Een meelevend mobieltje

Nieuws | de redactie
22 juni 2006 | Simon Jones is sinds januari dit jaar de nieuwe leider van de onderzoeksgroep Human Computer Studies (HCS) aan de UvA. Hij is vooral geïnteresseerd in nieuwe manieren om mobiele technologie te gebruiken, en daarmee het dagelijks leven niet alleen te vergemakkelijken, maar ook echt te verbeteren. Daarvoor is het volgens hem belangrijk om een systeem te ontwikkelen dat begrijpt hoe mensen zich voelen.

Is het tijd voor een meelevend mobieltje?  ‘We onderzoeken hoe de interactie tussen mens en computer verloopt, en hoe we computers slimmer kunnen maken.’ Zelf zet Jones op het moment een onderzoek op, dat hij e-sense noemt. ‘Als je een nieuw zintuig kon ontwikkelen, wat zou dat dan zijn? Veel mensen zouden een zintuig willen hebben waardoor ze weten wat anderen denken. Terwijl we dat eigenlijk al heel goed kunnen. We zien heel goed hoe iemand zich voelt; of mensen ons aardig vinden, of ze boos zijn, misschien zelfs of ze ons gaan aanvallen. Er zijn goede evolutionaire redenen waarom we dat zo goed kunnen. Een moeilijkere vraag is: hoe voel je jezelf? Je zou misschien denken dat mensen zichzelf kennen, maar dat is vaak niet het geval. Hoe vaak komt het niet voor dat iemand zegt: ‘oh, ik had niet door hoe gestresst ik toen was, of ‘ik was verbaasd dat ik zo boos kon worden in die situatie’.

Leugendetector

Jones vraagt zich af in hoeverre het mogelijk is te meten hoe iemand zich voelt; want welke uiterlijke kenmerken verraden iemands gevoelens? ‘Er bestaan natuurlijk al diverse technieken voor. Denk maar aan een Amerikaanse film, waarin mensen een leugendetectortest ondergaan. Wanneer ze liegen gaat er een naaldje op en neer. Dat is een bekend fenomeen, galvanic skin response. De weerstand van je huid, dus in hoeverre die elektriciteit geleidt, hangt af van hoe gestresst je bent. Het is makkelijk om de respons te zien, want wanneer je gestresst bent verandert je huidweerstand met een factor tien. De leugendetector neemt aan dat als je antwoord een leugen is, je gestresst raakt waardoor de leugendetector uitslaat. Er zijn echter ook veel mensen die al schrikken als je ze iets vraagt, waardoor de detector ook uitslaat. Hoe bepaal je dan of ze liegen?’

‘Een ander uiterlijk kenmerk dat iemands gevoelens kan verraden, is bijvoorbeeld de grootte van diens pupillen. Als iemand je aantrekkelijk vindt en naar je kijkt, worden zijn pupillen groter.’ Jones voegt er waarschuwend aan toe: ‘Het zou echter ook gewoon kunnen zijn dat de omgeving donkerder is’.

De eerste stap van Jones’ project is dus de vraag wat je kunt meten of waarnemen aan het menselijk lichaam dat iets verteld over de psychologische toestand waarin het verkeerd. Daarvoor kun je naar veel factoren kijken. Bijvoorbeeld de manier waarop je loopt; grote passen, snel of met veel onderbrekingen. Of hoe je typt: de hoeveelheid fouten die je maakt en hoe hard je op de toetsen slaat. ‘De uitdaging is om dat soort informatie te nemen en te zien of je daarbij de emotionele toestand kunt identificeren, en dat dan weer te reflecteren, zodat iemand daar iets mee kan. Zover zijn we nog lang niet, maar het is boeiend om erover na te denken.’

Netwerk

Jones is op het moment nog druk met het opbouwen van nieuwe relaties en het opzetten van een netwerk van onderzoekers en personen uit het bedrijfsleven. Hij heeft dan ook nog geen lab waar hij praktisch aan de slag kan. ‘Naast het beantwoorden van de dagelijkse, honderden mails’, lacht Jones, ‘probeer ik de fundamentele vragen te vinden over de manier waarop technologie emotioneel gezien een impact kan hebben op hechte menselijke relaties. Ik probeer die vragen nog te achterhalen en begrijpen. Pas wanneer ik die heb gevonden kan ik proberen ze te beantwoorden, door met experimenten mijn ideeën te testen.’
 
Een van de eerste demo’s die Jones zou willen maken heeft iets weg van een mobiele telefoon, maar met veel meer toepassingen. ‘Eerst zou ik willen vastleggen waar je bent, dat kan al met bepaalde technologie. Vervolgens zou ik enkele factoren als stress en blijheid, willen monitoren. We hadden het al over hoe iemands pupillen zijn gemoedstoestand kunnen verraden, maar er zijn nog andere dingen. De toon van je stem verandert afhankelijk van hoe gestresst je bent. Als je nerveus bent, dan gaat hij bijvoorbeeld trillen. Dat zou je ons apparaatje automatisch kunnen laten detecteren. Vervolgens zou ik een soort kaarten willen maken van mensen, met daarop de tijd en de ruimte, dus hoe laat je op welke plek was, en hoe je je toen voelde. Op die manier komen mensen er achter, waar en wanneer de goede en slechte gedeeltes van hun dag waren. Zodat ze daar zich bewust van worden en ze hun gedrag kunnen veranderen.’

‘Iets anders dat ik uit wil zoeken is: hoe blijf ik op de hoogte hoe het met mijn vrienden en familie gaat, zonder bij ze in de buurt te zijn. Je kunt ze natuurlijk bellen, en het vragen. Maar dat zou op den duur wel irritant worden. Het zou interessant zijn om daar op een subtielere manier over te communiceren. Iets waarmee je zonder dat die persoon erdoor gestoord wordt; op de hoogte blijft van wat hij aan het doen is, of hoe hij zich voelt.’

Mobiele vormgever

In zijn vorige functie runde Jones het Europese gedeelte van MIT’s Media Lab. Ook daar was hij bezig met mobiele communicatietechnologie. ‘Mijn grootste prestatie daar is denk ik dat ik een grote groep bedrijven helderder heb doen zien wat ze in de toekomst konden verwachten op het gebied van mobiele communicatie. Ik heb de richting die ze opgingen beïnvloed. Helaas mag ik niet precies vertellen wat ik heb gedaan, vanwege bedrijfsgeheim. Maar het komt er op neer dat ze toen begrepen dat ze de mobiele telefoon niet moeten zien als een minicomputer, maar als een apparaat dat je leven interactief maakt en vorm geeft.’

Jones kwam naar Amsterdam vanwege de kwaliteit van de UvA en de Human Computer Studies-groep. ‘Er lopen hier ontzettend interessante mensen rond. De HCS-groep heeft een heel goede reputatie, dus het was een grote kans om mijn carrière hier verder te ontwikkelen. Het leukste aan mijn werk is de variatie en de mensen waarmee ik werk. Het werk is nooit hetzelfde. Het ene moment heb je een ontmoeting op hoog niveau met mensen uit de industrie, het andere help je promovendi of doceer je studenten of help je bij het plannen van de instituutsactiviteiten. Juist die verscheidenheid is het leuke.’

Finse smsjes

Jones geeft toe dat zijn werk hem wel enigszins beïnvloed heeft. ‘Ik kan maar niet stoppen met het bestuderen van mensen als ze in de trein zitten, terwijl ze druk in de weer zijn met hun mp3- speler, mobiele telefoon of laptop. Ik merk dat ik een echte mensenkijker ben geworden. Ze gebruiken de technologie allemaal op hun eigen manier. Het vreemdste moment dat ik mensen hun apparaat heb zien gebruiken was in een café in Helsinki. Er zaten twee Finnen naast elkaar aan de bar, druk te sms-en. Op een gegeven moment wees de een de ander er op dat hij hem een smsje had gestuurd. Ik realiseerde me dat ze terwijl ze naast elkaar zaten, die smsjes aan elkaar stuurden en het leerde me veel over hoe verschillende culturen verschillend gebruik maken van technologie…  Dat was voor mij weer een nieuwe ervaring.’




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK