Ondernemerschap als indicator van kwaliteit

Nieuws | de redactie
5 september 2007 | De Onderwijsraad adviseerde onlangs het onderwijsbudget met 150 miljoen euro te verhogen om daarmee HO-instellingen op basis van kwaliteit te kunnen belonen. Een deel van die 150 miljoen moet bestemd worden voor hogescholen die ondernemerschap bevorderen, zo betoogt Hanze-chef Henk Pijlman.  




Beloon hogescholen die Ondernemerschap stimuleren.

De afgelopen jaren is de bekostiging per student in het HBO voortdurend achteruitgegaan. Gelukkig lijkt dat tij inmiddels gekeerd. We zijn zelfs bezig, zij het heel langzaam, de achterstanden in te halen, al moeten we natuurlijk Prinsjesdag maar afwachten om te zien of die positieve trend wordt voortgezet.

Dat inhalen van de achterstanden moet wat mij betreft vooral tot uitdrukking komen in intensivering van het onderwijs. De groepen moeten kleiner, het aantal contacturen moet omhoog, de persoonlijke begeleiding van studenten moet intensiever. Dat is waar we het bescheiden extra geld voor willen inzetten.

Het zal niemand ontgaan zijn dat het verlanglijstje dat bij de hogescholen wordt neergelegd uit heel wat meer bestaat dan onderwijsintensivering. Hogescholen moeten meer toegepast onderzoek doen voor bedrijven en instellingen. Hogescholen moeten getalenteerde studenten extra faciliteiten bieden. Hogescholen moeten het niveau van hun docenten verhogen. Hogescholen moeten meer allochtonen opleiden. Hogescholen moeten Elders Verworven Competenties van studenten beoordelen. Hogescholen moeten ondernemerschap bevorderen.

Allemaal gerechtvaardigde wensen. Ik constateer wel dat bij het verlanglijstje niet een bijsluiter zit waarin de bij de wensen behorende financiën worden geregeld. Er wordt soms extra geld beschikbaar gesteld, maar vaak gaat het dan om experimenteerbudget. Als de experimenten voorbij zien moet alles uit de reguliere onderwijsbekostiging worden betaald. En dat kan niet.

Bij de opening van dit hogeschooljaar heb ik het Kenniscentrum Ondernemerschap van de Hanzehogeschool Groningen geopend. Dat kenniscentrum gaat twee dingen doen: faciliteiten, onderwijs en begeleiding bieden aan (startende) studentondernemers onder de noemer “De Startbaan”, en toegepast onderzoek doen voor en met het bedrijfsleven door lectoren en kenniskringen.

Dat kost geld. Geld voor bedrijfsruimtes voor studentondernemers, geld voor persoonlijke begeleiding van starters, geld voor “nazorg” voor ondernemende recent afgestudeerden, geld voor onderzoek voor bedrijven en instellingen. Een deel van de activiteiten financieren we door in ons reguliere onderwijs steeds meer aandacht voor ondernemerschap in te bouwen. Dat kost, na de ontwikkeling, niet veel extra. Een ander deel van het geld komt uit ons onderzoeksbudget.

Zo gaat de inrichting van het kenniscentrum niet ten koste van het reguliere onderwijs. Maar niet alles kan zo betaald worden. Als het stimuleren van ondernemerschap niet ten koste van de intensivering van het onderwijs in hogescholen mag gaan, zal er door het kabinet extra budget vrij gemaakt moeten worden voor het stimuleren van ondernemerschap.

Recent pleitte de Onderwijsraad in een advies voor een experiment om bijzondere onderwijskwaliteit te bekostigen. Er zou 150 miljoen euro (5% van het hoger onderwijsbudget) extra beschikbaar moeten komen, die verdeeld zou moeten worden op basis van onderwijskwaliteit. De raad adviseert onderwijskwaliteit vast te stellen op basis van twee criteria: docenten (kwaliteit en opleidingsniveau) en gerealiseerd niveau van studenten. Wie daarop goed scoort, krijgt extra geld.

Wellicht een sympathiek idee, maar met name de docenten- indicator heeft een hoog “input”-gehalte. Natuurlijk moet de kwaliteit van docenten hoog zijn, maar is het niet verstandiger aan de behaalde resultaten af te meten of de kwaliteit van docenten aan de maat is? Dat het docententeam een goede mix van bachelors, masters en doctores kent vind ik zeer belangrijk. Veel belangrijker vind ik dat hun werk leidt tot kwaliteit bij studenten.

Voor hogescholen zou ik het beter vinden als excellentie gerelateerd wordt aan de maatschappelijke opbrengst van het onderwijs. Het bevorderen van ondernemerschap is zo’n maatschappelijke opbrengst. Reserveer een deel van die 150 miljoen voor hogescholen die aantoonbaar ondernemerschap bevorderen. Beloon die hogescholen met extra geld. De Hanzehogeschool Groningen zal vooraan staan om met het kabinet prestatieafspraken te maken over de besteding daarvan.

Henk Pijlman

Een langere versie van deze rede sprak Henk Pijlman uit bij de opening van het Hanzejaar.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK