CDA-voorzitter spreekt bij Islamitische Universiteit

Nieuws | de redactie
6 september 2006 | "Moslims, radicalisering en geweld worden teveel en te vaak op een hoop gegooid. Het is onjuist de islam gelijk te stellen aan oproepen tot radicaal geweld." Dat zei de voorzitter van het CDA, Marja van Bijsterveldt, in een toespraak bij de opening van het Academisch Jaar van de Islamitische Universiteit Rotterdam. Van Bijsterveldt zei daar onder meer "We kennen allemaal de stelling van Huntington van de botsende culturen. Maar we kunnen het ook anders zien: de vervlechting biedt ook kansen.

Migranten raken met het Westen bekend en verwant met de waarden van democratie en rechtsstaat. Vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, en vrijheid van onderwijs voor moslims, zijn in het Westen rianter aanwezig dan in veel moslimlanden. Maar liggen juist hier niet de nodige aanknopingspunten? In landen als Iran snakken veel mensen naar vrijheid. Naar vrijheid, niet om vervolgens de normen en waarden los te laten, of om in de pleziercultuur van het Westen te plonzen. Nee, naar vrijheid, om zo authentiek gelovige te kunnen zijn.” Lees haar volledige betoog hier onder.


“Vertrouwen in Nederland, vertrouwen in elkaar”, dat is de titel van ons verkiezingsprogramma, en dat is hoe het CDA zich opstelt in de politiek en in de samenleving. Met vertrouwen. Het gaat weer beter met Nederland, in de zorg, met de werkgelegenheid, in het onderwijs. Door de maatregelen die deze regering heeft genomen ziet de toekomst er rooskleuriger uit dan een paar jaar geleden.

Waar wij nu samen voor moeten zorgen, is dat álle Nederlanders hiervan  profiteren. Dat iedereen een beroep kan doen op goede zorg, dat er voor iedereen werk is, en dat onderwijs voor iedereen toegankelijk is. Of, anders gezegd, wat we willen is een Nederland waarin alle Nederlanders vertrouwen hebben. Waar iedereen zich op z’n plek voelt en waar alle burgers zich mee identificeren. We willen ook dat alle burgers participeren, bijdragen aan de maatschappij, betrokken zijn. We willen een land waarin verbinding is tussen mensen.

En hoewel het economisch nu dus beter gaat, zien we ook dat er nu kloven ontstaan tussen groepen, en dat mensen zich van elkaar verwijderen. Er is wantrouwen in plaats van vertrouwen, er is afwijzing van wat vreemd is. Dat leidt vervolgens tot vervreemding, tot isolatie, en soms tot erger. Dat willen we niet, en dat mogen we niet laten gebeuren. We hebben als burgers, maar ook als politieke partij een verantwoordelijkheid om te voorkomen dat de samenleving vervalt tot een verzameling groepen die langs elkaar leven, of, erger, niets met elkaar te maken willen hebben.

Een politieke partij maakt zich druk over meer dan groeipercentages, of tabellen en inkomensplaatjes. Dat is allemaal belangrijk, maar een politieke partij heeft meer nodig. Zij staat en valt met de mate waarin zij met compassie werkt. Met betrokkenheid en met liefde voor de naaste. Wie oprecht betrokken is, verplaatst zich in de ander. Wie zich verplaatst in de ander zal eerder nuanceren. Wie zich in de ander verplaatst, zal niet snel vervallen in allerlei vormen van stigma’s en in groepsdenken. Ieder mens telt dan immers.

Juist de christen-democratie heeft van binnenuit de wens om te verbinden. Verbindingen tussen kapitaal, arbeid en milieu. Verbindingen tussen gezinsleven en betaald werk. Verbindingen tussen generaties, verbindingen tussen arm en rijk in de wereld en niet in de laatste plaats verbindingen tussen bevolkingsgroepen: allochtoon en autochtoon. Aan die verbindingen en aan de compassie willen en moeten wij invulling geven. Telkens weer, ook in nieuwe tijden. Met nieuwe vragen en nieuwe wegen.

Dat is bijvoorbeeld de reden dat het CDA in zijn nieuwe verkiezingsprogramma 200 miljoen extra uittrekt voor inburgering. Wij willen investeren in mensen. Het CDA wil de moslimgemeenschap insluiten in Nederland en in onze partij. Belangrijke debatten over integratie en religie moeten ook in het hart van onze fractie gevoerd worden. Vandaar dat het CDA drie mensen uit uw gemeenschap op de Tweede Kamer lijst heeft geplaatst. Twee daarvan, Coskun Corus en Ayhan Tonca staan direct verkiesbaar. Maar het CDA en ikzelf voorop hoop van harte dat juist ook de derde persoon uit uw gemeenschap, Osman Elmaci ook in de Tweede Kamer zal komen. Osman Elmaci’s zichtbare inzet om bruggen te slaan tussen de Nederlandse politiek en de moslimgemeenschap rechtvaardigt een plek in het parlement.

We leven in een tijd waarin we ons met name moeten inzetten voor de verbinding tussen moslims en niet-moslims. Er is van alles gebeurd in Nederland en elders, dat de verhoudingen op scherp heeft gezet, en dat de spanningen tussen deze groepen heeft doen toenemen, terecht of onterecht. Het is heel duidelijk geworden dat we er vaak niet in slagen om op een goede manier om te gaan met de vragen die leven, met het onbegrip, de angst en de woede. Op zo’n moment is het niet makkelijk om tot een minderheid te behoren.

De afgelopen tijd sprak ik met diverse moslims in en buiten onze partij. Wat mij opvalt en pijnlijk treft is het gevoel van desillusie dat zij hebben als onderdeel van deze samenleving. Velen hebben het gevoel er niet meer te mogen zijn, aangekeken te worden op daden van een ander met wie men zich absoluut niet wil identificeren. Moslims, radicalisering en geweld worden teveel en te vaak op een hoop gegooid. Het is onjuist de islam gelijk te stellen aan oproepen tot radicaal geweld. Daarmee wordt een hele bevolkingsgroep gestigmatiseerd. Dát kan juist –onbedoeld- een voedingsbodem vormen voor isolement en uiteindelijk misschien zelfs radicalisering die wij nu juist willen bestrijden. Daarom ben ik blij dat onze politiek leider Jan Peter Balkenende zorg en aandacht heeft voor deze groep, en ben ik blij dat Piet Hein Donner in debatten op het scherpst van de snede zuiver blijft in zijn redenering en steeds blijft waarschuwen voor onterechte stigmatisering.

In deze tijd van spanningen en onrust is het dan ook belangrijk dat we elkaar opzoeken, ons in elkaar verdiepen. Dit kan alleen als beide partijen daarvoor openstaan, en als er op een basis van respect en vertrouwen met elkaar wordt omgegaan. De  hardheid waarmee regelmatig over de Islam en over Moslims wordt gesproken, op straat, in de politiek, en in de media, moet worden vermeden. Daar schieten we niets mee op, integendeel.

Het integratievraagstuk waarmee nu zo geworsteld wordt, is het gevolg van een wereld waarin landen, naties en volken meer en meer met elkaar vervlochten raken. Die vervlechting leidt tot spanningen. We kennen allemaal de stelling van Huntington van de botsende culturen. Maar we kunnen het ook anders zien: de vervlechting biedt ook kansen. Migranten raken met het Westen bekend en verwant met de waarden van democratie en rechtsstaat. Vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, en vrijheid van onderwijs voor moslims, zijn in het Westen rianter aanwezig dan in veel moslimlanden. Maar liggen juist hier niet de nodige aanknopingspunten? In landen als Iran snakken veel mensen naar vrijheid. Naar vrijheid, niet om vervolgens de normen en waarden los te laten, of om in de pleziercultuur van het Westen te plonzen. Nee, naar vrijheid, om zo authentiek gelovige te kunnen zijn. Illustratief is de geestelijke Mehdi die de Frankfurter Allgemeine een paar jaar geleden aan het woord liet: hij was voorstander van de revolutie van Khomeiny geweest. Fervent voorvechter zelfs, maar nu moet hij concluderen dat de moskee waar hij eens vol toewijding langs liep veranderd was. Veranderd was in een plaats van angst, van geheime politie en dwang. Religie bestaat bij gratie van vrijheid. Religie leeft van oprechte toewijding. Religie die gepaard gaat met dwang loopt uit op schijnheiligheid. Ook daarom verdedigen wij vrijheidsrechten. Ook daarom vinden wij dat mensen afstand van hun geloof mogen nemen. Ook daarom verdedigen wij de rechtsstaat. En deze Mehdi voelt daarin met ons mee. Dat vrijheid bij religie hoort, raakt aan de wezenskenmerken van godsdienst, aan haar fenomenologie zouden we in deze academische kring kunnen zeggen. En dat raakt ook…. ons. Dat raakt ook het Westen. Het raakt ook Nederland en Rotterdam. Want die rechtsstaat zal alleen dan appelleren als men zich ermee verbonden kan voelen. Migranten zullen waardering voelen voor deze rechtsstaat, wanneer zij zich volwaardige burgers voelen. Gerespecteerd, en niet afgewezen of gediscrimineerd.

We zullen, als moslims en niet-moslims, moeten zoeken naar dieperliggende overeenkomsten. Wat hebben we voor gemeenschappelijke waarden, verwachtingen, belangen. Het is juist voor christenen en moslims van groot belang om te onderzoeken wat wij met elkaar gemeen hebben. Juist ook voor universiteiten ligt hier een missie. Natuurlijk zijn er verschillen tussen ons, maar er zijn zeker zoveel overeenkomsten tussen ons. En we hebben beiden te maken met het vraagstuk van de plaats van religie in een samenleving die in een razend tempo moderniseert.

We hoeven niet naïef te zijn. Het zal soms heel moeilijk zijn om elkaar te begrijpen. En er zijn vast en zeker zaken waarover we het nooit eens zullen worden. Maar toch zullen er vaak achter het opzichtige, achter de sluier bij wijze van spreken ook veel overeenkomsten zijn. Wij hoeven niet gelijk te zijn of te worden, maar we kunnen het wel eens worden over waarden van de rechtsstaat, over de moraal achter de verschillen.

Daar zou veel over te zeggen zijn. Spannende vragen liggen me voor in de mond, maar ik moet het kort houden. Op die vragen komen we nog wel een keer terug. Voorlopig geldt dat het goed is om te zien dat de Islamitische Universiteit  Rotterdam zichzelf ziet als een Nederlandse universiteit. Wij mogen in Nederland trots zijn op het feit dat wij de eerste Islamitische Universiteit van Europa hebben! Uw toegevoegde waarde kan van groot belang zijn. De universiteit kan uitstekend bijdragen aan de actieve deelname van Nederlandse moslims aan de samenleving, waarbij hun religie waarde en invulling geeft aan hun relatie met die samenleving. Het logo van de tulp spreekt wat dat betreft duidelijke taal. Daarbij is het CDA nog extra verheugd dat deze tulp oranje is en groen, de CDA-kleuren!

We zijn burgers van hetzelfde land, we hebben een gezamenlijke toekomst. Laten we elkaar daarom opzoeken, laten we daarom samenwerken, laten we vertrouwen hebben in elkaar. Dat is de enige weg!…………….

Over enkele weken begint de Ramadan. Rest mij om u een gezegende Ramadan toe te wensen. Ramadan Kariem.




«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK