HO, geef toch je geld uit

Minister Bussemaker heeft persoonlijk de raden van toezicht er op aangesproken dat zij er op toezien dat de HO-instellingen ook daadwerkelijk investeren in meer docenten en betere onderwijskwaliteit. Dit vertelde zij in een Kamerdebat over de financiële situatie in het onderwijs.
De ruimte is daarvoor aanwezig, gelet op het feit dat “de solvabiliteit gemiddeld ruim boven de signaleringswaarde ligt. Dat wijst er namelijk op dat vreemd vermogen wordt aangetrokken.” Ook al zullen er de komende jaren onzekerheden zijn en ook fluctuaties zich voordoen bij de middelen naar en van HBO en WO, is de ruimte voor investeren gezond te noemen, zo liet de minister blijken.
Rik Grashoff (GL) sprak de vrees uit dat instellingen ondanks alles geld oppotten, mede vanwege hun zorgen naar aanleiding van eerdere incidenten “Elke verstandige bestuurder zal zeggen naar aanleiding Amarantis en ROC Leiden: ‘ik ga hogere risicobuffers aanleggen.’ Maar zulke risicobuffers zijn eigenlijk dood geld en het gaat hier dan om veel geld. We moeten daarom naar een aanpak die er voor zorgt dat er minder grote risicobuffers vereist zijn.”
Vrees zorgt voor buffering
De minister gaf aan dat zij deze zorg deelde. “De risicobuffers zie je in hoge mate terug in het MBO en HO. We zien het daar namelijk ook écht gebeuren. Op het moment dat er een Amarantis is of een ROC Leiden, gaan alle raden van toezicht natuurlijk vragen: ‘hoe is dat bij ons eigenlijk geregeld, hebben wij wel voldoende maatregelen genomen?’
“Als daar dan heftige debatten in deze Kamer overheen komen en wettelijke bepalingen en wensen over aansprakelijkheid van bestuurders over tafel komen, dan gaat men bij elkaar zitten en bedenken: ‘hoe kunnen wij dit voorkomen? Moeten we een extra verzekering afsluiten om onze bestuurders te vrijwaren voor latere aansprakelijkheid? Moeten we toch nog maar even een extra potje maken? Want je weet maar nooit of we extra geld nodig hebben’.”
“Dat zie ik ook met name in het hoger onderwijs. Bestuurders daar denken: ‘laten we maar het zekere voor het onzeker nemen.’ Dat signaleert ook de Inspectie. Vervolgens komt er dan nog een deel van de Rijksbijdrage later in het jaar binnen en dat kunnen ze dan eigenlijk niet meer goed wegzetten. Dat telt allemaal bij elkaar op. Als je niet uitkijkt. krijg je instellingen die er financieel steeds beter voor staan, maar het geld niet investeren in het onderwijs.”
Studievoorschot moet helpen
Het studievoorschot zou ook hier de oplossing bieden. Want dit geeft volgens de minister “niet alleen iets om het studievoorschot te voorfinancieren, maar ook om het oppotten tegen te gaan.” Maar het lijkt erop dat de verantwoordelijke bestuurders daar zo niet tegen aan kijken. “Ik praat daar afzonderlijk over met de raden van toezicht,” zegt Bussemaker. Zij legt bij hen op tafel, dat “zij er voor moeten zorgen dat die middelen gebruikt worden waar ze voor bedoeld zijn.”
“Met het studievoorschot weten ze ook dat ze die middelen structureel kunnen inzetten, zodat ze vanaf nu al meer docenten kunnen aannemen. Zij moeten weten dat ze bewust financieel beleid moeten voeren. Daarbij is er geen opdracht, van niemand niet, om zoveel mogelijk middelen in reserve te hebben. We moeten er heel goed voor zorgen dat instellingen niet risicomijdend worden. We willen ook geen cowboys in het onderwijs. Maar ook geen slapende sok met reservemiddelen.”
Meest Gelezen
Europese Unie: ‘Academische vrijheid in Nederland verslechtert’
Susanne Täuber: "Wie haar klacht niet laat afzwakken, wordt kapotgemaakt"
Wat vindt BBB eigenlijk van hoger onderwijs?
UvA-studenten dagvaarden universiteit om internationalisering
'Studentenwelzijn verbeteren zonder wetenschappelijk bewijs kan veel schade toebrengen'
