Lectoraat geen surrogaatuniversiteit
Om tot goede interactie met andere kennisinstellingen te komen is wetenschappelijk publiceren een mogelijkheid; het gaat immers om kennisuitwisseling: de lectoraten moeten niet alleen kennis halen maar ook brengen. Onderzoek in het HBO is wel praktijkgericht, maar moet wel aan wetenschappelijke methoden en eisen voldoen. De disseminatie van de opgedane kennis in onder andere de wetenschappelijke wereld vormt geen bezwaar. Ik zie hierin geen aanleiding de doelstellingen te wijzigen.”
De CDA-fractie was bezorgd over een gebrek aan betrokkenheid van de lectoren bij het onderwijs binnen de hogeschool. Ook bestond daar aarzeling over de ‘ontwerp en ontwikkeling’ opdracht voor de lectoraten. Het kabinet heldert dit als volt op: “De lector is geen docent maar zorgt wel voor vernieuwing van het hoger beroepsonderwijs. De indicatoren tonen in de effectrapportage een positieve, stijgende lijn. Juist om dit nog meer te stimuleren wil ik de oploop van de middelen inzetten voor vergroting van de kenniskringen. In het voorjaar is de brief waarin de indicatoren werden benoemd, tegelijkertijd met de nulmeting, naar de Kamer gezonden. Het is, zoals eerder opgemerkt, niet mijn bedoeling opnieuw de indicatoren ter discussie te stellen. Bij het ontwikkelen van het kwaliteitszorgsysteem voor ontwerp en ontwikkeling moet op een meer kwalitatieve wijze inzichtelijk gemaakt worden wat de bijdrage aan het onderwijs is.
Er is een onderscheid tussen lectoraten enerzijds en ontwerp en ontwikkeling, ofwel praktijkgericht onderzoek in het HBO anderzijds. Lectoraten vormen een belangrijk onderdeel van ontwerp en ontwikkeling, maar zijn dit niet uitsluitend. De invoering van lectoraten is een eerste stap bij de totstandkoming van ontwerp en ontwikkeling in het hoger beroepsonderwijs. In het voorstel voor de WHOO is deze taak toegelicht en wordt deze verankerd, evenals de positie van het lectoraat. Op dit moment acht ik het niet nodig om tot een nieuwe visie en uitwerking te komen. Ik deel de opvatting van het CDA dat in de toekomst verder nagedacht moet worden over de ontwerp- en ontwikkelingtaak van het HBO. De inzichten die met lectoren verder worden opgedaan, zullen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Ik zal mij hier dan ook beperken tot het bespreken van de lectoren, in het bijzonder de aanbieding van de eerste effectrapportage waarover u vragen heeft gesteld.”
Meest Gelezen
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Extra geld voor bètafaculteiten is daar nooit terechtgekomen