Doorstroom-master hbo “radicaal verkeerd”

Nieuws | de redactie
22 juni 2007 | Opmerkelijk eensgezind trekken universiteit en hogeschool van leer tegen de opzet van OCW rond de masters in het hbo. Zowel Ron Bormans (HAN) als VSNU-voorzitter Noorda waren scherp op het NVAO-congres daarover. “Tot mijn afgrijzen komt OCW nu zelfs weer aanzetten met masters als vervolgopleidingen op de bachelor van het hbo. Terwijl die bedoeld is als de kwalificatie voor de beroepsbeoefenaar. Zo’n voortgezet onderwijs binnen het HO is radicaal verkeerd. De minister weet ook nog niet zo goed wat hier allemaal speelt,” zei Noorda.


Bormans gaf aan dat een master in het hbo alleen dan zou moetenontstaan als sprake is van een kwalitatieve ‘breuk’ tussen deopleidingsniveaus voor het betrokken beroep. “Je wordt via eenmaster meer ‘ontwerper’ dan ‘uitvoerder’ in professioneleomgevingen. De rol en verantwoordelijkheid moeten echt andersworden wil een master relevant worden.” Om die reden was ookBormans tegen de opzet waar Noorda voor waarschuwde en zei: “Geendoorstroommaster dus in het hbo, tenzij het gaat om zeer selectieveopleidingstypen, zoals we die kennen in het kunstonderwijs waar devoortgezette opleiding in de vorm van de master is ingericht.”Bormans bepleitte in dit verband een “compromisloze zoektocht naarniveau” die alleen niet -zoals in Vlaanderen- opgesloten blijft ineen strikt academische definitie van kwaliteit of niveau, omdat ditvoor de diversiteit van het hoger onderwijs een te beperktreferentiekader blijkt te bieden.

Noorda viel meer ten principale over “de neiging bij ons tot steedslangere trajecten in het hoger onderwijs”, terwijl wereldwijdde trend juist is dat men zich primair concentreert op de bacheloren vervolgens vanuit de praktijk van het onderzoek en de professiestot een vervolg komt. “Zorg toch dat in de bacheloropleiding destudent alles meekrijgt om later met succes zijn kennis teverdiepen en te verfrissen. Dat hij daar succesvol in worden kan,daar zou ik alles op willen zetten.”

De VSNU-voorzitter pleitte daarom voor veel meer diversiteit endifferentiatie in het aanbod, ook in de oriëntaties van deprofessioneel gerichte mastersopleidingen. “Differentieer lieverbinnen het geheel van het hoger onderwijs naar zes, zeven vormen entypen van het aanbod in plaats van alles steeds weer zó te wringendat je vervolgens de uitvlucht moet nemen van onmogelijkeverlengingen van de studies. Die differentiatie moeten we ook viade accreditering van het aanbod stimuleren, anders wordt dekwaliteitszorg veel meer een monumentenzorg, namelijk eenmechanisme om alles te houden zoals het is.”

Doordat OCW de bereidheid heeft aangegeven hbo-masters meer tewillen bekostigen -“zij het met allerlei misten en maren en eenhoop deksels die vooral dicht moeten blijven, maar toch…” aldusKarl Dittrich van de NVAO- ziet Noorda het risico opdoemen van weernieuwe voorschriften die differentiatie beperken en verhinderenzouden. Over een eventuele doorstroommaster-ontwikkeling was hijdaarom ook zo beducht “Je zou juist moeten eisen dat een bachelordaar pas in mag als hij in de praktijk een hoop ‘evc’ heeftontwikkeld en die van belang zijn voor het type master dat hij zouwillen en kunnen volgen.”

AHK-voorzitter en oud-NVAO-topman Olchert Brouwer kwam in datverband met een scherpe conclusie. Hij noemde de researchmaster alseigenstandig type van mastersopleiding “een heel goedeontwikkeling.” Maar verder zou men moeten afzien van allerleigeregulariseerde onderverdelingen: “Noem al het andere toch gewoon’mastersopleidingen’ en rommel verder niet met allerleititeltoestanden. Hou vooral vast dat elke master draait om hetbieden van een hoog conceptueel niveau en accrediteer ze daarscherp op.”

Vanuit de studenten had ScienceGuide al eerder enkelebedenkingen en analyses van deze ontwikkeling gepubliceerd. U leesthet artikel ‘Bezint eer ge begint’ van Bart Buijs hier.



«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK