Breedte lerarenopleiding ten koste van diepgang

Nieuws | de redactie
11 juli 2006 | Ooit was hij HO-inspecteur, maar tegenwoordig is Henk Mulders collegevoorzitter van de hogeschool Edith Stein, die gespecialiseerd is in lerarenopleidingen. Hij kijkt met een kritisch oog naar de ontwikkeling van die sector en naar het debat daarover. “Naar mijn mening hebben de problemen te maken met de breedte waarvoor deze opleidingen moeten opleiden. Een pabostudent wordt opgeleid in alle vakken en moet les kunnen geven aan kinderen die in leeftijd uiteenlopen van 4 tot 12 jaar. De tweedegraads lerarenopleidingen leiden docenten op die les moeten kunnen geven in de eerste jaren vmbo en bve.  Maar die politieke wens om leraren breed op te leiden gaat wel ten koste van de benodigde diepgang.” Lees zijn visie uit het branchejaarverslag van de hogescholen op de aanpak van dit dilemma hier.

“Er is aanhoudende en blijvende kritiek op de kwaliteit van de lerarenopleidingen. Op een aantal punten is de kritiek begrijpelijk. Kijk bijvoorbeeld naar de visitatierapporten over de pabo’s en de tweedegraads lerarenopleidingen. Daarin wordt op veel punten commentaar geleverd op het hboniveau van deze opleidingen. Naar mijn mening hebben de problemen te maken met de breedte waarvoor deze opleidingen moeten opleiden. Een pabostudent wordt opgeleid in alle vakken en moet les kunnen geven aan kinderen die in leeftijd uiteenlopen van 4 tot 12 jaar. De tweedegraads lerarenopleidingen leiden docenten op die les moeten kunnen geven in de eerste jaren voortgezet onderwijs, in het vmbo en in de bve-sector, het middelbaar beroepsonderwijs. Ook dat is heel breed. Je hebt het over verschillende onderwijssoorten voor leerlingengroepen die onderling bovendien behoorlijk uiteenlopen. Maar die politieke wens om leraren breed op te leiden gaat wel ten koste van de benodigde diepgang.”

“Dit vraagstuk ligt er al jaren en moet nu worden opgelost. Nederland wordt geacht een kennissamenleving te zijn, we creëren hoogwaardige arbeid. Goed onderwijs is daarvoor het fundament. Er moet dus een oplossing komen voor het dilemma kwaliteit versus breedte. Op het gebied van domeincompetenties ligt al veel vast in de Wet op de Onderwijsberoepen. Een Algemene Maatregel van Bestuur beschrijft welke competenties docenten moeten beheersen. Daarnaast zijn er Europese afspraken om het hbo-niveau te borgen en te beschrijven.”

“Deze twee gegevens vormen de basis voor ons werk. De vraag daarbij is of er voor het primair en voortgezet onderwijs verschillende domeincompetenties moeten komen. Zelf zie ik deels overeenkomsten. Neem competenties als het kunnen werken in een team of zelfreflectie bij de uitoefening van het beroep. Beide zijn zowel binnen het primair als het voortgezet onderwijs nodig. Maar op vakinhoudelijk gebied zijn er natuurlijk wel verschillen. Wij onderzoeken nu waar de verschillen en overeenkomsten liggen. We zullen daarin duidelijke keuzen moeten maken, die aansluiten bij de ontwikkelingen in het onderwijsveld waarvoor wij opleiden.Lesgeven in Rotterdam is natuurlijk wat anders dan in Bilthoven en lesgeven op een openbare school is weer verschillend van dat op een gereformeerde school. Daarom houden we bij de opstelling van domeincompetenties rekening met het verschil in maatschappelijke functie die hogescholen in de eigen omgeving vervullen. Tegelijkertijd zullen de domeincompetenties het hbo-niveau moeten garanderen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK