Semantiek bij borging en proef

Nieuws | de redactie
29 september 2015 | Minister Bussemaker is het oneens met de Onderwijsraad over de toekomst van HO-borging. Wel deelt zij de visie ten principale, maar wijkt toch af een verzint een nieuw woord. Het advies om het niet door te gaan met een pilot met instellingsaccreditatie slaat zij in de wind, maar past die proef wel opvallend aan.

Onlangs kwam de Onderwijsraad met een rapport over de kwaliteit van het Hoger Onderwijs. Vrijwel alle aanbevelingen neemt de minister over, schrijft de minister aan de Kamer in haar reactie op het rapport van de Onderwijsraad. Op één punt na; het advies om vooral niet te beginnen met een pilot met instellingsaccreditatie.

Meer onderscheid?

De minister licht uitgebreid toe waarin zij verschilt met de Onderwijsraad op dat punt. “De raad adviseert om accreditatie op opleidingsniveau te handhaven, zij het in beperktere vorm dan nu het geval is. Daarnaast beveelt de raad aan om meer onderscheid aan te brengen tussen accreditatie als formele verantwoording en de visitatie ten behoeve van het open gesprek tussen peers over mogelijke verbeteringen.”

De minister noteert echter nadrukkelijk dat in haar opvatting opleidingsvisitaties met peers ook bij een dergelijke pilot blijven bestaan. “Allereerst kan ik niet genoeg benadrukken dat bij instellingsaccreditatie de visitaties op opleidingsniveau verplicht zullen blijven. Eigenlijk doet de benaming instellingsaccreditatie onvoldoende recht aan wat er wordt veranderd.”

Om die blijkbaar gerezen onduidelijkheid bij zowel de universiteiten als de Kamerleden uit de wereld te helpen, gaat OCW voortaan liever een andere term benutten. Zoiets als ‘studievoorschot’ in plaats van ‘studieschuld’? Bussemaker schrijft: “Het gaat feitelijk om een ‘pilot opleidingsreview bij instellingsaccreditatie’. Daar moet het bij elke vorm van kwaliteitszorg om gaan. Elke opleiding wordt nu elke zes jaar gevisiteerd door een panel van onafhankelijke en deskundige peers, aan de hand van wettelijk voorgeschreven kwaliteitscriteria. Dat is bij instellingsaccreditatie niet anders.”

Maatwerk bij visitaties

Wat wel verandert is invulling van de opleidingsvisitaties bij zo’n nieuwe opzet als in de pilot uitgetest. “Daardoor krijgen instellingen meer ruimte om de wijze waarop deze visitaties worden georganiseerd aan te laten sluiten bij de kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur die past bij het profiel van de instelling. Zo kan een instelling bijvoorbeeld focussen op datgene wat relevant en nodig is voor specifieke opleidingen die zij aanbiedt. Dit kan door bijvoorbeeld peer review te organiseren met een buitenlandse opleiding waar zij zich aan wil spiegelen, dan wel een eigen vraagstuk te agenderen voor de visitatie.”

“Visitaties kunnen dan zodanig ingericht worden dat het past bij de inrichting en vraagstukken van een specifieke opleiding zonder af te doen aan het eerlijke gesprek over kwaliteit in een veilige omgeving en een onafhankelijke beoordeling. Om misverstanden te voorkomen spreek ik voortaan liever van een ‘pilot opleidingsreview bij instellingsaccreditatie’.”

Bussemaker onderschrijft de visie ten principale van de Onderwijsraad over het primaat van onderwijskwaliteit. “Ik ben met de raad van mening dat instellingsaccreditatie er niet toe mag leiden dat een instellingsbestuur het eigenaarschap naar zich toe trekt. Essentieel onderdeel van de pilot zal juist moeten zijn in hoeverre de extra ruimte voor maatwerk in kwaliteitszorg die de overheid aan instellingen biedt, wordt doorvertaald naar meer professionele ruimte voor docenten op opleidingsniveau.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK