‘Free riding brengt het hoger onderwijs in de problemen’

Opinie | door Mariëtte van den Hoven
2 april 2024 | Docenten geven groepsopdrachten vanuit een pedagogische overweging. Meeliftgedrag van studenten ondermijnt dat. Docenten kijken bij de beoordeling echter vooral naar het groepsresultaat en zelden naar het proces, schrijft AUMC-hoogleraar Mariëtte van den Hoven, tevens voorzitter van het Netherlands Research Integrity Network. Dat stimuleert een onverantwoordelijke houding bij studenten en brengt de onderwijskwaliteit in het geding, betoogt ze.
Free riding
Beeld: Jonathan Cooper

Iedereen kent het wel: bij een groepsopdracht is er minstens één groepje met een student die zich niet volledig inzet en meelift op het werk van anderen. Veel studenten ergeren zich mateloos aan zulk meeliftgedrag van anderen, maar ze kunnen er weinig aan doen. In de praktijk komen profiteurs er dan ook vaak mee weg. 

Zulke free riding is echter niet zo onschuldig, en het is de verantwoordelijkheid van het hoger onderwijs om zich ertegen te verweren. Free riding is op twee manieren schadelijk: 1) het stimuleert op zijn minst een onverantwoordelijke houding onder studenten en is op zijn ergst een voorbeeld van wangedrag, en 2) het tast de kwaliteit van onderwijs aan. Free riding is een questionable research practice (QRP) die door onderwijsinstellingen aangepakt moet worden.

Ongemak met free riding

Het fenomeen van free riding is in de onderwijscontext niet nieuw en het komt ook niet alleen in het hoger onderwijs voor. Voor leerlingen en studenten wordt het vaak pas problematisch als het groepswerk beoordeeld wordt. Veel studenten worstelen met de vraag of en wanneer ze aan de bel moeten trekken. Deze worsteling is vaak onzichtbaar voor docenten. 

Docenten gaan vaak niet goed om met het probleem van free riding. Sterker nog, bij veel groepswerk wordt alleen het eindproduct van de groep getoetst, en niet het proces dat eraan ten grondslag ligt. Zelden is er een cijfer voor samenwerking of is verantwoording over de samenwerking een noodzakelijke voorwaarde voor een eindbeoordeling. Nog zeldzamer is het om het groepsproces bespreekbaar te maken onder leiding van de docent. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De werkvorm van een groepsopdracht is echter juist bedoeld om door samenwerking een resultaat te bereiken. Met andere woorden: er is een pedagogisch doel dat alleen bereikt kan worden door een samenwerkingsopdracht. In de praktijk is dit pedagogische doel vaak ver uit beeld. We hoeven ons geen illusies te maken over de manier waarop wordt samengewerkt. Studenten zijn meesters in het opknippen van taken, om er vervolgens individueel mee aan de slag te gaan en de losse lapjes aan het eind tot een deken te naaien. 

Onderwijskwaliteit

Deze pragmatische aanpak staat in schril contrast met het doel van groepsopdrachten, bijvoorbeeld studenten doen beseffen dat complexere vraagstukken beter door een groep kunnen worden bestudeerd, of om een werkveld na te bootsen waarin veel en interdisciplinair samengewerkt moet worden. Toch blijft het mechanisme voor beoordeling vaak hetzelfde als bij een individuele opdracht: de docent kijkt naar het eindproduct, en niet of nauwelijks naar het proces van samenwerken. 

Zo is het mogelijk dat een situatie ontstaat die onlangs met mij werd gedeeld. Voor een groepsopdracht zijn studenten door de docent in groepjes ingedeeld. In een groep zit een student die niet actief is: ze verschijnt niet op college, is onbereikbaar voor de andere groepsleden en draagt niet actief bij aan de vier opdrachten die het groepje moet inleveren. Als dit wordt aangekaart bij de docent, wordt de groep gemaand deze student nog een kans te geven en krijgen ze uitstel van de deadline. De free rider haalt de cursus en krijgt hetzelfde cijfer voor het groepswerk. 

Hier is niet alleen sprake van ervaren onrecht onder de studenten, maar is ook de onderwijskwaliteit in het geding: hoe kan iemand een cursus halen zonder aan de eisen te voldoen? 

Bespreekbaar maken van free riding

Dat free riding een van de grootste ergernissen onder studenten is, is al langer duidelijk. Het voorbeeld komt ook veelvuldig voor in integriteitsdiscussies die we met studenten voeren (zoals https://integgame.eu). In dit soort discussies leren we studenten dat het bespreekbaar maken van dit probleem een eerste stap is naar het oplossen ervan. 

In het ideale geval kan een groepje dit zelf oplossen: de meeliftende groepsgenoten wordt erop aangesproken, beseft dat het zo niet kan en draagt alsnog bij. De werkelijkheid is vaak anders. In een onderwijssysteem waarin groepswerk veelvuldig wordt gebruikt als werk- en toetsvorm is het bovendien onterecht dat vooral studenten met de worsteling van free riding worden opgezadeld. De groepjes moeten een eindproduct toch inleveren, ook als de profiteur niets blijft doen. 

Leidt het aankaarten van dit probleem niet tot erkenning van de studenten die wel bijdragen, dan zijn er bovendien weinig prikkels om dat te doen. Zelden krijgen de harde werkers bonuspunten of krijgt de meelifter een onvoldoende. 

Verantwoordelijkheid instelingen

Als de opleiding groepswerk een noodzakelijke onderwijsvorm vindt, is het de verantwoordelijkheid van de opleiding om dit goed te begeleiden. Doet een docent of opleiding dit onvoldoende, dan voeden ze een cultuur waarin studenten leren dat meeliften loont. Dat is een gemiste kans, want ook in het werkveld van de academie zien we dit gedrag in samenwerking regelmatig terugkeren, bijvoorbeeld bij guest authorships

Maken opleidingen en docenten hier geen werk van, dan brengen ze bovendien de onderwijskwaliteit in het geding: een student die op een onderdeel onvoldoende presteert, zou niet mogen slagen voor een cursus. Als docenten en onderwijsmanagers onvoldoende in staat zijn procesevaluaties van groepswerk te evalueren, zouden ze deze werk- en toetsvorm niet langer zo frequent mogen inzetten. 

Kan het hoger onderwijs niet adequaat reageren op meeliftgedrag van studenten, dan heeft het een stevig probleem met betrekking tot groepsopdrachten. Het is tijd om actie te ondernemen!

Literatuur

  • Mol, H., van den Hoven, M. Is there a relationship between student attitudes and behavior regarding integrity issues?. Int J Educ Integr 18, 6 (2022). https://doi.org/10.1007/s40979-022-00100-5
  • Mads Paludan Goddiksen, Una Quinn, Nóra Kovács, Thomas Bøker Lund, Peter Sandøe, Orsolya Varga & Mikkel Willum Johansen (2021) Good friend or good student? An interview study of perceived conflicts between personal and academic integrity among students in three European countries, Accountability in Research, 28:4, 247-264, DOI: 10.1080/08989621.2020.1826319 

Mariëtte van den Hoven is voorzitter van het Netherlands Research Integrity Network en hoogleraar Medische Ethiek aan het AmsterdamUMC.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK