Koningin Máxima componeert op Hogeschool Leiden

Verslag | door Ingeborg van der Ven
13 april 2018 | In aanwezigheid van erevoorzitter van het platform voor ambassadeurs koningin Máxima, was het netwerk ‘Meer muziek in de klas’ gisteren bijeen aan de pabo van de Hogeschool Leiden. Een middag om kennis te delen en om het project ‘Digitaal componeren’ aandacht te geven.
Koningin Maxima luistert naar de digitale ringtone die studenten hebben gecomponeerd. (Foto: Annemieke van der Togt/Roy Beusker Fotografie)

“Uit onderzoek is gebleken dat het zelf componeren, het creëren van muziek, de leerlingen nadrukkelijk betrekt en motiveert. Het is dus een zeer wezenlijk onderdeel van het muziekonderwijs”, legt Jantien Westerveld van de stichting Meer Muziek in de Klas uit. Deze stichting is in 2014 opgericht om de acties voortkomend uit de handreiking van de commissie Gehrels uit te voeren. De doelstelling is om structureel muziekonderwijs voor alle 1,6 miljoen basisschoolkinderen in Nederland, te bereiken.

De stichting focust zich nu op de integratie van digitaal componeren in het muziekonderwijs. Hiervoor is een landelijk project gestart om aan zesendertig klassen en vijf pabo’s de workshop digitaal componeren te geven. Tijdens de workshop maken de leerlingen een digitale ringtone. Vervolgens zal een vakjury, onder leiding van Wibi Soerjadi, de mooiste composities uitkiezen. Deze worden in juni door het Metropole Orkest uitgevoerd.

Vijf miljoen extra naar muziekonderwijs

Ellen Bolthof, docent muziek aan de Hogeschool Leiden en tot vandaag voorzitter van het Netwerk Muziekdocenten Pabo, is erg positief over muziekonderwijs in Nederland. “Het effect van de aandacht de afgelopen jaren voor meer muziek in de klassen is echt te voelen. Zo heeft de Hogeschool Leiden de impulsgelden ook ingezet voor muziek en krijgen eerstejaars studenten bij ons vanaf september 1,5 uur muziekles per week.”

In maart maakte minister Van Engelshoven al bekend dat het budget van de derde aanvraagronde Impuls Muziekonderwijs met €5 miljoen wordt verhoogd, naar €10 miljoen. Hiermee kan het Fonds voor Cultuurparticipatie in totaal ongeveer 600 scholen ondersteunen. Onderdeel van de impuls is de regeling professionalisering muziekonderwijs Pabo. Het is de hoop van het fonds om “vanaf 2020 alle afgestudeerde pabostudenten zich bekwaam genoeg te laten voelen om muziekonderwijs te geven.” 

Geen extra tijd voor muziek 

Hoe staat het met het muziekonderwijs aan basisscholen en aan de pabo’s? En welke ruimte is er voor muziek en digitaal componeren? Samen met koningin Máxima gingen muziekdocenten van de pabo’s en conservatoria hierover in gesprek. Voorzitter van de ronde tafel was Ans Buys, voormalig directeur lerarenopleidingen bij de Fontys en nu aanjager van innovatie binnen lerarenopleidingen.

Buys: “De inspectie komt met een rapport dat we met het Nederlandse onderwijs weer wat zakken in de lijstjes. Stress bij kinderen neemt ook toe. Meer tijd krijgen we niet voor muziekonderwijs, als er straks juist meer tijd voor taal en rekenen moet komen. Je zult de verbinding moeten zoeken en dan is het meer dan een liedje zingen over een project over de randstad.”

Christianne Nieuwmeijer, docent aan de HKU en promovendus aan de VU, heeft een visie op de integratie van muziek in andere onderdelen van het onderwijs. “We doen nu vaak allemaal iets rondom een thema, bijvoorbeeld water en dan doen we zogenaamd aan vakintegratie. Terwijl als je echt over integratie spreekt, dan moeten we het eerst hebben over wat we de kinderen willen leren. Een gesprek voeren over de inhoud en over de vaardigheden. En dan kan je vanuit daar een curriculum bouwen en heb je echt vakintegratie.”

Dat de impuls vanuit OCW om met name ook de professionalisering van het muziekonderwijs aan de pabo’s op te pakken nodig is beamen alle aanwezigen. “Niet iedere muziekdocent voelt zich nu bekwaam om met digitale leermiddelen muziekonderwijs te geven. Meerdere docenten zouden dit overigens wel willen Goede begeleiding van de lerende is belangrijk.”

Componeren: actief met muziek 

Michel Hogenes, docent aan de pabo van de Haagse hogeschool en Codarts, presenteerde op de bijeenkomst zijn onderzoek naar de invloed van specifiek componeren in het muziekonderwijs op de leerontwikkeling van kinderen. “Als je gaat kijken naar wat er daadwerkelijk in de scholen gebeurt, dan zie je dat het vaak gaat over reproduceren. Kunnen we nu ook naar een meer productieve kant van onderwijs gaan?”

“Als je gaat componeren met kinderen kan je aansluiten bij andere vak- en vormingsgebieden in het basisonderwijs.” Als voorbeeld geeft Hogenes wetenschap en technologie, waarbij kinderen op onderzoek uitgaan, onderzoekend of door iets te ontwerpen. “Volgens mij, als je aan het componeren bent, dan ben je ook iets aan het ontwerpen en doorloop je ook de creativiteitscirkel.”

Voor zijn onderzoek vergeleek Hogenes drie klassen met componeren in het muziekonderwijs met drie klassen die traditioneel muziekonderwijs volgden. “Het grootste resultaat is dat de betrokkenheid van de kinderen voor muziekonderwijs wordt vergroot, iets wat we ook uit het taalonderwijs kennen, waar dit ook geld voor het zelf laten schrijven van teksten.”

Daarbij stelt Hogenes dat het zelf laten maken en creëren van muziek ook bijdraagt aan de ontwikkeling van 21st century skills, zoals kritisch en creatief denken en problemen oplossen. “Iedere keer dat wij kinderen iets leren, ontnemen wij hen de kans de kans om iets te ontdekken. Zouden wij kinderen ook in het muziekonderwijs de kans kunnen geven om te ontdekken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK