VVD wil dat het hoger onderwijs strenger optreedt tegen misdragingen bij studentenverenigingen
Tijdens het jaarlijkse debat over emancipatie in de Tweede Kamer ging het veelvuldig over misdragingen bij studentenverenigingen, zoals onlangs bij het USC, de corporale vereniging van de Universiteit Utrecht. Daar maakten en verspreidden leden van de mannelijke studentenvereniging zogeheten ‘bangalijsten’ van vrouwelijke studenten. In reactie hebben de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht tijdelijk de bestuursbeurzen stopgezet, maar dat vindt de VVD slappe hap.
Een op de tien vrouwen wordt in haar studententijd verkracht
“Wij willen een zero-tolerance-beleid introduceren bij studentenverenigingen. Eén op de tien vrouwen schijnt het in haar studententijd mee te maken dat zij verkracht wordt, en dat is verschrikkelijk”, zei Bente Becker, de woordvoerder emancipatie van de VVD. “Ik wil dat de minister hogescholen en universiteiten aanspoort om harder op te treden tegen deze verenigingen”, benadrukte ze.
“Het baart mij ook ernstige zorgen dat er nog steeds jonge mannen zijn die denken bangalijsten te kunnen opstellen van vrouwen die op studentenverenigingen rondlopen. Wat mij vooral zorgen baart, is dat zo’n vrouw daar misschien helemaal niet meer gezien wil worden. En zo’n man daar dan gewoon lid kan blijven en daar rond kan blijven lopen.”
Becker vroeg de minister om hierover afspraken te maken met de universiteiten en hogescholen die deze verenigingen subsidiëren. “Het intrekken van de lidmaatschappen van deze mannen moet een voorwaarde zijn voor subsidie; als hier niet aan wordt voldaan, mag er geen subsidie meer worden verstrekt door hogescholen en universiteiten.”
Bangalijsten op universiteiten
Kamerlid Songül Mutluer van GroenLinks-PvdA vindt dat er een beerput is opengegaan rondom seksueel grensoverschrijdend gedrag, in het bijzonder op universiteiten. “Ik hoef maar de krant open te slaan en ik lees dat het grensoverschrijdend gedrag voorkomt in de sport, de media en de zorg. Maar ik maak mij met name zorgen over die bangalijsten op universiteiten. Dat vind ik letterlijk schaamteloos. Ik heb eerder gepleit voor verplichte MeToo-lessen op universiteiten en een doorlopende leerlijn van het primair onderwijs tot aan het wetenschappelijk onderwijs”, zei ze. Mutluer wilde van de minister weten hoe het daarmee staat.
De minister zei in het debat ook erg geschrokken te zijn van de situatie in Utrecht. “Het is een grove schending van alle normen waar we ons ook hard tegen moeten uitspreken. Ik heb hier eigenlijk twee gedachtes bij. Enerzijds: als ik heel veel jongeren spreek, dan onderschrijven ze totaal dat we naar een andere cultuur moeten. Dat geeft mij heel veel hoop. Tegelijkertijd zie je bij studentenverenigingen dingen gebeuren die weer nieuwe grenzen overgaan, waar ik me ook heel veel zorgen over maak.”
In tegenstelling tot Becker was Dijkgraaf wel enigszins gerustgesteld door het optreden van onderwijsinstellingen tegen deze verenigingen. “Ik vind het goed om te zien dat een aantal onderwijsinstellingen en ook gemeenten stevig optreden tegen deze studentenverenigingen door soms ook subsidies te pauzeren of stop te zetten.”
De minister deed vooral een moreel appèl op de omstanders van dit gedrag. “Ik hoor soms ook wel de besturen van die studentenverenigingen de goede dingen zeggen. Tegelijkertijd gebeuren er walgelijke zaken. Daar moeten we ons ook keihard tegen uitspreken. Het is heel belangrijk, dat omstanders, die niet het slachtoffer zijn en ook niet de daders, maar wel toekijkers, zich stevig uitspreken. Dat ze dit totaal ongepast vinden. Dat ze gewoon niet onderdeel willen zijn van een club die dit soort dingen doet.”
VVD wil minder vrijblijvendheid
VVD-Kamerlid Becker vond deze reactie van de minister onvoldoende. “Ik wil iets minder vrijblijvendheid. Als we dit allemaal tegen elkaar zeggen, maar aan het eind van de dag kunnen jongens die zo’n lijst hebben opgesteld toch op die vereniging blijven rondlopen, terwijl eerstejaars en meisjes zien dat dit uiteindelijk de norm is in de praktijk, dan verandert die cultuur niet. Ik had eigenlijk gehoopt van de minister dat hij van hogescholen en universiteiten gaat eisen dat zij in hun subsidievoorwaarden strengere eisen gaan opnemen: dat bij dit gedrag het lidmaatschap van studenten van verenigingen wordt ontnomen.”
De minister gaf in zijn reactie aan dat hij de aankomende weken in gesprek gaat met instellingen, maar een harde toezegging op dit punt wilde hij niet maken. “Ik vind het absoluut voorstelbaar dat, als jij subsidie verleent aan een organisatie, je dan elementaire eisen aan de veiligheid zou willen stellen. Ik ga deze denklijn nadrukkelijk delen met de instellingen. We hebben gezien in Amsterdam, Groningen en nu in Utrecht dat universiteiten en hogescholen hier actie op ondernemen. Ik denk dat het wel belangrijk is om hier samen één lijn in te trekken.”
Ten aanzien van de doorlopende leerlijnen en MeToo-lessen, waar GroenLinks-PvdA om vroeg, belooft de minister richting de zomer meer te kunnen melden in een Kamerbrief.
