Kunstmatige intelligentie raakt economie en universiteit
Op de Cobbenhagen Summit in Tilburg is de top van bestuurlijk, economisch en onderwijzend Brabant samengekomen om in discussie te gaan over de implicaties van robotisering en kunstmatige intelligentie voor de Nederlandse kenniseconomie. Eerder dit jaar was Oxford-hoogleraar Viktor Mayer-Schönberger al te gast in Tilburg om zijn licht te laten schijnen over de grote invloed van big data.
De Calvinistische universiteit
Sylvester Eijffinger ziet de technologische ontwikkelingen grote invloed hebben op de arbeidsmarkt. “Het aandeel arbeid in ons nationaal inkomen is al aan het afnemen. Er is steeds meer sprake van jobless growth. In sectoren als de financiële technologie zie je de afgelopen jaren bijna een halvering van de werkgelegenheid voor hoogwaardige professionals,” waarschuwt de Tilburgse hoogleraar.
Als je doet wat je deed dan krijg je gisteren
Die waarschuwing wordt even later genuanceerd door Ton Wilthagen, hoogleraar Arbeidsmarkt in Tilburg. “Als mens hebben we het volgens mij zelf in de hand. Er verdwijnen door robotisering en kunstmatige intelligentie natuurlijk banen, maar we kunnen minder goed voorspellen wat er juist weer bijkomt. Wat dat betreft ben ik denk ik iets positiever gestemd.”
Dat neemt niet weg dat er voor universiteiten wel degelijk een grote uitdaging ligt, ziet Wilthagen. “Scholing is eigenlijk heel ouderwets georganiseerd in Nederland.” Die visie wordt gedeeld door Prins Constantijn die als special envoy van de Startup Delta is aangeschoven in Tilburg.
“Het universitaire bestel is misschien een beetje Calvinistisch, iedereen wordt al snel zenuwachtig van zaken als ondernemerschap in het onderwijs incorporeren,” ziet Constantijn. “Een professor in een Ferrari zal toch wel wat raar worden aangekeken, maar geld maken of groeien als bedrijf is niet per definitie vies.”
Het ondernemerschap ruimte geven in het onderwijs is ook geen makkelijke opgave, erkent Constantijn. “Het betekent dat je als universiteit een zekere mate van controle moet loslaten. Dat is natuurlijk spannend.”
Samenwerking bedrijfsleven en universiteit
Maarten Steinbuch, hoogleraar high-tech systemen aan de TU Eindhoven, weet als geen ander van de beperkingen van het universitaire systeem. Sinds 2016 is naast wetenschapper ook ondernemer, want hij ontwikkelt robotassistenten voor microchirurgie. “Dat betekende wel dat ik mijn aanstelling aan de universiteit heb moeten terugbrengen, want dit in de universiteit combineren kon niet.”
Steinbuch verbaast zich erover dat het onderzoek op universiteiten nog te veel ‘lineair’ is geregeld. Dat wil zeggen dat een onderzoeker een aanstelling krijgt, onderzoek gaat doen en uiteindelijk gaat publiceren in een internationaal tijdschrift. “Ik ben jaloers op de studententeams die ik begeleid. Die gaan gewoon samen zitten, nadenken over problemen en komen tot oplossingen. Dat is volgens mij exponentieel onderzoek. Dat zouden we veel meer in het systeem moeten doen. Hackathons voor volwassenen zouden heel waardevol kunnen zijn.”
Het gaat er volgens Steinbuch om dat de buitenwereld veel meer de universiteit wordt binnengehaald en andersom. De Kenniswerkersregeling (KWR) bood universiteiten tot 2010 de kans om kenniswerkers uit het bedrijfsleven in de organisatie op te nemen. “Wij hadden op een gegeven moment vijftien werknemers van DAF in onze groep zitten. Eén daarvan zit nog steeds een dag in de week bij ons, betaald door DAF. Zoiets is zowel voor wetenschappers als voor bedrijven heel erg goed.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap