt jonge migrantenvrouwen kwetsbaar voor suïcidaal gedrag. Uit enquêtegegevens, medische dossiers en vijftig interviews met zowel migrantenvrouwen als Nederlandse vrouwen die een zelfmoordpoging hebben gedaan, ontstaat een duidelijk beeld over de relatie tussen de zelfmoordpoging, de etnische afkomst en de migratieachtergrond.
In de levensverhalen van migrantenvrouwen staat de strijd met de familie over essentiële keuzen ten aanzien van relatievorming en zelfontplooiing centraal. Van deze vrouwen wordt opoffering verlangd en dat zij hun reputatie en eer beschermen. Migratie blijkt verassend genoeg niet een erg grote rol te spelen. Wel wordt door migratie het beroep op meisjes om zorgtaken te vervullen versterkt, waardoor hun levensloopontwikkeling wordt bemoeilijkt.
Een belangrijke verklaring voor zelfmoordpogingen van jonge vrouwen blijkt dus te liggen in de mate waarin de omgeving individuen inperkt. In sommige gevallen echter, is de verklaring juist te vinden in het gebrek aan verbondenheid met de omgeving. Nederlandse jonge vrouwen, maar ook een deel van de Surinaams-Hindoestaanse meisjes bleken juist een zelfmoordpoging te doen door het gemis aan betekenisvolle en hechte sociale relaties in hun familie.
Het Kamerlid Khadija Arib (PvdA) heeft over de kwestie inmiddels schriftelijke vragen gesteld aan minister Klink van Volksgezondheid en minister Van der Laan van Wonen, Wijken en Integratie. Zij pleit voor een “integrale aanpak om deze meisjes in hun keuzevrijheid te steunen”.